Wim Broekman

Wim Broekman

Wim Broekman, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, is een gepassioneerd natuurfotograaf sinds zijn eerste IJsland reis in 1975. Hij was 25 jaar hoofdredacteur van het toonaangevende maandblad FOTO, een van de belangrijkste publicaties uit de Nederlandse fotogeschiedenis, en was de laatste 16 jaar hiervan tevens mede-eigenaar en uitgever. Hoewel zijn relatie met FOTO begin 2002 werd verbroken en het blad vier jaar later teloor ging, staat hij bij velen nog als zodanig bekend.

Wim Broekman initieerde ruim 50 fotografische werkreizen voor kleine groepen natuurfotografen naar reservaten wereldwijd. Van Spitsbergen, IJsland en Groenland tot de Falklands, South Georgia en Antarctica, en warmere bestemmingen daartussen, van de Galàpagos op zeeniveau tot de hoogten van de Himalaya en de Andes.

Hij is bestuurslid van het Natuur Fotografen Gilde en secretaris van de Nederlandse Amateur Fotografen Vereniging Amsterdam. Hij wordt vaak gevraagd voor lezingen, jureringen en fotobesprekingen, o.a. voor de Fotobond.

Wim Broekman brak zijn universitaire studie economie en rechten af, en ontwikkelde zich in de fotografische vormgeving tijdens een paar inspirerende Internationale Zomeracademies op een Grieks eiland, dankzij vier vooraanstaande Nederlandse fotodocenten (en te midden van tientallen schilders en andere beeldende kunstenaars). Na ook een intensief fototechnisch cursusjaar bij privaatdocent Lex Werkheim haalde hij het Staatsexamen Vakfotografie afgenomen door de Fotovakschool (1969). "Ik leg me toe op het oerlandschap dat geen mensenhand heeft aangeraakt en op wat daarin leeft en groeit. De natuur is een onuitputtelijke bron van energie en inspiratie, die met verve beschermd moet worden tegen het economisch gemotiveerde korte termijn denken. Daarin kan de fotografie een belangrijke bijdrage leveren en dat is maar één reden om meer (natuur)fotografen in staat te stellen bijzondere natuurgebieden te bezoeken."

Informatie fotoreizen: telefoon +31 (0)20-625 60 38, +31 (0)6-149 71 337, e-mail.

Pieter van Gaart

Beginjaren 1990 maakte ik al kennis met Pieter van Gaart, toen hij dubbele- en meervoudige opnamen maakte van stadsgezichten, uiteraard nog geheel analoog. Vijfentwintig jaar later doet hij dat even vanzelfsprekend digitaal, en die vooruitgang is hem een zegen. Zijn recente werk is dan ook sterker en gevarieerder geworden. Toen per 6x6 opname bijhouden wat waar stond, om de volgende beelden er precies naar wens overheen te laten vallen. En bij het vergroten minutenlang doordrukken en tegenhouden, een heel gedoe. Het ging moeizaam, met veel nadenken en plannen. Nu is met Photoshop elk beeld met elk ander beeld of detail daaruit te combineren. Hij neemt nu elk beeld afzonderlijk op, en gebruikt ook (gescande) oudere foto’s en dia’s. Per opname is elk beeld te optimaliseren voor het doel. De mogelijkheden zijn oneindig veel groter, het vooraf plannen is afgenomen, de nadruk ligt nu op het combineren van geschikt materiaal uit zijn hele oeuvre.

Persoonlijk wordt universeel

Wat bleef is zijn idee van ‘doubles’. Pieter speelt met clichébeelden van de stad, en gebruikt elementen als bekende gebouwen, gevels, bruggen en torens. Als een soort ‘anker’, zodat de kijker weet: Amsterdam, of een andere stad. Het gaat er feitelijk om, dat hij de drukte en chaos, of de “rust” benadrukt, spanning aanbrengt, en eerder een impressie geeft dan een net stadsbeeld. Dit doet hij met beelden uit zijn 35-jarige praktijk als fotograaf, tientallen oude foto’s zijn in deze samenstellingen verwerkt. Wij zien een jongeman (“dat is mijn zoon”), een mooie vrouw (“dat was een toenmalige vriendin”), of een groep (“dat zijn mijn beste vrienden”), in één beeld gevat als figuranten in de chaotische stad. Voor hemzelf emotionele elementen uit zijn persoonlijke leven, tot en met de wachtkamer van de oogarts in het OLVG. In zijn beelden krijgen al die elementen een universele betekenis.

Guus de Jong

Voor velen een plaag wanneer het over zijn intellectueel eigendom ging. Voor velen een fantastisch fotograaf. En voor velen een vriend. Een eigengereide doordouwer, anders kan ik het niet zeggen. En vooral een bijzonder mens. Zijn werk bestrijkt de gehele historie van het voetbal en de wielersport, bovendien was hij voor alles een allround fotojournalist die zijn mannetje wist te staan.

