Paul Croes
Dierenfotografie

foto: © Paul Croes

advertentie

Dagcursus colormanagement

volgens ISO 12646:2008 en ISO 3664:2009

In Europa wordt het meer en meer noodzakelijk voor fotografen volgens de recente normen te werken, zowel voor de toelevering aan de grafische industrie als ook aan digitale (multi)media.

In de cursus worden ook andere aspecten behandeld die van invloed zijn op het communicatieve beeld: De menselijke perceptie en de kleurbeleving, hoe de zintuigen op her verkeerde been kunnen worden gezet, de interactie tussen kleur en menselijk gedrag.

ImageLink

Datacommunicatie & Uitgeefprojekten

Telefoon: +31 24 397 08 11
imagelink.photonmagazine.eu/dagcursus-colormanagement

view counter

Paul Croes“Ik ben 47 jaar moeten worden om te beseffen dat ik meer kunstenaar ben dan commercieel fotograaf,“ zegt Paul Croes. We treffen mekaar op een zomers terras in Kortessem. Heel zonnig is de zomer dit jaar niet, maar de plek zit afgeladen vol. Mensen genieten van elk regenvrij moment om buiten te komen. Een glaasje wijn brengt de zon op tafel. Vrijuit vertelt Paul over het bochtige parcours dat hij tot nu toe gereden heeft, en vooral over de grote liefde die hij op dat pad recent gevonden heeft: dierenfotografie.

Kloostersfeer

Paul Croes: “Vijfentwintig jaar geleden ben ik begonnen in het centrum van Hasselt met modefotografie en modellenfotografie, wat meestal wilde zeggen: jonge meisjes die graag model wilden worden. Ik maakte veel foto’s voor platenhoezen en deed verder echt van alles en nog wat: reportages, algemene dingen, noem maar op. Gaandeweg ben ik samen met een compagnon geëvolueerd naar een bvba. We werkten voor wel twintig reclamebureaus en vijf lifestyle magazines. We maakten modefotografie op Vlaams subtop-niveau; aan de lopende band allerhande reclameblaadjes voor kleding- en schoenenketens. We hadden ons eigen kleurlabo voor dia-ontwikkeling. Snel groeiden we uit tot een service-studio: de klant vroeg en wij draaiden. Op een bepaald ogenblik hadden we vier mensen in dienst, plus een aantal free-lancers die regelmatig voor ons insprongen. We verhuisden van een studio van 150m2 in Hasselt naar één van 800m2 in Zonhoven. Ik kocht een historisch pand in Hasselt; een jeneverstokerij met een herenhuis erbij van 500m2 bewoonbare oppervlakte... daar ben ik mezelf tegengekomen. Ik verloor de controle. De wereld van het snelle, het flashy bezorgde me een complete burn out. Bovendien kon ik de overgang van analoog naar digitaal heel moeilijk verteren. Op analoog vlak werkte ik met Sinar. Ik zocht altijd naar de optimale belichting en scherpte. Al mijn foto’s konden zonder probleem gebruikt worden voor wel zes baanaffiches. Te ver doorgedreven perfectionisme leidt echter af van de creativiteit én van de productiviteit. Ik merkte te laat dat we in een veranderende wereld zaten. Daarenboven kamp ik met een aangeboren gehoorprobleem. Dit veroorzaakte een sociaal probleem. Soms kwamen hier popgroepen over de vloer voor het maken van een platenhoes. Die gasten waren al een jaar bezig met de voorbereiding van die plaat. Het maken van de foto was zowat het hoogtepunt waarnaar ze al lang uitkeken. Zij brachten een hele entourage mee van vrouwen en vrienden.  Die drukte, daar kon ik niet meer tegen. Op en bepaald moment las ik over Irving Penn dat hij een kloostersfeer creëert in zijn studio. Plots herkende ik me daarin. Ik voelde een verbondenheid. Dat was wat ik ook wou: stilte, zwijgzaamheid, rust. “

foto: © Paul Croes

Herbronning

“Drie jaar geleden kon ik  les gaan geven aan het Syntra in Hasselt. Dat betekende een herbronning. Ik vond er mijn oude liefde terug: de opnamestudio. Ik kocht nieuw materiaal; ’t is te zeggen: niet echt nieuw, maar meestal tweedehands en – noem het maar zo - vintage materiaal. Eerder toevallig fotografeerde ik een Russische windhond. Deze nam eigenaardige, zelfs elegante poses aan. Ik vond een absolute integriteit in dit werk. Ik kan niet meer iets doen omwille van uitdrukkelijk commerciële bedoelingen. Ik wil ergens het verschil maken, uitzonderlijk zijn. Wanneer ik het gevoel heb dat iedereen dezelfde foto zou kunnen maken, dan is het interessante er voor mij af.”

