Martin Stevens:
Ga mee naar buiten,
de Plaatsengids
en veel fotografie en tekst

Machu Picchu<br />
foto: © Martin Stevens<br />
augustus 2012
view counter

Martin StevensDe wolverlei is een plant met geneeskrachtige eigenschappen. Deze wordt ook wel arnica genoemd, of valkruid, vanwege de genezende werking bij spierletsel en kneuzingen, bloeduitstortingen en stootwonden. Dit veelzijdige plantje komt voor in de Alpen en mondjesmaat in Nederland. Het is een beschermde plantensoort. Verguisd door de Stichting Scepsis, op handen gedragen door verstandige artsen, homeopaten en natuurartsen.

Gezamenlijk verleden

Op een mooie dag reis ik af naar Kortenhoef. Een hoekhuis dat onherkenbaar is als rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk. Met een wilde tuin die zich om het huis slingert met een onregelmatige maar fraai aangelegde klinkerbestrating, een klein stukje natuur. Even later wordt er opengedaan, tijdens het koffiezetten is er een kleine rondleiding en dan zit ik samen met Martin Stevens, die ik ken uit twee van de Linkedin-groepen waarin hij actief is als groepseigenaar, in de ruime woonkamer en ontdekken een stuk gezamenlijk verleden. Wij blijken beide lid te zijn geweest van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN), in dezelfde tijd maar bij twee aangrenzende afdelingen. En zo zitten wij al heel gauw in een stevig gesprek over ecologie.

Arequipa<br />
foto: © Martin Stevens<br />
juli 2012

Hoe het verder ging in een notedop

“Ik dateer uit 1951 en zag het licht in Hilversum. Later volgde ik de MTS elektro, en daarna de Nederlandse Fotovakschool. Belangstelling voor de natuur heeft er altijd in gezeten. Dat zie je ook aan onze tuin. Zo kwam ik bij de NJN. Ik had een herbarium, verzamelde planten, en zette mijn eerste schreden op het pad van de natuurfotografie. Het was weinig verdienen, ik had dus allerlei elektro-bijbaantjes en verzeilde uiteindelijk bij Foto de Groot, een begrip in Hilversum. Ooit met drie zaken, een fotostudio en een eigen ontwikkellab. Daarna kwam de overstap naar een echte dorpswinkel in Leusden, waar ik Nikons verkocht en zélfs een Hasselblad. Het laatste was vrij uitzonderlijk voor zo’n winkel. En ik verkocht er veel dokaspullen, ik was ook een verwoed zwart-wit drukker en experimenteerder, ik heb zelfs mijn  eigen chemicaliën samengesteld uit de grondstoffen.”

Nevenactiviteiten

“In de NJN tijd deed ik natuurlijk veel contacten op. Omdat ik met Marlies trouwde kwamen wij in Nederhorst den Berg te wonen. Zij gaf daar gaf daar full time les aan een basisschool, vandaar. Ik ging dus op en neer naar Hilversum en later naar Leusden. Hoewel wij elkaar via de NJN leerden kennen was zij een KJN lid, dus van ‘de concurrentie’.

Ik maakte buiten mijn werk ook nog parttime reportages, fotografeerde huizen voor makelaars, zo leerde ik ook nog steeds van alles wat. In die tijd werd ik ook lid van de kerngroep van Milieudefensie in Nederhorst den Berg omdat Marlies daar ook lid van was.”

Natuurmonumenten

Ik stapte in 1980 over naar Natuurmonumenten en werkte als beheerder van het bezoekerscentrum Corversbos in ’s Graveland. Met de fotografie in opdracht werd het toen heel veel minder. Wel gaf ik lezingen met mijn dia’s. Ik denk dat ik in de tijd daar zo’n 10.000 mensen heb rondgeleid en ook begeleid met educatieve programma’s. En er kwamen kinderen, het werden er uiteindelijk drie. Dus Marlies ging part time werken.”