Mijn eerste contact met Guus gaat terug tot mei 2006, toen ik belde over foto's voor een interview van Wim Broekman met hem. Hij was toen al de 70 jaar gepasseerd, fotograaf in ruste, levend van hetgeen zijn pensioentje plus de opbrengst van zijn foto's opbrachten. Het groeide uit tot een vriendschap met wekelijkse en soms dagelijkse mails en telefoongesprekken, met spaarzame ontmoetingen.

Guus en ik vertelden elkaar veel, wij hadden het over fotografie, over onze vrienden, over het leven, zelfs over heel intieme dingen. Hij vroeg soms ook om raad en wanneer ik iets uit het fotografisch verleden wilde weten was Guus voor mij een onuitputtelijke vraagbaak. En hij gaf mij af en toe opbouwende kritiek.

Vorige week, ik had al ruim drie 'Guusloze weken' gehad, bereikte mij het bericht van zijn overlijden op zaterdag 24 januari, Guus werd 80 jaar. Het trof als een schok, hij had nog zo veel meer te vertellen. In dit stuk probeer ik vanuit een persoonlijke invalshoek een tip van de sluier op te lichten over het leven van Guus.

Machiel de Vos

“Vijfentwintig jaar actief geweest als freelance natuurfotograaf, naast mijn baan. Nooit een stockbureau nodig gehad, ik had altijd voldoende werk”, zegt Machiel de Vos met enige voldoening als ik vraag naar zijn eventuele betrokkenheid bij het teloorgaan van het eens grootste natuurstockbureau van ons land. Hij maakte ruim 60 reizen wereldwijd, vaak met zijn vrouw Klaske. Zijn foto’s en reisreportages kwamen in boeken, tijdschriften (o.a. Grasduinen) en kalenders. Langzamerhand doet hij het qua reizen wat rustiger aan, maar een nieuw boek is net uit.

Project

Kort na zijn pensionering zocht Machiel de Vos een nieuw doel als fotograaf. Hij was tot dan projectleider bij een landelijk werkend ingenieursbureau en zijn half april j.l. verschenen fotoboek ‘Havelterzand’ heeft hij ook als project aangepakt. Een flink project, omdat concept, fotografie, vormgeving en eindredactie van hem zijn, en hij het bovendien zelf heeft uitgegeven.
“Je moet er wat voor doen. Mijn projectervaring hielp bij het op de rit zetten van het boek, te beginnen met ‘in welk programma maak je het’? Toevallig ontmoette ik hier een lithograaf die ik nog uit mijn vorige woonplaats kende en hij gaf me een paar nuttige tips. De ontwikkeling van analoog naar digitaal heb ik binnen het Natuur Fotografen Gilde meegemaakt, waarvan ik tot een paar jaar geleden lid was. De overstap naar digitaal zette ik in 2007.

Patrick Hattori

Een oud klooster in het centrum van Mechelen is omgebouwd tot een hedendaagse woongemeenschap. De paters Karmelieten zijn er verdwenen, maar jonge gezinnen met kinderen brengen terug leven in het uitgestorven kloostercomplex. Het gemeenschappelijke woonerf wordt omzoomd door private tuintjes en terrassen. Bewoners genieten er buiten van hun avondmaal. Glazen wijn worden gevuld. Gemoedelijk gelach weerklinkt tegen de muur van de kapel. Hier heb ik een afspraak met journalistiek fotograaf Patrick Hattori. Samen met zijn dochter Echo haalt hij me op in het portaal aan de straat. Wanneer de inkomdeur achter me dicht slaat, krijg ik hetzelfde gevoel als wanneer ik vroeger een klooster betrad: ik treed binnen in een andere wereld.

Photon: 'Wie is Patrick Hattori?'

Patrick Hattori: 'Een witte raaf, iemand die zijn studies fotografie niet heeft afgemaakt.
Op mijn 26e heb ik voor de eerste keer een fotocamera vastgenomen om vrienden van mij te fotograferen die fervente base jumpers waren. Ze vroegen me om hen te fotograferen toen ze van de St.-Romboutstoren sprongen. Die beelden zijn meteen verkocht aan Het Laatste Nieuws. Dat is ook mijn allereerste publicatie geworden. Van daaruit is een liefde voor de fotografie gegroeid die heel snel naar journalistiek is gegaan. Dat is nu 14 jaar geleden. Ik ben 40 maar de meesten schatten me jonger.'

Studio Merkelbach

Aan het Amsterdamse Leidseplein staan de drie mooiste panden tegenover elkaar: Hotel Americain, de Stadsschouwburg en het Hirsch gebouw, bijgenaamd het ‘witte paleis’. Op de bovenverdieping van dat laatste huisde van 1913-1969 de luxe daglicht studio van Jacob Merkelbach.

