Beginjaren 1990 maakte ik al kennis met Pieter van Gaart, toen hij dubbele- en meervoudige opnamen maakte van stadsgezichten, uiteraard nog geheel analoog. Vijfentwintig jaar later doet hij dat even vanzelfsprekend digitaal, en die vooruitgang is hem een zegen. Zijn recente werk is dan ook sterker en gevarieerder geworden. Toen per 6x6 opname bijhouden wat waar stond, om de volgende beelden er precies naar wens overheen te laten vallen. En bij het vergroten minutenlang doordrukken en tegenhouden, een heel gedoe. Het ging moeizaam, met veel nadenken en plannen. Nu is met Photoshop elk beeld met elk ander beeld of detail daaruit te combineren. Hij neemt nu elk beeld afzonderlijk op, en gebruikt ook (gescande) oudere foto’s en dia’s. Per opname is elk beeld te optimaliseren voor het doel. De mogelijkheden zijn oneindig veel groter, het vooraf plannen is afgenomen, de nadruk ligt nu op het combineren van geschikt materiaal uit zijn hele oeuvre.
Persoonlijk wordt universeel •
Wat bleef is zijn idee van ‘doubles’. Pieter speelt met clichébeelden van de stad, en gebruikt elementen als bekende gebouwen, gevels, bruggen en torens. Als een soort ‘anker’, zodat de kijker weet: Amsterdam, of een andere stad. Het gaat er feitelijk om, dat hij de drukte en chaos, of de “rust” benadrukt, spanning aanbrengt, en eerder een impressie geeft dan een net stadsbeeld. Dit doet hij met beelden uit zijn 35-jarige praktijk als fotograaf, tientallen oude foto’s zijn in deze samenstellingen verwerkt. Wij zien een jongeman (“dat is mijn zoon”), een mooie vrouw (“dat was een toenmalige vriendin”), of een groep (“dat zijn mijn beste vrienden”), in één beeld gevat als figuranten in de chaotische stad. Voor hemzelf emotionele elementen uit zijn persoonlijke leven, tot en met de wachtkamer van de oogarts in het OLVG. In zijn beelden krijgen al die elementen een universele betekenis.