Facebook

“Vorig jaar heb ik terug een studio gehuurd in Diepenbeek. Alles is ontzettend low profile. Er is nergens een naambord te bespeuren. Het is een tijdelijke huur en ik doe er geen overbodige investeringen. Dat heeft ook met de veiligheid te maken. De studio ligt aan een heel drukke baan. Iemand zou al snel in de verleiding kunnen komen om op een onbewaakt moment... Straks kunnen we eens langsgaan bij het pand dat ik net gekocht heb in Lauw, een piepkleine deelgemeente van Tongeren. Is het een nadeel dat ik zo “weggestoken” zit? Al mijn publiciteit gebeurt via Facebook. Niets anders. Het is een ontzettend krachtig maar vluchtig medium! Afhankelijk van het moment dat ik de foto’s erop plaats, krijg ik meteen tussen de 100 en de 200 ‘I Likes’. Het is altijd helemaal up to date. De laatste opnames staan er meteen op. Ik heb 3000 abonnees over de hele wereld die alles volgen wat ik doe. Wat dat betreft heb ik dus geen etalage of een commerciële ligging nodig. Ideaal is om foto’s op zaterdagavond op Facebook te plaatsen. Dan maak je de grootste impact. Zo komt het dat mijn cliënteel niet alleen uit Limburg, maar werkelijk uit heel Vlaanderen komt, plus uit een deel van Nederland en Duitsland. Bovendien heb ik aanvragen om sessies te houden in Milaan en Barcelona. Dat moet ik nog helemaal organiseren, maar daar zal ik eens aan beginnen wanneer mijn studio in Lauw klaar is.” (lacht)

foto: © Paul Croes

Hond met een menselijke blik

“Ik werk aan een uitzonderlijk archief. De klant en zijn huisdieren leveren me modellen van allerhande pluimage. Telkens probeer ik er iets van te maken dat op zichzelf staat. Ook los van de baasjes moeten die foto’s mensen kunnen bekoren. Op die manier komen de postkaarten, illustraties, posters, boeken, kalenders en wat weet ik al eraan. Behalve voor paarden ga ik nooit naar de klanten toe. Iedereen komt op mijn territorium. Daar ben ik de absolute baas. Ik probeer er een serene sfeer van rust te creëren. De sessies duren over het algemeen heel lang. Wanneer een klant komt met een roedel van acht geadopteerde grey hounds, dan moet je die honden alle tijd geven om te wennen. Het kan een prachtige sessie opleveren, maar het eerste uur kan je er niks mee aanvangen. NIETS! Dan moeten die beesten met hun getroebleerd verleden zich volledig kunnen acclimatiseren. Na x-aantal uren slaat de vermoeidheid bij de honden toe. Ook dat moment moet ik hebben. Dan zijn ze rustig en liggen met hun kop op hun poten te kijken. Dan krijgen ze een “menselijke” blik, wat zo vertedert.  Per sessie lukt het me om een tien tot vijftien bijzondere beelden te maken. Per week doe ik gemiddeld drie sessies. Op jaarbasis bouw ik zo een flink document op. Ik word nu al aangeschreven door bedrijven die mijn foto’s commercieel willen gebruiken, bijvoorbeeld als publiciteit voor hondenvoer. Momenteel fotografeer ik vooral honden, maar ook katten, kleinere huisdieren en roofvogels komen voor mijn lens. Ik ben hier nu nog maar één jaar mee bezig. Als ik een jaar verder ben, ga ik de eerste contacten met uitgeverijen leggen.”

Victoriaanse portretstudio

“Elke stad, elk land heeft zijn eigen cultuur qua huisdieren. De huid, de structuur, zelfs de anatomie van een grey hound bijvoorbeeld, zijn te vergelijken met een naaktmodel. Die lenen zich erg goed tot toevoegingen: “add ons” zoals hoeden, symbolen, sjaals, doeken, enzovoort. Ik doe geen juweeltjes of tierlantijntjes zoals in bepaalde chihuahua-studio’s. Ik vergelijk het meer met de Victoriaanse portretstudio’s. Ook de oude, oorspronkelijke Walt Disneyfilms zijn voor mij een bron van inspiratie: de dramatiek, het tragische, het aandoenlijke. De sfeer van The Lord of the Rings.... Eigenlijk gaat het om de vermenselijking van het dier, maar niet op een kitscherige manier. Mensen die foto’s laten maken van hun huisdieren hebben hier een band mee die verder gaat dan dat. Ze beschouwen het dier eerder als een kind, of als een gezinslid.”

