Onder redactie van Mr. Kitty van Boven
Roy Donders, reality tv-ster, kapper, stylist en zanger en eigenaar van een kledingwinkel, plaatste camerabeelden op zijn facebookpagina van de vermeende winkeldieven van zijn designkleding. Donders is niet cameraschuw te noemen, maar of dit ook geldt voor de vermeende winkeldieven blijft nog maar de vraag. Het plaatsen van camerabeelden op social-media kan een effectief middel zijn om boeven op te sporen, in het bijzonder wanneer een facebookpagina een bereik heeft van ruim 62.000 volgers. De vraag is of deze camerabeelden eigenlijk wel gemaakt hadden mogen worden - en misschien nog belangrijker: of deze beelden op social-media hadden mogen worden geplaatst.
Het antwoord op de eerste vraag vinden we in het wetboek van strafrecht. Artikel 441b verbiedt het onaangekondigd filmen of fotograferen van personen met een aangebrachte camera in publiek toegankelijke plaatsen. De winkel van Donders is als plaats toegankelijk voor het publiek en is daarmee een publiek toegankelijke plaats. Daarnaast is de bewakingscamera (naar alle waarschijnlijkheid) een aangebrachte camera. Als een bordje ontbreekt dan kan Donders een gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of een geldboete maximaal € 8200,- boven het hoofd hangen. Als Donders zijn klanten laat weten dat er bewakingscamera’s hangen, dan maakt hij niet onaangekondigd beelden en is dus het maken van de beelden niet strafbaar.
Of het openbaar maken van bewakingscamerabeelden op social-media is toegestaan wordt niet geregeld in het wetboek van strafrecht, maar in de auteurswet. Hier staat dat het openbaar maken van een portret niet geoorloofd is wanneer de geportretteerde een redelijk belang heeft dat zich verzet tegen de openbaarmaking. Het portretrecht is hiermee voor de vermeende winkeldieven geen absoluut verbodsrecht tegen het plaatsen hun portretten. Er moet een afweging worden gemaakt tussen het belang van de vermeende dieven tegen de openbaarmaking van de beelden en de vrijheid van meningsuiting van Donders om deze beelden te mogen plaatsen. Bij deze afweging is van belang of de openbaarmaking van de beelden een bijdrage levert aan het publieke debat, of de beelden van een bekend persoon zijn gemaakt, hoe de geportretteerde zich in het verleden heeft gedragen, wat de inhoud, vorm en gevolgen zijn van de publicatie en wat de omstandigheden zijn waaronder de beelden zijn gemaakt.
De bewakingscamerabeelden lijken niet bij te dragen aan een publiek debat, de beelden tonen (vooralsnog) geen BN-ers en de geportretteerden hebben in het verleden niet de publiciteit opgezocht. Bovendien zijn de gevolgen van de publicatie van de camerabeelden op social-media potentieel ingrijpend voor de geportretteerden. Als er tijdens het maken van de beelden een groot waarschuwingsbord voor bewakingscamera’s in de winkel stond, dan kan dit een omstandigheid zijn die in het voordeel van Donders uitvalt, immers: een gewaarschuwd mens telt voor twee. Als het waarschuwingsbordje ontbrak, dan lijkt dit een omstandigheid waaronder Donders de beelden niet had mogen verspreiden.
Bij het ontbreken van een waarschuwingsbord lijkt de bovenstaande belangenafweging in het voordeel van de vermeende dieven uit te vallen. De aanwezigheid van een waarschuwingsbordje voor bewakingscamera’s kan Donders niet alleen een flinke boete of een gevangenisstraf besparen, maar zou voor Donders ook net het verschil kunnen maken om de beelden wel op social-media openbaar te mogen maken.
Wie had gedacht dat een waarschuwingsbordje in een kledingwinkel zo belangrijk kon zijn?
Naschrift van de redactie: de beelden zijn inmiddels verwijderd van de Facebookpagina van Roy Donders.