Portret Koos Breukel geplagieerd in wedstrijd Mondriaan Fonds?

Prins Willem Alexander, 2012 van Koos Breukel
view counter

De voorgeschiedenis

Het ministerie van OCW gaf met de Rijksvoorlichtingsdienst het Mondriaan Fonds september 2013 de opdracht en het budget om de totstandkoming van drie tweedimensionale staatsieportretten te begeleiden. Het Mondriaan Fonds accepteerde deze opdracht graag aangezien het fonds zich het stimuleren van de ontwikkeling en de zichtbaarheid van hedendaagse beeldende kunst en cultureel erfgoed ten doel stelt.

Schetsontwerpen

Twaalf kunstenaars werden door de Mondriaan Fonds uitgenodigd om een schetsontwerp te maken voor een staatsieportret van Koning Willem Alexander. Omdat de koning niet beschikbaar was om te poseren werden de twaalf kunstenaars van bestaande foto’s voorzien, onder andere van Koos Breukel, waarvan de Rijksvoorlichtingsdienst de gebruiksrechten had verworven. Voor het schetsontwerp kregen de geselecteerden zes weken de tijd en een vergoeding van € 5.000.

Na beoordeling van de schetsontwerpen werden drie kunstenaars gekozen die ieder een staatsieportret mogen vervaardigen. De uiteindelijke bedoeling is dat de statieportretten straks komen te hangen bij ministeries, provincies, gemeenten en ambassades. Het honorarium inclusief gebruiksrechten voor de portretten worden hiertoe afgekocht voor € 75.000 per portret.

De beoordelingscommissie koos voor fotografe Rineke Dijkstra en de tekenaars Femmy Otten en Iris van Dongen. Uiteindelijk maakte alleen Femmy Otten gebruik van een van de twaalf foto’s die waren verstrekt door de Rijksvoorlichtingsdienst, de andere twee kunstenaars vonden de voorbeeldportretten minder geschikt. Rineke Dijkstra maakte daarom gebruik van een stand in. Overigens met oog voor detail voorzien van een oranje stropdas…

Uit het juryrapport:

Iris van Dongen (Tilburg, 1975) heeft twee schetsontwerpen gemaakt vanuit verschillende standpunten: een vriendelijke koning die de kijker recht aankijkt en een formeel portret van de koning in functie of althans: in een statiger pose en ceremonieel gekleed, voorzien van Koninklijke onderscheidingen. In het definitieve staatsieportret wil Van Dongen beide standpunten laten samensmelten. Het comité is onder de indruk van de vaardigheid en diepzinnigheid waarmee de portretten in pastel en houtskool zijn opgezet en van de treffende, doorwrochte wijze waarop beide standpunten zijn uitgewerkt. De verwachting is dat Koning Willem-Alexander in het uiteindelijke portret als een toegankelijke koning verschijnt in de context van historische verwijzingen. Interessant is de wijze waarop de plasticiteit van de geportretteerde zich verhoudt ten opzichte van de decoratieve achtergrond.

Gekopieerde foto

Op de overzichtstentoonstelling Me We – The Circle of Life, die van 7 september 2013 tot 12 januari 2014 te zien was in het Haags Gemeente Museum, hing op een opvallende plaats een portret van Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Alexander, een met recht majestueus portret in de opvallende herkenbare eigen stijl die Breukels werk kenmerkt. Volgens kenners zijn de portretten van Koos Breukel (Den Haag, 1962) nooit oppervlakkige maar op onbevooroordeelde wijze gefotografeerde portretten die het individu centraal stellen en een deel van hun leven uitstralen. Het gekopieerde portret is in 2012 gemaakt en was uitsluitend gepubliceerd in de Elsevier voordat het in de tentoonstelling werd getoond.

Dit bijzondere portret werd door Iris van Dongen uitgekozen voor een van haar twee schetsen.
Het gebruik van het portret bleek bij de officiële presentatie van de schetsen. Wat bij de presentatie niet naar voren kwam was de naamvermelding van de maker van het portret waar de tekening naar was vervaardigd. Bovendien was geen toestemming aan Breukel gevraagd. Dit schoot Koos Breukel in het verkeerde keelgat. Er was volgens Breukel sprake van ‘een gejat portret’. In een gesprek deelde Koos Breukel ons mede: “Van Dongen had toestemming moeten vragen. En had moeten zeggen ‘stuur de rekening maar als ik de opdracht krijg’. Dat was netjes geweest, daar had ik mee in kunnen stemmen.”

Navrant is echter dat Breukel nergens wordt genoemd, hetgeen schuurt met de bepalingen daaromtrent in de auteurswet. Terwijl Gert Jan van Rooij als maker van de voorbeeldfoto voor andere schets van Van Dongen wél wordt vermeld.

Prins Willem Alexander, 2012 plagiaat van Iris van DongenIris van Dongen zou in reactie op de beschuldiging van Breukel hebben verklaard dat 'alle deelnemende kunstenaars Google-pictures hebben gebruikt omdat we de koning zelf niet konden fotograferen’ Dit is deels onjuist, in ieder geval enkele van de twaalf kunstenaars hebben gebruik gemaakt van de verstrekte foto’s en niet van ‘Google-foto’s.

En zelfs dan, ook het gebruik van ‘Google-fotos’ is niet in alle gevallen a-priori vrij omdat er copyright op rust. Dit kan dan ook als een uiterst zwak argument worden bestempeld.

