Tentoonstellingen in FOAM
De geest van de plek

From the series Tí<br />
Tí, early morning<br />
foto: © Koos Breukel & Roy Villevoye / Courtesy the artists<br />
Motive Gallery and Van Zoetendaal Collections
view counter

Fotograferen hoe een plek aanvoelt, in plaats van hoe een plek eruitziet, dat is wat Stephen Gill doet in een wijk in Oost-Londen.
Koos Breukel en Roy Villevoye portretteerden de inwoners van een geïsoleerd dorpje op Nieuw Guinea, drie dagen varen ver het regenwoud in.

Als je in de grote zaal beneden naar rechts kijkt, krijg je een heel andere indruk dan bij een eerste blik naar links. Misschien dat daarom bijna iedereen op de ijzeren treden van de entree blijft staan om de lange tekst te lezen waarin fotograaf Stephen Gill over zijn werkwijze vertelt. In zijn grote overzichtsexpositie zien we werk van ruim vijftien jaar, gemaakt in de Londense wijk Hackney. Als een objectieve observator legde Gill het leven in Hackney vast. Fotografische studies van steeds andere onderwerpen: een serie foto’s van mevrouwen met een boodschappenwagentje, de serie Day Return, van mensen in de trein, steeds op hetzelfde traject, in dezelfde trein. Bijna saai, als fotografisch beeld, maar Gil ziet zijn onderwerpen als antropologisch onderzoek naar het dagelijks leven in zijn wijk. Dat wordt al duidelijker bij de serie Billboards, grote reclameborden gefotografeerd van de achterkant, wat daar te zien is en vaak verborgen blijft achter die hoge stellages.
Talking to Ants 1<br />
foto: © Stephen GillDeze vroege serie ziet Gill als beschrijvende beeldverhalen, de letterlijke weergave van wat hij om zich heen ziet. Hij ging zo ver in het vastleggen van de werkelijkheid, dat hij objecten uit hun context haalde en meenam naar zijn studio. Tijdens de rellen van 2011 in Londen weggegooide straatstenen raapte hij op om te onderzoeken. De stenen, geïsoleerd gefotografeerd op een neutrale achtergrond, vormen zo, ieder in z’n eigen lijst, een bijna meditatieve serie. Niet alleen stenen in de natuur, zelfs straatstenen hebben dat effect.
“Ik zie zulke studies als een startpunt voor reflecties welke onlosmakelijk verbonden zijn met een bepaalde tijd en plaats ”, zegt Stephen Gill. Een voorbeeld is ook de serie van weggegooide gokbiljetten, alle vormen van teleurstelling zie je aan die verfrommelde of juist systematisch gevouwen en gefrustreerd weggesmeten propjes papier. Gill fotografeerde ze een voor een, en maakte er een boek in harmonica-vorm van. De stadsduiven hebben diezelfde desolate kleurloosheid van het labyrint onder de bruggen, hetzelfde vuilgrijs als hun nesten tussen de ijzeren noppen van de staalconstructies van de spoorwegovergangen. We zijn een voyeur in het verborgen leven van de duiven. Vogeloogjes kijken bijna verontschuldigend in de op een glazenwasserstok gemonteerde camera.

Begraven beelden

Deze puur documentaire manier van registreren had voor hem uiteindelijk te veel beperkingen. Geïnspireerd door de plek zelf, liet Stephen Gill de omgeving een stempel drukken op de afbeeldingen. Met een plastic camera van de rommelmarkt die hij vaak fotografeerde, maakte hij opnamen die hij ter plekke begroef, om te zien wat de locatie zelf met de prints zou doen (serie Hackney Wick). Gill: “Het feit dat ik niet wist hoe een beeld eruit zou zien na opgraving, voegde een element van toeval en verrassing toe, waarbij ik hoopte dat ook de geest van de plek zich kenbaar zou maken.”
Voor zijn volgende experiment verzamelde hij in de wijk allerlei planten, bloemen, zaden en objecten en legde ze op zijn foto’s, die hij daarna opnieuw fotografeerde. Zo lijkt uit de omhoogstaande bak van de kiepauto een lading roze bloemblaadjes te dwarrelende en zie ik een mooie zwarte man met alleen een korte broek aan in een verwaarloosd tuintje. Zijn gezichtsuitdrukking kan ik niet zien, over zijn hoofd en naakte schouders liggen de ruige takken van een tropisch gewas.
Gill wil fotograferen hoe een plek aanvoelt in plaats van hoe een plek eruitziet. Hij legt niet alleen objecten tussen de print en de camera, maar bij de serie Talking to Ants stopt Gill ook beestjes, zaadjes en andere onduidelijke zaken in de body van de camera. Zo weet hij nooit waar ze op het beeld terechtkomen. Een rigoureuze manier om “de ziel van de plek mijn beelden te laten binnendringen”. Dat levert sprookjesachtig mooie beelden op.
Geheimzinnig van kleur ook, als in zijn recentste serie, Best Before End, waarvoor hij de film in energydrink onderdompelde, waardoor veranderingen en beschadigingen in het beeld ontstonden. Lagen van de film konden worden vervormd, de emulsie werd flexibel en met een kwast bewerkt. Op een lichtbak werden de negatieven opnieuw gefotografeerd: kleurige abstracte beelden die zijn impressies van de Oost-Londense wijk weergeven.