Op een bepaald moment had ik het wel gezien met het bezoekerscentrum en werd gevraagd om het beeldarchief te digitaliseren. Uit die opdracht kwam het natuurfotostockburo Kina (Kippa Natuur) voort, dit is nog steeds een gerenommeerd bureau. De baan hield veel in, ik werkte als drukwerkbegeleider, deed kleurbeoordelingen, dit allemaal met collega’s. Al heel snel kreeg ik een trafficmanager boven mij en collega’s namen de drukwerk- en projectbegeleiding over. Hierdoor kon ik mij steeds meer concentreren op beeldresearch, beeldredactie en op het aansturen van de opdrachtfotografie. Hier heb ik nog eens vijftien jaar gewerkt.”

Fort bij Spijkerboor<br />
foto: © Martin Stevens<br />
mei 2013

Wolverlei

“In 1998 hebben Marlies en ik Wolverlei Tekst en Beeld opgericht. Ik deed dit naast het werk voor Natuurmonumenten. Marlies bracht daar haar activiteiten onder en ik mijn archief. Marlies schreef  naast haar part time onderwijsbaan onderwijsmethodes voor het basisonderwijs, zij deed ook veel redactiewerk hier voor.”

Ik vraag “Hoe kom je zo op die naam, het is natuurlijk wel een bijzonder plantje.” Martin schudt zijn hoofd en zegt: “Die naam is vanuit iets heel anders ontstaan. Vanuit de folkband Wolverlei die bekend werd om de ingetogen uitwerking van Nederlandse volksmuziek. De band werd opgericht in 1977, toen maakten ze hun eerste plaat.  Nadat ze hun tweede plaat hadden gemaakt in 1981 zijn ze weer gestopt. Maar vanwege de muziek en de mooie naam ben ik op het idee gekomen om deze naam ook voor ons bedrijf te gaan gebruiken, en inderdaad, het is een bijzondere plant dus dat past wel bij elkaar… Marlies fotografeert ook, en treed ook op als raadgever bij het maken van fotografische onderwerpen, vooral voor haar eigen producties. Wolverlei is dus een bedrijf waar je voor van alles terecht kunt. In de eerste plaats voor het fotoarchief, dat ik bij Photoshelter heb ondergebracht, wij hebben daar onze eigen site. Photoshelter biedt veel goede opties voor een stockfotograaf, het beheer is eenvoudig en de bestellingen kunnen goed worden uitgevoerd. Men kan bij ons terecht via www.wolverlei.com.”

Plaatsengids

“Frank van den Hoven was bezig met een project, de Plaatsengids. Hiervoor zocht hij fotografen en ik kwam al vrij snel in beeld. De bedoeling is om Plaatsengids.nl uit te laten groeien tot een online encyclopedie met informatie over alle plaatsen in ons land. Dat zijn er zo’n beetje zesduizend. Iedere plaats krijgt zijn eigen afdeling, met informatie over cultuurhistorie, ruimtelijke ordening, maatschappelijke ontwikkelingen, toerisme en recreatie, landschap en natuur en milieu. De bedoeling is om behalve alle gegevens ook van iedere plaats een aantal foto’s te hebben met de GPS coördinaten. Frank is nogal exact, dat botste in het begin even. Ik kwam dan terug uit een plaats met een paar buurtschappen eromheen. Dan wilde Frank dat ik exact de buurtschappen aangaf en ook de buitengebieden wanneer er bij voorbeeld een boerderij was gefotografeerd. Ja, en bedenk maar eens waar dat nu precies was. Dus tegenwoordig fotografeer ik met de GPS er bij. Marlies staat ook opgenomen bij de lijst van het redactieteam. Ze heeft alleen veel werk met haar andere publicaties, zodat haar inbreng vooralsnog erg bescheiden is. In feite nemen wij nu deel in de Plaatsengids. Iedere deelnemende fotograaf heeft op de eigen site een afdeling  Plaatsengids waar de foto’s uit de gids kunnen worden aangekocht. Het vereist een behoorlijke investering in tijd en moeite, maar op den duur is het de bedoeling dat het uitgroeit tot iets waar je een boterham uit kunt halen. Maar dat is met veel dingen zo.”

boek 'ga mee naar buiten'

Ga mee naar buiten!