Verder volgens Van Dongen: “De opdracht luidde: maak een schets aan de hand van de bestaande foto's.” Dit is echter geen geldend argument, de inhoud van de opdracht luidde feitelijk ‘aan de hand van de verstrekte foto’s waarvoor de rechten zijn geregeld.”

Commissie zocht naar jongere kunstenaars, uitglijder Mondriaan Fonds?

Het bovenstaande was niet de enige schoonheidsfout. Wat Breukel ook ergerde is dat hij vorig jaar op verzoek van het Mondriaan Fonds een voorstel voor een schetsontwerp indiende dat werd afgewezen met het argument dat de selectiecommissie zocht naar jongere kunstenaars. Saillant detail: Koos Breukel (51) is drie jaar jonger dan Rineke Dijkstra. Al met al lijkt dit op zijn zachtst gezegd een beschamende vertoning.

Kopie toegestaan?

Eigenlijk heeft het hele verhaal betreffende de wedstrijd iets van een klucht. Een klucht waar Breukel op een ronduit vervelende wijze ongewild een rol in speelt. Zijn foto wordt gekopieerd. Dat de kopie een tekening is doet niet ter zake, naar de strekking van de Auteurswet is het corps mysticum het werk van de auteur, ‘niet de stoffelijke neerslag in materie’, zoals de tekst van de Memorie van Toelichting van de wet luidt.’

Het is dan ook niet relevant of het oorspronkelijke portret getekend is dan wel gefotografeerd. Dit geldt ook voor de kopie die als nabootsing kan worden gezien. Een slimme advocaat zou zelfs kunnen stellen dat de getekende kopie een verminking is omdat het corps mysticum is aangetast. Het oorspronkelijke beeld draagt het karakter van de maker die scherp observeert: de gestoken, bijna rauwe scherpte is een essentieel kenmerk van de zeggingskracht van Breukels persoonlijke stijl en komt niet terug in de onscherpe wijze van schilderen van de ontwerpschets.

Aan de kant van Iris Van Dongen zal een andere slimme advocaat zich waarschijnlijk op het standpunt stellen dat het oorspronkelijke werk weliswaar gekopieerd is, maar uitsluitend voor studiedoeleinden. En dat mag dan weer wel volgens de wet.

Deze argumentatie is echter mogelijk te ontkrachten door de stelling dat er wel degelijk voor is betaald. Bovendien zou Breukel kunnen aanvoeren dat een studie niet is bedoeld om voor presentatiedoeleinden breed te worden tentoongesteld.

Het tegenargument zijdens Van Dongen zou kunnen zijn dat dit slechts een kostenvergoeding is omdat de kunstenares voor haar schetsontwerp regulier werk misliep. In mijn ogen een zeer zwak tegenargument, immers, het maken van (schets) ontwerpen en/of voorstellen is een wezenlijk deel van de (betaalde) beroepspraktijk van een kunstenaar. Architecten en vormgevers doen zelfs niet anders. Ook de ‘vergoeding’ voor het vervaardigen van het uiteindelijke portret maakt de kwalificatie ‘alleen voor studiedoeleinden’ voor de schets niet aannemelijk. € 75.000 voor een portret is geen prijsje in een kleurwedstrijd, maar een professioneel honorarium voor een geleverd kunstwerk. De schets is, net zo goed als het voorstel van de architect of de vormgever, de basis van het uiteindelijke vrije werk en onlosmakelijk verboden met dit werk.

Omgekeerde situatie

Interessant wordt het wanneer wij de zaak omdraaien: een schilderij van Van Dongen wordt door Breukel gefotografeerd om als voorstel voor de commissie van het Mondriaan Fonds te fungeren. Hier is sprake van een fotografische kopie. Het zou dan een kopie ‘voor studiedoeleinden’ kunnen zijn. Deze fictieve situatie kan auteursrechtelijk gezien niet anders zijn dan de werkelijke situatie. De ‘studiedoelenvariant’zou dan ook moeten gelden voor deze omgekeerde situatie, hetgeen erg onwaarschijnlijk is.

Hilarisch, de naamsvermelding

Het zou helderheid verschaffen indien de rechter zich over deze zaak zou buigen. Bij navraag bleek dat men geen jurist zal kunnen vinden die de uitspraak in een mogelijk vonnis zou durven voorspellen.

In ieder geval vergeet PhotoNmagazine.eu de wettelijke naamsvermelding niet. Het originele portret van Koos Breukel plaatsen wij hier om deze reden met naamsvermelding en toestemming van de kunstenaar. Uiteraard plaatsen wij hier ook de schets van Iris van Dongen. Nu komt ons dilemma.

Moeten wij, zoals al in de pers gebeurde, de naam van Iris van Dongen onder haar werkstuk plaatsen, terwijl dit aangemerkt zou kunnen worden als een getekende kopie van een portret van Koos Breukel? Waardoor Koos Breukel, in onze visie althans, terecht heel erg boos op ons zou kunnen worden?

Wij hebben hierbij voor een tussenoplossing gekozen, zoals u ziet. Dit laat ruimte. Het is wel een geval dat mogelijk als uniek de geschiedenis in zou kunnen gaan. Wij maken hier dus een voorbehoud omdat juridisch nog niet vaststaat dat de auteursvermelding correct is, men kan terecht stellen dat de wetgever ons hierin geen keus laat. Maar wij stellen bij voorbaat dat wij ons principieel bij een rechterlijke uitspraak neer zullen leggen en deze voorlopige naamsvermelding dan conform uitspraak zullen herzien.

view counter