Wetenschap en beeldmakerij

Proloog
Gepubliceerd: 19 januari 2012

afbeelding 2
Jurriaan NijkerkWetenschappers ontdekken vaak opzienbarende zaken, ontdekkingen waar iedereen echt op zat te wachten. Mijn oog werd van de week getroffen door een artikel over een wel zeer belangrijk onderzoek door een aantal 'universiteitsbewoners', gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift 'Media Psychology', nr. 14-2011 met als titel 'The Power of Pictures: Vertical Picture Angles in Power Pictures'.
In het algemeen wordt aangenomen dat het onderwerp krachtiger wordt afgebeeld van onderen en minder krachtig wordt vanuit een hoog standpunt. Een vraag bij het onderzoek was of de media daar daadwerkelijk gebruik van maken. En er ook gebruik van maken om individuele verschillen in macht te laten zien.

Uit dit onderzoek door onder andere dr. Steffen Giessner van de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit', blijkt dat vrouwen vaker vanuit een hoge invalshoek worden gefotografeerd, terwijl het omgekeerde het geval is voor mannen. En dat het beeld van machtige personen die vanuit een lage invalshoek zijn gefotografeerd hen sterker maakt.
De mate van macht kan in de perceptie van de beschouwer worden aangegeven door de hoek waaronder de foto is genomen. Personen gefotografeerd vanuit een lage invalshoek gefotografeerd worden ervaren als machtig, personen die vanuit een hoge invalshoek worden gefotografeerd worden als minder invloedrijk ervaren.
Het onderzoek werd mede uitgevoerd op basis van archieven van stockbureaus en media. Volgens de onderzoeker Giessner: “Deze eenvoudige verbanden tussen macht en de invalshoek van de camera is geen op zichzelf staand verschijnsel. Als het in de context gaat om macht, bijvoorbeeld van organisaties, of over een lijst van de honderd belangrijkste mensen ter wereld, denken we ook snel aan macht. Als gevolg daarvan kunnen we bewust of onbewust verwijzingen naar het element van macht in een foto toepassen”.Hij vervolgt: “Het is de taak van onderzoekers om dergelijke effecten op te sporen en het is de taak van de media om te beslissen wanneer zulke subtiele verwijzingen wel of niet toegepast moeten worden.”
Op school, ergens in de vorige eeuw, werd ik al doorgezaagd over de invloed van de opnamehoogte  op de beleving van onderwerp. En uit alle zinnige boekjes kon ik leren dat je toch vooral gebruik moest maken van dit fenomeen. Dus er is niets nieuws, Giessner c.s. hadden zich dit onderzoek kunnen besparen wanneer zij, net als ik, ook de Fotovakschool of een andere fotovakopleiding zouden hebben gevolgd. En vervolgens met de kiekdoos om de nek door de baas de straat op waren geschopt.

Giessners onderzoek gaat echter voorbij aan een ander fenomeen dat wij fotografen heel goed kennen. Namelijk dat er momenten zijn dat er geen keuze mogelijk is. Bijvoorbeeld wanneer de machtige persoon in zijn biotoop staat, dus op een podium. En de fotograaf uiteraard op de grond. Giessner heeft dan wel weer in zekere zin het gelijk aan zijn kant, zou de machtige persoon een foto maken van de fotograaf dan wordt deze afgebeeld zoals deze vaak wordt ervaren, als onbelangrijk, maar dit terzijde. Bij het podium kun je, strikt gezien, opzet in de keuze voor een laag standpunt in de meeste gevallen uitsluiten. Vandaar dat sommige niet machtige personen op Napoleon dan wel Obama gaan lijken.

Bovendien zal het de persfotograaf een rotzorg zijn of de al dan niet machtige man hoog staat, al is het soms mooi meegenomen. Hij moet met een plaat thuiskomen. Gaat het om een gelijk standpunt, dus op de begane grond, dan ga je vaak wel door de knieën, tenzij een aantal andere collega's die hetzelfde doel nastreven als zij voor je neus gaan staan.

Al mijmerend vind ik onderzoek 'van achter een bureau' toch wel iets comfortabels hebben. Ik put hoop uit het onderzoek van Giessner c.s. Ik denk er nu sterk over het fotovak aan de wilgen te hangen, ik word wetenschapper. En ga er naar streven als belangrijk te worden ervaren, ik wil voortaan van onder af worden gefotografeerd, 't is maar dat u het weet.
O ja, niet vergeten, mijn onderzoek? Met uiteraard ook een mooi artikel, 'Media Psychology', here I come! Het wordt een onderzoek naar regenwater. Met, naar waarschijnlijkheid, de belangwekkende conclusie dat water in de menselijke perceptie als nat wordt ervaren.

Klik hier voor het verhaal van de Erasmusuniversiteit.
Er staat een foto bij vanuit kikkerperspectief van, naar ik gevoelsmatig aanneem, een niet al te succesvolle makelaar voor een onverkoopbaar pand. Soms zegt perspectief niets over macht....

Advertentie

Het nieuwe richtprijzenboekje 2019 is uit!

Het richtprijzenboekje dient behalve voor prijsindicatie ook als richtlijn in gerechtelijke procedures bij toewijzing van honoraria en schadevergoedingen bij geschillen. De richtprijzen zijn gebaseerd op onderzoek naar het prijspeil voor publicatie en productie. Bij de prijsberekening worden behalve resultaten van binnenlands onderzoek ook de prijzen van (EU) beheersmaatschappijen zoals het Belgische Sofam meegenomen. Omdat een prijs afhankelijk is van de ervaring, uitrusting en specialisatie van de fotograaf moeten deze prijzen als een gemiddelde worden beschouwd voor hetgeen door afnemers voor fotografie moet worden betaald. Verder bevat dit herziene werkje een link naar de Algemene Voorwaarden Dupho, informatie over licenties, ISO-normen, IPTC metadata en aanlevering van digitale beeldbestanden. Niet alleen voor de fotograaf van nut, maar ook voor de beeldinkoper.

Klik hier voor meer informatie of om het boekje te bestellen.

view counter