Het zat in de familie. Jacob (1877-1942) begon in het familiebedrijf Merkelbach & Co aan de Nieuwendijk, onder de naam ‘Fransche Bazar’, die o.a. technisch speelgoed als toverlantaarns en stereokijkers verkocht. Winkels aan het Damrak en in de Kalverstraat volgden. Boven die aan de Nieuwendijk had Machiel Laddé, getrouwd met Jacobs oudere halfzuster, zijn fotostudio. Er zaten in die buurt veel meer portretfotografen en Laddé concurreerde op prijs.

Geertrui van Herwijnen

Hoe klein kan de wereld zijn, hoe werkt toeval? In het Amsterdamse fotografencafé, waar zo’n 80 vakgenoten en andere betrokkenen het feestje vieren van onze 150e bijeenkomst, beland ik toevallig op de enige vrije kruk. Naast een oude kennis, in druk gesprek met een mij onbekende vrouw. Blijken beiden uit het kunstenaarsdorp Bergen te komen, waar ook ik mijn jeugd heb doorgebracht, zij het een paar jaar eerder. Dáár hebben we elkaar nooit getroffen, het leeftijdverschil was net te groot en ik verliet het dorp op mijn 19e. Haar achternaam klonk direct bekend en maakte me duidelijk dat we op pakweg 200 meter van elkaar hadden gewoond, dat ik op school had gezeten met haar oudere zuster en ik herinnerde me haar ouders. En alle drie, zij het heel verschillend, waren we in de fotografie verzeild geraakt.

Geertrui van Herwijnen groeide op in een grote kunstenaarsfamilie. Vader Jan van Herwijnen (1889-1965) was een markante schilder en tekenaar (stillevens, bloemstukken, houtskool tekeningen van krankzinnigen bijvoorbeeld), die aanleunde tegen de ‘Bergense School’. Als kind op de basisschool bekeek ze al kunstboeken met haar vader, en bedacht ze dat ze ‘iets met fotografie’ wilde, maar het kwam er niet van. Eenmaal volwassen ging ze andere creatieve richtingen uit.

Kamchatka

Waar ligt Kamchatka eigenlijk? Rusland dus, een groot schiereiland in noordoost Siberië, buiten de hoofdstad Petropavlovsk vrijwel onbewoond. Pure wildernis, ca. 1200 x 360 km op zijn breedst, slechts één weg. Het ‘waarom dáárheen?’ is mij helder: thuisland voor zo’n 17.000 bruine beren, ‘s werelds grootste. Bovendien ca. 125 vulkanen, onderdeel van de ring of fire rond de Stille Oceaan, waarvan 29 actief. Beren en vulkanen staan al jaren op mijn verlanglijstje.

Vliegen via Moskou over ‘eindeloos leeg’ Siberië naar Petropavlovsk, tien tijdzones in een nieuwe Airbus, geen overjarige Tupolev. Aeroflot verzorgt ons goed, zij het zonder alcohol. Mijn probleem: de bagage, toevallig nogal veel, maar meer volume dan gewicht. Schiphol is streng: voor twéé reistassen + fotorugzak dik bijbetalen, terug lossen we dat creatiever op.

Wil Meinderts

Sinds juli dit jaar woont Wil Meinderts op zo’n tweehonderd meter van de Waaldijk, waar hij eerst noordelijker in een Linge-dorpje woonde. Nu zeg maar tegen de rand van het fruitbomengebied aan de overkant, in een buitenwijk van Zaltbommel. ‘Buiten’ zoals je van een buitenfotograaf verwacht.

Jan Vermeer

Steeds vaker kom je Jan Vermeer tegen. Genoemd als “National Geographic fotograaf”, boegbeeld voor fotoreizen, workshop begeleider, redacteur van een natuurfotoglossy en als maker van fotoboeken. Hij is een van de zeer weinigen die van natuurfotografie kunnen leven. Daarom was hij ook niet bereid om voor een brancheonderzoek al zijn geheimen prijs te geven.

Zeven jaar geleden interviewde ik hem als een vakfotograaf met een passie voor natuur, die begon door te breken. Nu is hij uitgegroeid tot de nummer één in zijn specialisme in onze streken. Het is eigenlijk snel gegaan, maar niet zonder hobbels. Jan Vermeer geldt terecht als pool-specialist, na vele reizen naar de Noord- en Zuidpool streken, waarover hij twee monumentale boeken uitgaf en twee in wat bescheidener uitvoering. Ondanks de succesvolle verkoop ervan, werd de uitgeverij echter meegesleept in het faillissement van het moederbedrijf.