From the series Tí,<br />
Yano Sakár<br />
foto: © Koos Breukel & Roy Villevoye / Courtesy the artists<br />
Motive Gallery and Van Zoetendaal Collections

Indringende portretten

Die geweldige tentoonstelling van Koos Breukel en Roy Villevoye met portretten van de bewoners van Tí is al bijna weer voorbij, maar misschien is er nog nèt gelegenheid om te gaan kijken. Ook op het fotofestival in Naarden zijn hun foto’s te zien.
Indringende portretten maakten zij van de inwoners van het afgelegen dorpje. Tí ligt in de Asmat, op Nieuw Guinea, aan een rivier, drie dagen stroomopwaarts varen het regenwoud in. Beeldend kunstenaar Villevoye was er al eerder, hij maakte zijn opnamen buiten, langs de rivier, alsof hij toevallig de passerende families fotografeerde. Portretfotograaf Koos Breukel richtte een studiootje in, lampen en aggregaten (ze hebben daar vast geen elektriciteit) moet hij allemaal in bootjes mee vervoerd hebben. Als een schoolfotograaf maakte hij zijn portretten, tegen een neutrale achtergrond, van iedereen, een voor een, soms twee familieleden naast elkaar.
Grote donker fonkelende ogen kijken de camera in, of staren naar een onbekende verte. Soms een onderzoekende blik in die ogen. Een blik die vaak nors lijkt, of op z’n minst vorsend, bij de meeste mannen. En niemand lacht, alleen een enkel kind heeft een aanzetje tot een glimlachje. In Tí lijkt nog niemand zich ervan bewust wat hun gezichtsuitdrukking, houding en kleding op anderen voor uitwerking kan hebben. En hoeveel van hen zouden weten wat de teksten en logo’s op hun T-shirts betekenen? Misschien is er maar een enkeling daar die kan schrijven en lezen.
In een bijzaaltje hangen wat foto’s van hoe Breukel en Villevoye aan het werk waren. Van iedereen werd ook een foto gemaakt met een karton voor zich met hun naam erop. De namen zijn allemaal met grote letters in hetzelfde handschrift geschreven, dus niet iedereen kan schrijven. De geportretteerden hingen de prints die ze kregen op de deurposten van hun huisje, als een soort naambordje; een ontroerend beeld, je ziet meteen wie er woont.
In de grote zaal kijk ik naar het portret van een magere oudere man met ontbloot bovenlijf, hij draagt een lang koord om z’n nek met daaraan een touwtje en een sleutel. Hij heeft een grappig, vriendelijk gezicht en is de enige die glimlacht, met gesloten mond. Twee meisjes in de zaal vragen me of ik met hun smartphone een foto van ze wil maken voor de bijna de hele achterwand vullende afbeelding van de groene jungle. Zij lachen wel en een van de twee strekt haar armen enthousiast wijd uit. Ze zijn blij met de foto.
Ik heb het gevoel dat er rechts van mij iemand al geruime tijd naar me staat te kijken; ik draai me om en ontmoet de onderzoekende blik van een stilstaande figuur langs een rivier in de jungle, ver weg aan de andere kant van de wereld.

Stephen Gill: Best Before End, t/m 14-7-2013
Koos Breukel & Roy Villevoye: Tí. Nog te zien t/m 19-6- 2013
Foam, Keizersgracht 609, 1017 DS Amsterdam

view counter