Werelden ontdekken

foto: © Eddo Hartmann<br />
French room, eastern direction, 2012<br />
c-print
view counter

De herontdekking van de wereld in het mooiste museum van Amsterdam; een boek over straatjongens; en de Sjtetl van Antwerpen.

foto: © Eddo Hartmann<br />
Huis Marseille, 2013<br />
c-print

Huis Marseille, de herontdekking van de wereld

De hoge deur zwaait joyeus open, alsof daarachter iemand op mijn binnenkomst wacht. Van de entree loop je ongemerkt het nieuwe gedeelte binnen van Huis Marseille: het pand ernaast is erbij getrokken. Prachtig gerestaureerde ruimten, zelfs als er niets in staat, niets te zien zou zijn, is Huis Marseille nu helemáál het mooiste museum van Amsterdam.

In de twee aan elkaar verbonden grachtenpanden is de grote openingstentoonstelling “De herontdekking van de wereld” te zien, fotografie van Nederlandse kunstenaars tussen de twintig en veertig, opgegroeid in een tijd waarin alles tot in de verste uithoeken van de wereld op alle momenten wordt vastgelegd, want iedereen maakt foto’s en filmpjes.

Het medium fotografie registreert wat er om ons heen te zien is, en als het niet puur bedoeld is als nieuwsfoto of hoe iets of iemand eruitziet, is het alleen maar interessant als het een beeld oplevert dat je op een andere manier laat kijken, de schoonheid in het alledaagse toont, een detail laat zien of juist een overzicht van het grote geheel. Aanzet tot denken of dromen. Je de wereld om je heen opnieuw laat ontdekken.

Kunst is niet meer als een gemakkelijke fauteuil, alleen om van te genieten, “Luxe, calme et volupté’’ als in het schilderij van Matisse lijkt in de fotografie ver weg. In de eerste zaal van het vernieuwde Huis Marseille zijn op de interieurfoto’s van Eddo Hartmann de leunstoelen leeg, en is de wulpse zitbank in de Franse kamer leeg en verlaten. Nergens is iemand te zien.

foto: © Eddo Hartmann<br />
Office 2, 2012<br />
c-printEddo Hartmann fotografeerde de chaos in het huis van zijn vader. Overal papieren en vergeten boeken op de grond in een door schuldeisers leeggehaald pand. De deur naar het kantoor staat wijd open. Een lawine van papier stroomt naar buiten. Jaren van ongeopende en onbeantwoorde post. De geadresseerde is verdwenen. Ook de kamer met het bed is leeg, er hangt een vergeten kindertekening aan de muur. De fotograaf zocht naar sporen van zijn verleden in het huis waaruit hij met zijn moeder en broer eenentwintig jaar geleden wegvluchtte. Naast de grote in koele kleurensfeer geprinte interieurfoto’s hangt een geschetst portretje en een zwart-wit foto van de verder overal afwezige vader in de tuin, zijn gezicht is een wazig onscherpe vlek. Met de camera herontdekte Hartmann zijn ouderlijk huis, het resultaat lijkt een afstandelijke registratie in strakke kleuren gefotografeerd, maar uit die verlaten ruimten dringt een dramatisch verhaal naar buiten.

Het mooie interieur van Huis Marseille concurreert om aandacht met het werk dat er hangt, en een blik langs de luiken naar de tuinen of de panden aan de overkant van de gracht, is minstens zo inspirerend. Maar het blijft fascinerend om rond te dwalen en de verschillende benadering van de exposerende fotografen te ontdekken. Fotografie registreert wat er te zien is, maar de reflectie daarop is bij iedereen anders; hier zijn het niet alleen beelden uit de buitenwereld, maar ook reflecties van binnenuit, persoonlijke gedachten en zelf gemaakte beelden. Zoals de serie Density Drawings van Katja Mater, die op elkaar volgende stadia van tekenen en schilderen fotografeerde en in een beeld samen vastlegde. Popel Coumou fotografeerde niet alleen de kleine stilleven-sculpturen die ze maakte, wat resulteert in bijna zeventiende-eeuws aandoende afbeeldingen, maar ook getekende landschappen in grove korrel, in lagen over elkaar; en in lichtbakken waarin de kijker het licht kan regelen, verschijnen steeds andere delen van een geheimzinnig getekend landschap.