Naar de ziel van de hond

“Een sleutelregel is: de hond mag niet hijgen. Een hijgende hond trekt alle aandacht naar de mond. Vandaar dat de airco in mijn nieuwe studio heel goed van pas gaat komen. Ik wil “behind the eyes” gaan, naar de ziel van de hond. Ik werk niet naar een concept. Met elke shoot wil ik iets van de vorige weggommen en iets anders toevoegen. Het is geen statisch gegeven. Ik ga altijd uit van de energie, de angsten, alle emoties van de hond. Dit vergt luisterbereidheid. Ik plaats de hond niet in een vooraf bepaald licht of concept. Een kleine zwarte poedel, een Franse bulldog en een Ierse setter vragen allemaal om een heel andere belichting. Als ze samen op de foto moeten, dan wordt dat een huzarenstukje, vergelijkbaar met een witte bruid naast een zwarte bruidegom die samen uit een donkere kerk komen op een verblindend zonnige dag. Begin er maar aan...”

foto: © Paul Croes

Postkaartgehalte

 “Op het einde van elke sessie wil ik graag de menselijke aanwezigheid van het baasje suggereren: een hand, een poot, neuze neuze. Meestal doe ik dat in profiel; zelden frontaal. Even een kanttekening daarbij: gemiddeld is 85% van de honden- en paardeneigenaars vrouwelijk. In mijn geval is zelfs 95% van mijn klanten een vrouw tussen de 45 en de 60 jaar. Omdat ze zo schaars zijn, is er in de stockfotografie een enorme nood aan liefdevolle foto’s van mannen met dieren. Vooral magazines vragen daarnaar. Wat ik wil vermijden, dat zijn kennels, africhters van honden, en semi-professionelen die op schoonheidswedstrijden af gaan. Hun honden zijn wel heel mooi qua uiterlijk, maar in een gewone huishond zit een veel groter “Walt Disney-gehalte”. Aan zijn ogen ziet ge dat die hond “vermenselijkt” is. Er zit een zeker “kermisgehalte” in, en dat is precies wat mensen willen zien; de kinderlijkheid, het stripverhaal, de film die deze foto bevat. Let op: als een hond of een paard recht vooruit kijkt, dan is de hele oogkas gevuld met pupil. Als hij moe is, dan kijkt hij opzij en is een deel gevuld met wit. “Kijk eens hoe schattig!”, zeggen de mensen dan. Een bijkomend voordeel van foto’s te plaatsen op Facebook, is dat ik meteen kan merken wat het postkaartgehalte van een beeld is. Degenen die het beste scoren zijn de uitersten; de dramatische beelden: bijvoorbeeld een grey hound met een zwart doek gedrapeerd, of een sfeer met damp zoals in The Name of the Rose of The Hobbit. Of een foto waarop alleen de neus onder een zwart doek zichtbaar is. Gegarandeerd dat de mensen de vergelijking maken met Darth Vader of ET phone home.”

Vintage

“De techniek is eerder eenvoudig, maar alleen het beste materiaal voldoet. Ik werk met een Nikon D800 en een micro Nikkor 105 2,8. Een Hasselblad is in de meeste omstandigheden niet snel genoeg. Gemiddeld wordt er minstens drie uur gewerkt en worden er 500 tot 800 opnames gemaakt. De professionele rollercoaster-rit die ik al achter de rug heb, heeft me veel geleerd. Mijn kosten zijn vandaag heel laag. Het enige waar ik geld aan wil geven, dat is licht. Mijn auto bijvoorbeeld is een Dacia Logan: handig en lekker ruim, maar super goedkoop. Wel heb ik acht Profoto flashes staan van elk 8000€. Wanneer ik iets wil kopen, dan ga ik er niet voor naar de bank. Als ik het niet kan betalen, dan hoef ik het niet. Ik hou van vintage materiaal: oude Broncolors, Brise... mmm. Ik kan er ook gewoon naar kijken. Ik kan de vorm van een reflector waarderen. Ik vind die bijzonder mooi als object. Ik kan er met de buitenkant van mijn hand over strelen... Ook het statief kan ik mooi vinden. Ik leef in die nostalgische, romantische wereld. Van flashes kan ik best verdragen dat er af en toe één ontploft (lacht), maar qua computers zit ik in de nieuwste technologie. Ik koop mijn materiaal meestal in Nederland. Daar waren de prijzen van studiofotografie het dubbele van hier. De fotografen hadden er meer geld om in licht te investeren. Het grootste deel van mijn foto’s is gemaakt met een lamp van de jaren 70, op een generator van de jaren 80. Ik ben een materiaal-techneut, maar geen snob. Noem me maar een chaotische techneut”, lacht Paul.

