Studio Merkelbach
Daglicht in het ‘witte paleis‘

foto: © Studio Merkelbach
view counter

Aan het Amsterdamse Leidseplein staan de drie mooiste panden tegenover elkaar: Hotel Americain, de Stadsschouwburg en het Hirsch gebouw, bijgenaamd het ‘witte paleis’. Op de bovenverdieping van dat laatste huisde van 1913-1969 de luxe daglicht studio van Jacob Merkelbach.

Het zat in de familie. Jacob (1877-1942) begon in het familiebedrijf Merkelbach & Co aan de Nieuwendijk, onder de naam ‘Fransche Bazar’, die o.a. technisch speelgoed als toverlantaarns en stereokijkers verkocht. Winkels aan het Damrak en in de Kalverstraat volgden. Boven die aan de Nieuwendijk had Machiel Laddé, getrouwd met Jacobs oudere halfzuster, zijn fotostudio. Er zaten in die buurt veel meer portretfotografen en Laddé concurreerde op prijs.

foto: © Studio MerkelbachJacob koos voor fotografie en ging zich in Duitsland in het vak bekwamen. Hij kwam na twee jaar terug, nadat zijn vader en broer waren overleden, om in het familiebedrijf te werken, als ‘fotografisch bediende’ bij zijn zwager. Zijn ambities gingen verder.

Toen ook zijn moeder stierf en Jacob zijn erfdeel ontving, kon hij zijn ambities waar maken: een eigen studio aan het Leidseplein. Minder concurrenten in de omgeving en een publiek uit de betere kringen, waarbij hij dacht aan toneel, schrijvers, wetenschappers en politici. Inderdaad wisten die kringen hem te vinden, en kreeg hij veel acteurs, dansers, filmsterren en andere toenmalige BN-ers voor de lens. De studio was goed bereikbaar per auto of rijtuig, beter dan de benauwde binnenstad.

Merkelbach liet zich betrekken bij de nieuwbouw van het luxe couturehuis Hirsch & Cie, en vestigde op de 5e etage een daglichtatelier, met een eigen ingang aan het Leidseplein en een eigen lift met liftboy in livrei. Het modehuis opende eind 1912, Merkelbach op 1 april 1913. Hij had op 300 vierkante meter een wachtkamer, spreekkamer, kleedkamer, gastentoilet en boudoir, plus werkruimten voor het personeel, zoals voor negatiefretouche, afwerking en inlijsten, een donkere kamer, magazijn en kantoor.

In de studio stond een enorme houten camera voor glasplaten tot 24x30 cm, met een lens van Nicole Perscheid. Alles was even stijl- en sfeervol ingericht met Perzische tapijten, een kamerscherm, talloze gordijnen als achtergrond en om het licht te regelen, een oud-Hollandse schouw met Delfts blauw en haardbankjes. ‘Sobere deftigheid’, zo typeert Anneke van Veen, conservator fotografie van het Stadsarchief, de inrichting. Voorbeeld waren de studio’s in Europese steden als Hamburg, Berlijn, Dresden en Wenen, die hij gezien moet hebben.

Jacob wilde geen prijzenslag, maar kwaliteit en standing. Hij besteedde veel aandacht aan zijn klanten en rekende derhalve flink hogere bedragen dan de collega’s aan de Nieuwendijk. Hij wilde geen snelle ‘pasfoto’s’ en nam de tijd om vooral het wezen van zijn modellen optimaal uit te drukken. Hij had met name bijzondere aandacht voor de handen qua pose en verlichting. Desgewenst werd de foto in een van de ‘edele procedés’ uitgevoerd, zoals de kooldruk.

Bij de opening was Jacobs oudste dochter Mies (1903-1985) een jaar of tien, maar na haar opleiding aan de kunstnijverheidsschool zou ze dikwijls poseren, vanaf 1923 assisteren en tenslotte zelf opnamen maken. Na Jacobs dood in 1942 zette Mies de studio alleen voort. Haar man, de reclamefotograaf Bobby Rosenboom, werkte vanaf 1932 mee en introduceerde nieuwe ideeën over kunstlicht. Hij werkte ook als vaste fotograaf voor de Cinétone Studio’s, maar werd in 1941 opgepakt wegens verzetswerk, kreeg levenslang, en zat de rest van de oorlog gevangen in Duitsland. Na zijn bevrijding ging hij ook weer werken voor Cinétone.

foto: © Studio MerkelbachVreemd genoeg draaide de studio in de oorlog uitstekend, o.a. dankzij Duitse militairen die zich lieten fotograferen (na de oorlog Canadezen) en Joden, van wie het vaak het laatste portret was voordat ze gedeporteerd en vermoord werden. Het verzetswerk was gevaarlijk: de Duitsers bemanning van het luchtafweergeschut op het dak van het gebouw gebruikte dezelfde lift, en wie zich liet fotograferen moest vooral geen illegale portretjes voor valse persoonsbewijzen kunnen zien.

Eenmalig werd de studio in 1948 verplaatst naar het Paleis op de Dam, voor een serie (zwaar geretoucheerde) staatsieportretten van Koningin Wilhelmina. De studio liep echter geleidelijk moeilijker in de jaren vijftig en zestig, en tenslotte sloot Mies hem in 1969. Het Gemeentearchief kreeg al eerder de talloze glasplaten, maar ongeveer de helft ervan ging verloren bij een overstroming in het depot, ruim 40.000 glasnegatieven werden gered. De administratie bleef slechts deels bewaard, zodat talloze persoonsnamen en bijzonderheden ontbreken. Daarom heeft het Stadsarchief de website www.redeenportret.nl geopend, zodat het publiek alle portretten kan bekijken, en zoeken naar familieleden of anderen. Dat heeft al veel nieuwe informatie opgeleverd.

Onder de geportretteerden zitten tal van bekende namen, zoals de spionne Mata Hari (1915, twee jaar voordat ze gefusilleerd werd), en gevierde acteurs als Sara Heyblom, Albert van Dalsum, Fie Carelsen en vele anderen. De portretten geven vooral een prachtig tijdsbeeld van het interbellum, ook omdat mode (deels voor, of met, kleding van Hirsch), de filmwereld en reclame deel uitmaakten van het studiowerk.

Tot begin januari geeft een tentoonstelling een prachtig beeld van een rijke, maar voorbije tijd, daarna blijft nog het boek.

Expositie: Fotostudio Merkelbach 1913-1969, Stadsarchief Amsterdam, Vijzelstraat 32, 1017 HL Amsterdam, tel. 020 – 25 11 511, dinsdag t/m vrijdag 10-17 uur, zaterdag en zondag 12-17 uur, t/m 5 januari 2014. In de filmzaal worden twee films vertoond: De gevoelige plaat (1976, Kees Hin, portretten) en Van pose tot werkelijkheid (1979, Juri Voogd, vier portretfotografen over hun werk, o.a. Mies Merkelbach). In november vindt bovendien elke zondag om 15 uur een lezing plaats over een deelthema.

Gelijktijdig hangen in de hal van het Stadsarchief Studioportretten 2013, door Erwin Olaf (Joodse Amsterdammers, in o.a. kooldrukken), Petra Stavast (foto’s met de S75, prototype van het eerste Siemens fotomobieltje) en Blommers-Schumm (o.a. foto’s ‘geïnspireerd op’ Merkelbach).

Boek: Fotostudio Merkelbach, portretten 1913-1969, redactie Anneke van Veen, uitgave Komma, 304 pagina’s, prijs  € 44,50 (elk boek met een uniek omslag). ISBN 978 94 91525 131.

view counter