In de rode stijlkamer in het nieuwe gedeelte hangen foto’s die ook van een binnenwereld lijken te komen. Awoiska van der Molen fotografeerde in het donker, in de ruige natuur, met sluitertijden van ongeveer vijftien minuten. Zij drukt haar foto’s zelf af op barietpapier. Alsof je in de duistere nacht midden in de verstilde natuur staat, slechts enkele bladeren vangen licht van de maan.

foto: © Juul Kraijer<br />
Untitled, 2013<br />
Photograph, digitally printed on archival paperOok verstild en in de sfeer van een renaissancistisch schilderij treft me nu de foto van Juul Kraijer die op het affiche van de tentoonstelling staat. Het beeld van de slang om het hoofd van de ingetogen kijkende vrouw wekte wrevel en een ongemakkelijk gevoel op. Maar hier te midden van haar andere fotografie (en een enkele tekening) kan dit beeld alleen zó zijn, is het onontkoombaar als een icoon (al blijf ik me afvragen hoe dat nou gaat met zo’n levende slang).

Beelden die niet anders kunnen zijn dan ze zijn, is ook de groot formaat abstracte fotografie van Simon van Til. De analoge camera is hier het venster waardoor de wereld binnenkomt. “Night” (c-print van 220 x 180 cm) is loodrecht omhoog gefotografeerd, en toont een heldere blauwe hemel als overdag, maar de afbeelding is gemaakt door het laatste licht van de avond en het eerste licht van de nieuwe morgen, belichting die parallel liep aan de duur van de nacht.

Onderzoek en techniek lijkt hier soms te belangrijk te worden, want wat is het resultaat, wat is het dat je te zien krijgt? Schitterend blauw, abstract, en indrukwekkend perfecte prints, maar ik betrap me op de gedachte: was het maar geschilderd; ik verlang naar verbeelding. Of is dit een ongepaste gedachte in een fotografiemuseum?

Maar toch: prachtige openingstentoonstelling met werk van: Popel Coumou, Elspeth Diederix, Eddo Hartmann, Scarlett Hooft Graafland, Juul Kraijer, Tanya Long, Katja Mater, Hellen van Meene, Awoiska van der Molen, Ilona Plaum, Emma van der Put, Viviane Sassen, Scheltens & Abbenes en Simon van Til.


Joods Historisch Museum

Philip Mechanicus

Philip Mechanicus (1936-2005) was ook bezig met het registreren van de wereld om zich heen. Hij raakte toen hij een jaar of dertien was zo geïntrigeerd door het feit dat een camera – in tegenstelling tot een horloge of een radio – van binnen leeg was, dat hij van zijn zakgeld een Kodak Brownie C kocht, een toestel dat rond 1950 populair was. Zo begon hij zijn familie en de buurt rond het Waterlooplein waar hij opgroeide te fotograferen. Hij ging naar de Kunstnijverheidsschool (nu de Rietveld Academie) en werd toen hij twintig was assistent van Ad Windig. Mechanicus: “Windig was niet alleen een goede fotograaf, maar ook een goede pedagoog. Hij heeft me vooral een bepaalde mentaliteit bijgebracht, een ‘open oog’ bij het fotograferen. Ik leerde van hem een sobere efficiënte techniek te hanteren die niet met zichzelf op de loop mocht gaan en nimmer een doel binnen zichzelf diende te worden.”

foto: © Werelden ontdekkenVanaf 1959 werkte Mechanicus met een 6x6 Hasselblad met een paar verwisselbare lenzen. Voor portretten gebruikte hij een 150 mm lens en meestal een Kodak Tri-X film van 400 ASA. Bekend werd hij in later jaren met de serie sobere portretten die o.a. in NRC Handelsblad werden gepubliceerd en op boekcovers. Schrijvers, acteurs en kunstenaars liet hij poseren tegen een neutrale grijze achtergrond, met als belichting één lamp; foto’s die symbool zijn geworden voor schrijvers als W.F. Hermans en Remco Campert. Maar in Focus zei Philip Mechanicus daarover: “De gedachte dat je het karakter van iemand kunt fotograferen is de grootste misvatting aller tijden. Dat is grootspraak, een karakter zit aan de binnenkant.”