“Wij maken ook eigen producties binnen Wolverlei. Wij wilden eigenlijk ook boeken gaan uitgeven met printing on demand omdat drukken in oplage een investering vereist en je een behoorlijk risico loopt, ook uitgeven is een vak. Bovendien, hoe breng je het aan de man. Blurb leek een aardig concept, maar uiteindelijk werden de kosten te hoog. Wij vonden uiteindelijk in Fontaine Uitgevers een hele goede partner voor het uitgeeftraject, wij hebben er dan ook een goed contact mee.” Martin grabbelt even in het rond en legt een fris uitziend boekje op tafel. ‘Ga mee naar buiten!’ staat er op de hardcover. "Dit is onze laatste productie, een boek voor kinderen, naar kinderen toe geschreven, maar ook voor ouderen. Er staan ook zeldzame planten in, maar niet te veel. Kinderen moeten ook de planten kunnen vinden, dan is een paardebloem uiterst geschikt. Verder staan er ook foto’s in over vogels en insecten. ”

Ik sla het open, het begint zo: ‘Eigenlijk zouden wij met je mee willen gaan naar buiten. Net zoals we vroeger met onze kinderen deden en nu  met onze kleinkinderen. Maar je hebt vast een eigen vader, moeder, opa of  oma die heel graag met je op ontdekkingstocht gaat.’  Het voelt voor mij meteen ‘warm’ aan. Martin: “Het is een plaatjesboek, de bedoeling is behalve de kennismaking met de natuur en prettig te kijken, tips te geven om je eigen fotoboek te maken.”

Het is een boek waar een kind (en ook wellicht de ouders) zich in kunnen verliezen en inspiratie opdoen om naar buiten te gaan, al dan niet met fototoestel. Een spontaan boek zonder verdere pretenties. Een boek dat je aan kinderen geeft, een rustpunt tussen de spelcomputers,  een boek waar kinderen wél bij weg kunnen dromen. Het is uitgegeven bij Fontaine Uitgevers, ISBN 978-90-5956-478-7. www.fontaineuitgevers.nl/.

Oude tijden worden nieuw

“De tijd dat je bij Getty € 1000 per publicatie kreeg is nog niet eens erg lang geleden. Nu schijnt dit ineens anders te zijn. Smoezen zijn de crisis, of 'een ander is goedkoper'. Je moet niet leveren voor € 15, dan beduvel je jezelf. Ik vind € 50 ook al een uiterst minimum, dat kun je misschien doen wanneer er meerdere foto’s worden geleverd.  Maar bij de stockbureaus gaat overal een flinke commissie af, vaak tot 70% toe. En wanneer het geleverd wordt door een buitenlandse partner van het stockbureau wil deze ook een commissie.  En het lijkt misschien wel wat wanneer er een honderd beelden in  bulk worden verkocht voor € 15 per stuk, maar in feite is het bij stapelverkoop via een stockbureau zo dat iedereen, na aftrek van alle commissies, er goed aan verdient behalve jij.”

“Bij de tijdschriften is men ook de weg kwijt. Je moet het als vakman met een goed product en alle bijbehorende kosten opnemen tegen de amateur die nauwelijks investeringen heeft.  Je komt al helemaal in een slechte positie omdat er geen kwaliteitseisen meer worden gesteld.”

Ik stel dat de meeste titels hun langste tijd gewoon hebben gehad en verwijs naar het door mij vaak aangehaalde  mediarapport van Pricewaterhouse Coopers, dat eind vorig jaar verscheen. Met als prognose dat  binnen twee jaar de helft van alle titels verdwenen zal zijn. Martin: “Ik denk wel dat er  een markt voor gedrukte media blijft. Het aantal fototijdschriften is groter dan het ooit is geweest. Of ze  allemaal ook iets verdienen is echter een andere vraag. Wel is iedereen dingen aan het verzinnen om het allemaal maar in stand te houden.”

