Viviane Sassen

Werelden ontdekken

De herontdekking van de wereld in het mooiste museum van Amsterdam; een boek over straatjongens; en de Sjtetl van Antwerpen.

Huis Marseille, de herontdekking van de wereld

De hoge deur zwaait joyeus open, alsof daarachter iemand op mijn binnenkomst wacht. Van de entree loop je ongemerkt het nieuwe gedeelte binnen van Huis Marseille: het pand ernaast is erbij getrokken. Prachtig gerestaureerde ruimten, zelfs als er niets in staat, niets te zien zou zijn, is Huis Marseille nu helemáál het mooiste museum van Amsterdam.

In de twee aan elkaar verbonden grachtenpanden is de grote openingstentoonstelling “De herontdekking van de wereld” te zien, fotografie van Nederlandse kunstenaars tussen de twintig en veertig, opgegroeid in een tijd waarin alles tot in de verste uithoeken van de wereld op alle momenten wordt vastgelegd, want iedereen maakt foto’s en filmpjes.

Fotografie langs de Amsterdamse grachten

Een langzame schemering daalt neer over de stad. De auto’s op de gracht hebben al hun te felle koplampen aan, maar ik fiets nog zonder licht. Het is nog láng geen avond, en als je langs de bomen omhoog kijkt zie je dat het niet eens echt donker is; ook de straatlantaarns branden nog niet. Met mijn kleine cameraatje kan ik zonder probleem en hinderlijke flits een foto maken.
Maar ik fiéts al door een foto, realiseer ik me, hier op de Amsterdamse Prinsengracht, die velen alleen van foto’s kennen. Of van een schilderij. Al die van elkaar verschillende grachtenhuizen, auto’s geparkeerd langs het water, de zachte bogen van een door lampjes verlichte brug. Aan de overkant is een heel stuk gracht leeg en kaal – alle bomen daar zijn verhuisd. Er wordt aan de kaden en het wegdek gewerkt, en als ik de grote graafmachine wegdenk, herken ik de gracht zoals je die op een zeventiende-eeuws schilderij ziet, een lege kade, geen hoge bomen of woonboten, en vooral: geen auto’s.

Dit jaar wordt er veel gevierd in Amsterdam: na tien jaar gaat het Rijksmuseum weer open, het Concertgebouw staat er al honderdvijfentwintig jaar, en vierhonderd jaar geleden werd met de bouw van de grachtengordel begonnen. En ik fiets fluitend langs die grachten, als ik kon fluiten tenminste. Meer dromend eigenlijk, half neuriënd slinger ik om auto’s en toeristen heen, en denk aan vroegere avondwandelingen met mijn grootvader die, stevig voortstappend, de handen op de rug, ons eindeloos verhalen vertelde over al die verschillende soorten gevels, en de geschiedenis van de grachtenhuizen.
Het mooie is dat er nu zo veel panden als museum zijn te bezoeken, en, nog mooier, dat er op de Keizersgracht op loopafstand van elkaar zelfs twee serieuze fotografie-musea in prachtige panden huizen. Soms geniet ik er meer van interieur en grachtentuin dan van het daar geëxposeerde, maar dat is een geheim.