De auteursrechthebbende bij een dienstverband

Blog Het Recht NL
Gepubliceerd: 19 juni 2019
Onder redactie van Mr. Kitty van Boven
view counter

afbeelding 28In het Nederlandse auteursrecht is het uitgangspunt dat de maker de auteursrechthebbende is op zijn werk.[1] Op dat uitgangspunt bestaan uitzonderingen. In deze bijdrage wil ik nader ingaan op een belangrijke uitzondering, namelijk de uitzondering bij een dienstverband.[2] Deze uitzondering is opgenomen in art. 7 Aw.

Voor toepassing van dit artikel gelden drie cumulatieve voorwaarden. Ten eerste geldt dit artikel uitsluitend indien sprake is van een dienstverband. Van een dienstverband is sprake als de werkgever zeggenschap heeft over de werknemer. Van zeggenschap is geen sprake bij een overeenkomst van opdracht. Ten tweede moet de arbeid bestaan in het vervaardigen van werken. In andere woorden: het maken van dergelijke werken moet deel zijn van het takenpakket van de werknemer. Blijkens de jurisprudentie is ook aan deze voorwaarde voldaan indien het werk buiten het takenpakket van de werknemer valt, maar de werknemer een incidentele uitdrukkelijke opdracht van de werkgever tot het maken van een bepaald werk heeft aanvaard.[3] Ten derde dient de werkgever zeggenschap te hebben over de vorm waarin het concrete werk tot stand komt. Hiervoor is uitsluitend een algemene taakomschrijving onvoldoende.

De werkgever is, indien art. 7 Aw van toepassing is, juridisch gezien de maker van het werk. Te beargumenteren valt dat daarom ook de persoonlijkheidsrechten ex. Art. 25 Aw aan hem toekomen, aangezien die aan de maker van het werk toekomen.[4] Daaronder valt o.a. het recht op naamsvermelding en het verzetsrecht tegen wijzigingen, gebruik in ongewenste setting, en verminking van het werk. In ieder geval komen de werkgever de exploitatierechten ex. art. 1 Aw toe. De werkgever hoeft dus niet (behoudens het gebruikelijke loon) een vergoeding aan de werknemer te betalen voor (nieuw) gebruik van het werk.

Dit artikel is hiervoor een goed voorbeeld. Ik heb het geschreven. Het schrijven van dergelijke artikelen is onderdeel van mijn takenpakket. Daarom is mijn werkgever auteursrechthebbende op mijn werk. Zou ik bijvoorbeeld een gedichtenbundel schrijven of een foto maken dan heeft dat onvoldoende betrekking op mijn werkzaamheden en geldt daarmee art. 7 Aw niet.

Een ander goed voorbeeld is een fotograaf die in loondienst werkt voor een dagblad. Ook in dat geval geldt art. 7 Aw voor de door hem gemaakte foto’s.

Artikel 7 Aw is een bepaling van regelend recht, dat blijkt uit de verwoording: “tenzij tusschen partijen anders is overeengekomen”. Regelend recht is recht dat aanvulling biedt voor het geval dat partijen op dat punt geen afspraken maken. Partijen bij een arbeidsovereenkomst kunnen dus afwijkende afspraken maken, bijvoorbeeld dat ze beiden auteursrechthebbende zijn of dat de werkgever wel de auteursrechthebbende is maar dat de werknemer deelt in een eventueel financieel succes. Maken zij geen afspraken, dan geldt art. 7 Aw.

[1] Dit blijkt bijvoorbeeld uit art. 1 Aw.

[2] Hieronder valt tevens de ambtenaar die in dienst is van de overheid of een publiekrechtelijk lichaam.

[3] HR 19 januari 1951, NJ 1952, 37

[4] Recent voorbeeld waarin de rechtbank stelt dat de persoonlijkheidsrechten aan de werkgever toekomen: Rechtbank Overijssel 12-06-2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3065 r.o. 4.8.
Zie voor een compleet overzicht van de jurisprudentie over persoonlijkheidsrechten bij art. 7 Aw: Spoor, Verkade, Visser, Auteursrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2019 p. 444.

Advertentie

Het nieuwe richtprijzenboekje 2019 is uit!

Het richtprijzenboekje dient behalve voor prijsindicatie ook als richtlijn in gerechtelijke procedures bij toewijzing van honoraria en schadevergoedingen bij geschillen. De richtprijzen zijn gebaseerd op onderzoek naar het prijspeil voor publicatie en productie. Bij de prijsberekening worden behalve resultaten van binnenlands onderzoek ook de prijzen van (EU) beheersmaatschappijen zoals het Belgische Sofam meegenomen. Omdat een prijs afhankelijk is van de ervaring, uitrusting en specialisatie van de fotograaf moeten deze prijzen als een gemiddelde worden beschouwd voor hetgeen door afnemers voor fotografie moet worden betaald. Verder bevat dit herziene werkje een link naar de Algemene Voorwaarden Dupho, informatie over licenties, ISO-normen, IPTC metadata en aanlevering van digitale beeldbestanden. Niet alleen voor de fotograaf van nut, maar ook voor de beeldinkoper.

Klik hier voor meer informatie of om het boekje te bestellen.

view counter