Martin gaat verder. “De ontwikkelingen gaan zo ontzettend snel. Een probleem met deze tijd is dat je niet alleen fotograaf bent, maar ook beeldbewerker. Iets dat vroeger duidelijk een ander vak was. Ik moet netwerken en lobbyen om bij en er bij te blijven, je moet gewoon heel veel netwerken en lobbyen om aan werk te komen of beeld te verkopen.”

Veenhuizen<br />
foto: © Martin Stevens<br />
maart 2011

Verdienmodel

In feite hebben Marlies en Martin op deze manier een ander verdienmodel  neergelegd dan dat waarvan de traditionele (stock)fotografen zich bedienen en waarvan de dagen geteld lijken. "Ik heb ook voor ‘ANWB Buitenleven’ gewerkt. Echt vet betaalde het niet, je moest je geld uit de hoeveelheid halen, ik kreeg € 100 per beeld. In het tweede jaar dat ik voor hen werkte waren er collega’s die het voor € 50 per 6x7 dia deden. Moest ik daar nu in meegaan? Nee dus. Je zou zoiets hooguit als laatste redmiddel kunnen zien. Om in, laten wij zeggen, twee dagen fotograferen toch aan je gewone prijs te komen.” Ik knik en bedenk mij tegelijkertijd dat een laatste redmiddel eigenlijk de boodschapper van het einde is…

"De Plaatsengids vereist veel investering in tijd waar je in principe niet direct iets van terug ziet. Maar uiteindelijk kan dit wel middels spin-offs. Je kunt behalve het leveren van de beelden voor publicaties in druk of op het web ook nog denken aan banners, kalenders, toeristische publicaties en andere gidsen zoals gemeentegidsen.”

"Hoewel, in gemeentelijke contreien heeft iedereen zijn mond vol over het instandhouden van werkgelegenheid en de (lokale) economie, aan de andere kant worden amateurs ‘ingehuurd’ om als vrijwilliger of  tegen een ‘kostenvergoeding’ foto’s af te leveren die het woord beeld amper benaderen."

Conclusie

De toekomst lijkt te liggen in veranderende verdienmodellen waarbij het merendeel van de fotografen, of zich fotograaf noemenden die iets met hun ‘passie’ willen verdienen,  uit de boot gaat vallen. Simpelweg omdat er niets meer te verdienen valt via het reguliere model. Wanneer ik afscheid neem zijn wij al weer een paar uur opgeschoten. Ik word naar buiten geleid, via de wilde tuin. Natuur is eigenlijk zo simpel en oogt zo rustgevend in je directe omgeving. Het is onbegrijpelijk dat mensen kiezen voor een betongazon. Aan foto’s van een tuin kun je nog wat verdienen. Maar wie zit er nu te wachten op saai-leigrijze betontegels aan de wand?

Ik zwaai nog een keer, ik denk dat Martin en ik elkaar nog wel een paar keer gaan tegenkomen.

advertentie

Dagcursus colormanagement

volgens ISO 12646:2008 en ISO 3664:2009

In Europa wordt het meer en meer noodzakelijk voor fotografen volgens de recente normen te werken, zowel voor de toelevering aan de grafische industrie als ook aan digitale (multi)media.

In de cursus worden ook andere aspecten behandeld die van invloed zijn op het communicatieve beeld: De menselijke perceptie en de kleurbeleving, hoe de zintuigen op her verkeerde been kunnen worden gezet, de interactie tussen kleur en menselijk gedrag.

ImageLink

Datacommunicatie & Uitgeefprojekten

Telefoon: +31 24 397 08 11
imagelink.photonmagazine.eu/dagcursus-colormanagement

view counter