Auteurscontractenrecht

Journalisten winnen zaak tegen DPG

Op 1 november 2019 deed de kantonrechter van rechtbank Amsterdam uitspraak in de spraakmakende zaken van de heer Rogier tegen DPG (voorheen de Persgroep) en mevrouw Van Uem tegen DPG.[1] De NVJ spreekt over een historische uitspraak.[2] Deze zaken gingen over het recht op een billijke vergoeding van (foto)journalisten die als freelancer werken voor regionale media. In deze bijdrage zal ik eerst de wettelijke grondslag en vervolgens de overwegingen en beslissing van de rechter bespreken, daarna komen de meningen van de betrokken partijen aan bod en tot slot zal ik een korte samenvatting van de kwestie geven. Zie voor een uitgebreide beschrijving van het eerdere verloop van deze kwestie de bijdrage van de heer Nijkerk.[3]

De wettelijke grondslag voor de vorderingen van de journalisten is art. 25c Aw, een van de nieuwe artikelen uit de wet Auteurscontractenrecht 2015.[4] Het eerste lid van dit artikel luidt als volgt:

Freelance journalisten pakken De Persgroep aan

De freelance (foto)journalisten Britt van Uem (Tubantia) en Ruud Rogier (Brabants Dagblad) hebben een belangrijke stap in de rechtszaak tegen De Persgroep gezet. Inzet van de rechtszaak is een billijk tarief dat in overeenstemming is met wat journalisten in vast dienstverband verdienen. Nu krijgen deze freelancers gemiddeld 16,50 euro per uur, terwijl (foto)journalisten in vast dienstverband met een vergelijkbare staat van dienst 60 à 80 euro per uur verdienen. In het tussenvonnis dat vandaag verscheen, zegt de rechter dat het voor de bepaling of een vergoeding al dan niet billijk is relevant is wat een freelance (foto)journalist per uur aan een opdracht verdient. Nu betalen media niet per uur maar per woord of per foto of foto-opdracht. Relevant is volgens de rechter ook wat journalisten in loondienst voor datzelfde werk verdienen. Dat de rechter deze twee omstandigheden mee laat wegen bij het bepalen van een billijke vergoeding is nieuw.

De Persgroep weigerde de zaak bij de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht te laten behandelen. Dit lijkt onfris te ruiken, maar dat schijnt bij De Persgroep wel vaker zo te zijn wanneer het over freelancers gaat.

Tijdens de rechtszaak op 3 april jl. tegen de freelancers Britt van Uem en Ruud Rogier stelde Bart Verkade, directeur van de Persgroep Nederland, dat de waarschijnlijk door hemzelf uitgevonden ‘exploitatiewaarde’ het criterium was voor het vaststellen van een billijke beloning. Als dat ook wordt gehanteerd bij regioredacteuren in vaste dienst, zou dit salaris naar berekening hun salaris waarschijnlijk uitkomen op nog geen € 15.000 per jaar.

Britt van Uem wil 49 cent per woord voor haar schrijfwerk in plaats van de huidige 13,4 cent. Ruud Rogier wil 150 euro per foto in plaats van 42 euro. Als de rechter daar in mee gaat kost dat de Persgroep ongeveer 2800 euro.

Voor dubbeltje op de eerste rang

Het overkomt iedereen wel eens dat er een klant contact zoekt die denkt dat hij je de ultieme opdracht aanbiedt. Collega Ab Sier reageerde uit nieuwsgierigheid op zo'n Facebook-optimiste. Hier volgt het antwoord van 's werelds meest dynamische uitgever:
 

Beste Fotograaf,

Naar aanleiding van de oproep op Facebook heb je gereageerd. Nederland Bruist geeft inmiddels in 25 regio`s maandelijks, glossy magazines uit. In deze magazines hebben we een rubriek Bruisende zaken. In deze rubriek wordt de ondernemer voorgesteld aan de lezer.

We zijn op zoek naar fotografen die naar deze ondernemers gaan en een aantal foto`s maakt van de ondernemer en zijn/haar bedrijf. De gemaakte foto`s worden eigendom van Nederland Bruist.
We zijn op zoek voor de regio: Nijmegen, Land van Cuijk, Oosterhout, Etten-Leur, Roosendaal, de Peel, Zutphen.

De gevolgen van de nieuwe wet Auteurscontractenrecht voor de beroepspraktijk

“Bent u fotograaf, journalist of artiest? Dan kunt u vanaf 1 juli 2015 een hogere vergoeding claimen als uw werk een onverwacht groot succes wordt. Dat is een van de veranderingen in het auteurscontractenrecht die de positie van makers moet versterken”, zo kopt de website van de Rijksoverheid. Dat klinkt veelbelovend, maar wat betekent het nu eigenlijk voor de praktijk?

