In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op Duizend ogen van oorlogsfotografe Marielle van Uitert.
Terwijl op een houten tafel mijn been wordt verbonden door een paar studenten, maak ik op mijn rug een paar foto's van de kliniek. Ik ben in shock en kan deze werkelijkheid alleen nog door een lens benaderen, zo lijkt het.
Dit schrijft Marielle van Uitert (Kerkdriel, 1973) in haar nieuwe fotoboek Duizend ogen over een ingrijpende gebeurtenis die haar overkwam in Syrië, november 2012. De in Vught woonachtige oorlogsfotografe werd toen niet alleen kort ontvoerd, samen met haar schrijvende collega Irene de Zwaan, maar raakte drie dagen later gewond bij een mortieraanval tijdens een anti-Assad demonstratie. Kort erna lukte het beide journalistes de Syrische hel te ontvluchten via Turkije en veilig huiswaarts te keren.
'Vijf dagen in de krochten van Aleppo' heet het desbetreffende hoofdstuk. Alleen al die ene foto van een met bloed besmeurde vloer (van een bloemenwinkel?) spreekt boekdelen. Het is trouwens een van de betrekkelijk weinige beelden waarop géén menselijk gezicht voorkomt. Want Van Uitert is een uitgesproken fotograaf van mensen, van gewone mensen die het slachtoffer zijn geworden van oorlogs- en ander geweld, niet op de laatste plaats kinderen en vrouwen.
Vietnam •
Duizend ogen is haar derde boek of – zou je ook kunnen zeggen – haar eerste overzichtswerk. Een flink deel ervan was al te zien in 2013 toen zij een mooie expositie had in Nationaal Monument Kamp Vught. Bij die gelegenheid interviewde ik haar voor het blad Brabant Cultureel en vertelde ze ondermeer hoe ze in de oorlogsfotografie terecht was gekomen. Ze had al heel wat van de wereld gezien toen ze – nota bene in Vietnam zelf – oog in oog kwam te staan met de iconische foto die Nick Ut maakte van het meisje Kim Phuc, slachtoffer van een napalmaanval tijdens de Vietnamoorlog. Van Uitert: 'Toen dacht ik: dit is het, dit wil ik. Met één beeld was duidelijk hoe smerig oorlog is.’
Terug uit Vietnam begon ze in 2005 aan de Fotovakschool, aanvankelijk in Amsterdam, later in Boxtel. Amper afgestudeerd gooide ze zich zelf als het ware in het diepe en ging in de zomer van 2008 'embedded' aan het werk bij de Nederlandse ISAF-troepen in de Afghaanse provincie Uruzgan. 'Ik ben vastbesloten het geweld een gezicht te geven voor hen die het nooit met eigen ogen zagen', schrijft ze in Duizend ogen. 'Ik wil ook recht doen aan de duizenden ogen die het wel zagen en het niet terug kunnen navertellen. Een diep gevoel voor rechtvaardigheid drijft me. (…) Daarom wil ik gewapend met mijn camera snel op pad'.
Bye Bye Bullshit •
Duizend ogen begint met haar meest recente werk, afgelopen zomer geschoten tijdens een verblijf bij de FARC in Colombia. Het zijn misschien wel de vredigste foto's uit het hele boek – ze doen soms zelfs aan het motto 'Make Love No War' uit de jaren zestig denken. Maar daarna neemt Van Uitert ons mee naar Afghanistan in 2008 en maken we vervolgens een chronologische reis van het ene conflictgebied naar het andere.
Zo passeren de revue het Palestijns-Israëlisch conflict en de problematische situatie in Bagdad (2009), de laatste dagen van de Nederlandse missie in Uruzgan (2010) – onderwerp van Van Uiterts eerste boek Bye Bye Bullshit- de Afghaanse provincie Paktika en Tsjetsjeense vluchtelingen in Moskou (2011), Syrische vluchtelingen in Turkije en Libanon en de hel van Aleppo (2012), het lijden en strijden van PKK-moeders in Koerdistan en Syrische vluchtelingen in Noord-Irak (2013).
Kindbruiden •
2014 wordt een hectisch jaar. Het begint al met de Oekraïense Revolutie – 'Gewapend met een ouderwetse brommerhelm betreed ik in februari 2014 Maidan Square' - gaat verder met vrouwen in Bangladesh die slachtoffer zijn geworden van zoutzuuraanvallen en eindigt met oorlog tussen Israël en Gaza en vluchtelingen op Sicilië. Dat laatste onderwerp fotografeerde Van Uitert in zwart-wit in plaats van (zoals meestal) in kleur. In februari 2015 is ze weer in Afghanistan, ditmaal voor het onderwerp 'kindbruiden van Kaboel'. En in de daarop volgende zomer bezoekt ze El Salvador, 'een land waar elk uur iemand wordt vermoord'. In woord en beeld vertelt ze het trieste verhaal van de 21-jarige Tatiana Rivera, één van de talloze dodelijke slachtoffers van de bendeoorlogen die het land al jarenlang teisteren. De meeste foto's bij dit hoofdstuk zijn wederom zwart-wit. En zwart-wit overheerst ook in de resterende hoofdstukken over vluchtelingen in Servië en Griekenland (2015) en 'Nigerbat op vredesmissie in Mali' (2016). Toch een opmerkelijke keuze.
In het harnas •
Duizend ogen verscheen begin november, kort na het dramatische levenseinde van de oorspronkelijk uit Vught afkomstige oorlogsfotograaf Jeroen Oerlemans die in het Libische Sirte doodgeschoten werd. Van Uitert had wel eens een perscontainer met hem gedeeld in Uruzgan, zo vertelde ze in een interview met Frits Baarda in Villamedia. 'Hij was een goede journalist en vader van drie kinderen. En toch, het is een cliché: hij is in het harnas gestorven. Zijn werk maakte hem gelukkig, hij kon niet anders’.
Hetzelfde gevoel krijg ik als ik haar eigen foto's zie en – vooral – haar verhalen lees. Iemand die zelfs gewond geraakt bij een mortieraanval blijft doorgaan met fotograferen, kan niet anders.