Op de tentoonstelling die deze zomer in het Joods Historisch Museum te zien was, hingen ook de foto’s die hij in de jaren vijftig en zestig op straat maakte rondom het Waterlooplein, in de na de oorlog in verval geraakte oude Amsterdamse Jodenbuurt. Dichtgetimmerde panden, de weemoedige sfeer van letters op afgebrokkelde muren, straattafrelen en tussen alles door spelende kinderen; het leven dat verder gaat. Veel van die plekken in die buurt zijn nu totaal verdwenen en veranderd door de stadsvernieuwing en de aanleg van de metro.

Mechanicus keek op een heel eigen manier naar alles om zich heen, met humor en liefde voor detail: mensen in hun omgeving, dieren, een bord met opschrift, de hoek van een straat. Gewone objecten weergegeven in hun pure vorm, en bloemen, groenten die hij fotografeerde voor bij zijn columns, die vooral voor eten gingen. Terecht merkt zijn vriend K. Schippers op dat Mechanicus als schrijver is onderschat. Zo verrassend en eigen als zijn manier van fotograferen was, zo schreef hij ook, vooral over eten. “Het plantaardig kookboek voor níet vegetariërs”, eerder verschenen in feuilleton-vorm in De Groene Amsterdammer, is zowel om zijn tekst als foto’s mijn dierbaarste kookboekje. Niemand kan zo vanzelfsprekend een culinair onderwerp vanuit een onverwachte invalshoek beschrijven, niemand schrijft zo lustopwekkend over eten.

Bij de tentoonstelling werd “Het straatjongensboek” uitgegeven. Mechanicus wilde altijd al graag een boek maken met ‘zijn’ straatkinderen, maar het kwam er nooit van. Tussen 1955 en 1962 fotografeerde hij in de straten rond het Waterlooplein de veelal in armoede opgroeiende kinderen, spelend tussen de ruïnes van het verleden, in een buurt die nu door de bouw van het nieuwe stadhuis (de ‘Stopera’) is verdwenen. Bewust legde Philip Mechanicus deze wereld vast; hij had het idee dat “de straatkinderen ooit uitgestorven zouden raken”. Hij heeft een monument voor ze gemaakt.


foto: © Dan Zollmann<br />
Twee fietsen onder een brug, 2006Dan Zollman

De Belgische fotograaf Dan Zollmann volgde jarenlang met zijn camera het leven van de ultra-orthodoxe joden in Antwerpen. Zollmann (geboren in 1964) fotografeerde het leven op straat in de wijk tussen het Centraal Station en het Stadspark, waar veel chassidische (zeer vrome) joden wonen, redelijk afgezonderd tussen eigen winkels, koosjere restaurants, synagogen en scholen. Sprookjesachtig zijn de beelden van de traditioneel donker geklede bewoners met grote hoeden, gefotografeerd in de kleurige hedendaagse stad.

Zollmann kwam ook in gebedsruimten, en bij mensen thuis in de woonkamer, waar tijdens traditionele feesten de deur voor gasten openstaat. Zollmann kijkt met respect naar de religieuze manier van leven van de charedische gemeenschap, maar heeft ook een humorvol oog voor de beelden die de baardige mannen met de grote zwarte schijven op het hoofd in het dagelijks leven opleveren.De grote prints in heldere kleuren geven een intieme blik in een voor buitenstaanders verborgen wereld.

1. De herontdekking van de wereld
Grote openingstentoonstelling in een verdubbeld Huis Marseille, Amsterdam
T/m 8 december 2013
www.huismarseille.nl

2. Het straatjongensboek. Foto’s Philip Mechanicus, tekst Auke Kok. 
Uitgeverij Lubberhuizen, ISBN 9789059373389, € 12,95

3. Sjtetl in de stad. Antwerpen door de lens van Dan Zollman.
Joods Historisch Museum, Amsterdam. T/m 2 februari 2014
www.jhm.nl

advertentie

Dagcursus colormanagement

volgens ISO 12646:2008 en ISO 3664:2009

In Europa wordt het meer en meer noodzakelijk voor fotografen volgens de recente normen te werken, zowel voor de toelevering aan de grafische industrie als ook aan digitale (multi)media.

In de cursus worden ook andere aspecten behandeld die van invloed zijn op het communicatieve beeld: De menselijke perceptie en de kleurbeleving, hoe de zintuigen op her verkeerde been kunnen worden gezet, de interactie tussen kleur en menselijk gedrag.

ImageLink

Datacommunicatie & Uitgeefprojekten

Telefoon: +31 24 397 08 11
imagelink.photonmagazine.eu/dagcursus-colormanagement

view counter