De nieuwe wet Auteurscontractenrecht is per 1 juli 2015 in werking getreden.[1] Het doel van het Auteurscontractenrecht is het versterken van de contractuele positie van makers ten opzichte van exploitanten. De belangrijkste wijzigingen voor de praktijk zal ik hieronder bespreken.

Beperking panoramavrijheid door EU-parlement naar de prullenbak verwezen

(herziene versie 12 juli 2015)

Op 16 juni laatstleden heeft de Commissie JURI van het Europees Parlement laten weten dat het beginsel dat naar haar mening voorafgaande toestemming van de auteur van een werk bij publicatie is vereist, noodzakelijk blijft voor commercieel gebruik van zijn werken die zich in de openbare ruimte bevinden. Dit kan het geval zijn wanneer een auteur een foto- of filmopname maakt van een plein in een stad, waarop auteursrechtelijk beschermde werken te zien zijn en deze opname daaropvolgend wordt gepubliceerd.

Verzachtende uitzonderingen in wetgeving

In principe is er al geruime tijd in een aantal landen de wetgeving op dit punt aangepast. Zo is het in een aantal landen toegestaan stadsgezichten en landschappen te fotograferen, en te publiceren, vermits de auteursrechtelijk beschermde werken niet de hoofdvoorstelling vormen van de afbeelding. Zo kunnen prentbriefkaarten en nieuwsfoto's vrijelijk worden gepubliceerd. Voor gebruik van een foto met als hoofdvoorstelling een kunstwerk of gebouw is echter toestemming vereist van de maker. Een volstrekt legitieme zaak. Immers, indien commercieel gebruik wordt gemaakt van een werk in de openbare ruimte, want dat is waar het om gaat, heeft de maker een recht op vergoeding voor het gebruik. Voorbeeld: Manneken Pis in een reclame-uiting van Coca Cola is een dergelijk commercieel gebruik.

Dit is het geval in Engeland, Spanje, Portugal, Duitsland, Nederland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Oostenrijk en Kroatië. Enkele landen hebben echter dergelijke specifieke bepalingen (nog) niet in de wetgeving opgenomen, zoals Frankrijk en Italië.

Vakorganisaties willen rechtszaak aanspannen tegen De Persgroep

De vakorganisaties NVJ, DuPho en de FLA hebben gedreigd De Persgroep voor de rechter te dagen wanneer De Persgroep geen overleg wil voeren over haar nieuwe inkoopvoorwaarden voor freelancers. Tot dusver heeft De Persgroep geen enkele interesse de op 1 juni aangepaste voorwaarden te bespreken met deze organisaties die namens hun achterban overleg willen.

De organisaties schrijven in hun uitnodiging onder meer: ‘Het doel van dit overleg is de Algemene Voorwaarden zodanig te wijzigen dat voornoemde bezwaren (zoals overdracht van rechten en het verbod voor anderen te werken evenals de 'contractbreuk' om je door Pictoright te laten vertegenwoordigen, red) worden weggenomen. Deze uitnodiging ontvangt u tevens in het kader van artikel 6:240 Burgerlijk Wetboek dat ons als beroepsverenigingen de mogelijkheid biedt de Algemene Voorwaarden door de rechter te laten toetsten. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat het zover niet hoeft te komen en hoop ik dat wij elkaar op 2 juli treffen voor een constructief overleg.’

Wetsvoorstel Auteurscontractenwet aangenomen

Op 12 februari 2015 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel 33 308 – dat wij kennen als de Wet Auteurscontractenrecht – aangenomen. Het wetsvoorstel is nu in behandeling bij de Eerste Kamer en volgens de huidige planning treedt de wet dan per 1 januari 2016 in werking.

Het wetsvoorstel, dat niet in de laatste plaats voor fotografen van belang is, vloeit voort uit het voornemen van de Europese Unie en de lidstaten het Verdrag van Beijing, dat voorziet in de bescherming van auteurs, te ratificeren.

Auteursrecht, flexibel of vastgeroest?

Of het geldende auteursrecht nog beantwoordt aan de wensen vanuit de praktijk is een vraag die velen bezighoudt.

Al eerder verscheen een rapport van de hand van professoren Hugenholz (IViR) en Senftleben (VU) getiteld ‘Fair use in Europe. In search of flexibilities?’  waarin de flexibilisering van het auteursrecht in het licht van Europese wetgeving is onderzocht.