Er is maar één zon!

“Qua licht is Paolo Roversi mijn bijbel. Zijn uitgangspunt is dat er maar één zon is. Ofwel staat die pal aan de lucht. Dat geeft een hard licht met harde schaduwen. Ofwel is het een bewolkte hemel, net zoals vandaag, wat een zacht, gesluierd licht geeft. Ofwel wordt het directe licht weerkaatst, of valt het binnen door een raam. Telkens gaat het om slechts één lichtbron. Wat die man daarmee doet, dat is zo mooi! Hetzelfde effect streef ik na met mijn honden. Mijn Nikon D800 heeft een bereik van wel 14 stops. Daarmee kan je alle contrasten overbruggen.”

foto: © Paul Croes

Idylle

Paul heeft nog een afspraak met de elektrieker en de schrijnwerker in zijn nieuwe opnamestudio. We verlaten het drukke terras en tevens de bewoonde wereld, of zo lijkt het toch. Lauw is idyllisch gelegen tussen de glooiende velden, maar tegelijk heel bereikbaar op 20 minuten van Maastricht, 20 minuten van Luik, en op 12 minuten van de autostrade naar Brussel. “Het is een voormalig bankgebouw, het enige in het dorp, zegt Paul. “Alles is extreem beveiligd én er is airco! Over twee weken begin ik er te fotograferen. Het wordt helemaal zoals ik het wil: de studiowanden komen tegen deze muren, daar komt de computerwerkruimte met twee lichtsferen, hier wordt een grote centrale keuken geïnstalleerd waar we een hapje kunnen eten en een glaasje schenken, en daar komt een lekkere lounge-relaxruimte voor de klanten. Er zal op termijn zelfs een mogelijkheid geboden worden om te overnachten. Veel van mijn klanten komen van heel ver, tot zelfs uit Berlijn. Honden zijn niet overal toegelaten in hotels, laat staan dat een klant met zes Ierse setters ergens welkom zou zijn. Bovendien zijn veel van deze beesten “zetelhonden”. Die kun je niet zomaar ergens onderbrengen. Daarom wil ik de optie van Bed & Breakfast aanbieden. Mijn reikwijdte is nu vier tot zes uur rijden. Als ik alles organisatorisch uitgewerkt krijg, dan wordt dit nog verder,” droomt Paul. Hij wijst naar de stoere voorgevel van het gebouw en zegt: “Het enige dat ik er op wil is zo’n ouderwetse lichtbak van Kodak. Daar! Dat zou zo mooi zijn...”. Paul’s ogen schitteren in het denkbeeldige licht van de reclame.

Advertentie

Het nieuwe richtprijzenboekje 2019 is uit!

Het richtprijzenboekje dient behalve voor prijsindicatie ook als richtlijn in gerechtelijke procedures bij toewijzing van honoraria en schadevergoedingen bij geschillen. De richtprijzen zijn gebaseerd op onderzoek naar het prijspeil voor publicatie en productie. Bij de prijsberekening worden behalve resultaten van binnenlands onderzoek ook de prijzen van (EU) beheersmaatschappijen zoals het Belgische Sofam meegenomen. Omdat een prijs afhankelijk is van de ervaring, uitrusting en specialisatie van de fotograaf moeten deze prijzen als een gemiddelde worden beschouwd voor hetgeen door afnemers voor fotografie moet worden betaald. Verder bevat dit herziene werkje een link naar de Algemene Voorwaarden Dupho, informatie over licenties, ISO-normen, IPTC metadata en aanlevering van digitale beeldbestanden. Niet alleen voor de fotograaf van nut, maar ook voor de beeldinkoper.

Klik hier voor meer informatie of om het boekje te bestellen.

view counter