In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op enerzijds 'I am' van Erwin Olaf, anderzijds 'Everyone a Photographer' van Mattie Boom.
In 2012 verscheen 'OWN', een prachtig uitgevoerd overzicht van het werk van Erwin Olaf. Zeven jaar later kwam onlangs 'I am' uit, ook een fraai overzichtswerk, maar minder kolossaal. Niet een beetje dubbelop? Absoluut niet. Zeker, de boeken overlappen elkaar voor een deel maar het oeuvre van de buitengewoon productieve fotograaf is de afgelopen jaren aanzienlijk uitgebreid. En alleen al vanwege dat recente werk, niet in zijn studio gemaakt maar onder meer in Berlijn, Shanghai en Palm Springs (VS), is de nieuwe publicatie interessant.
De opzet is ook totaal anders. Niet vreemd, want 'I am' begeleidt ook twee tentoonstellingen in het Gemeentemuseum Den Haag en het Fotomuseum Den Haag; (beide tot en met 12 mei). Daar komt bij dat het Rijksmuseum – dat vorig jaar de 'kerncollectie' overhandigd kreeg van de fotograaf – komende zomer een aantal iconische werken van Olaf presenteert 'waarbij de schilderkunst van onder andere Rembrandt, Vermeer en Breitner als inspiratie diende'. Dit alles naar aanleiding van Olafs 60ste verjaardag.
Al die aandacht is niet overdreven want de man die al jaren Nederlands bekendste fotograaf is, heeft de afgelopen 35 jaar een bijzonder oeuvre opgebouwd dat ook internationaal hoog aangeschreven staat. Niet voor niets worden er liefst vier edities van 'I am' op de markt gebracht, in het Nederlands, Engels, Frans en Duits.
Politiek •
Wie de tentoonstellingen in Den Haag nog niet bezocht heeft, moet dat zeker alsnog doen. Want veel werk van Olaf komt toch vooral op groot formaat in een museale omgeving tot zijn recht. Dat geldt zeker voor het werk dat hij de afgelopen vijftien jaar maakte. Ten dele heeft dat te maken met het feit dat hij ook met installaties en video's werkt. En soms zelfs met sculpturen. Zoals het geval is bij de installatie in het Gemeentemuseum Den Haag waarmee Olaf protesteerde tegen de Italiaanse regering die klassieke naakte beelden tijdelijk aan het zicht onttrok om de president van Iran tijdens een staatsbezoek niet tegen de borst te stuiten.
Het is bepaald niet de enige keer dat Olaf uiting geeft aan zijn politiek engagement. En 'I am' maakt duidelijk dat dat engagement veel sterker is dan veel mensen op het eerste gezicht zouden denken.
Het boek heeft een aantrekkelijke opbouw. Eerst zijn er diverse bijdragen van onder anderen Wim van Sinderen die een mooie inleiding schreef met de kop 'Nooit braaf, altijd prikkelend, steeds verrassend', Mattie Boom ('Leren van de klassieken: licht, kader en traditie') en Laura Stamps die de fotograaf interviewde. Daarna volgen min of meer chronologisch alle hoogtepunten sinds de jaren tachtig.
Witkin •
Mede dankzij de korte begeleidende teksten van Olaf zelf kun je zo heel goed volgen hoe de jonge fotograaf die begon in het wilde nachtleven van Amsterdam en aanvankelijk beïnvloed werd door grootheden als Robert Mapplethorpe en Joel-Peter Witkin eigen paden ging bewandelen en uitgroeide tot een beeldend kunstenaar die met fotografie en video zijn eigen wereld vorm geeft en op een heel toegankelijke manier laat zien.
Wat ik knap vind aan Olafs werk, met name van de afgelopen vijftien jaar, is het gegeven dat de extreme perfectie van zijn werk nooit leidt tot saaiheid of steriliteit. Een belangrijk element is juist die perfectie – of het nu gaat om technisch vakmanschap, de casting van de personages, de tot in de kleinste details kloppende inrichting van de interieurs of de regie. Natuurlijk, dit soort geënsceneerde fotografie kan nooit door één persoon gemaakt worden. Olaf heeft zich in de loop der jaren weten te omringen met tal van getalenteerde medewerkers. En terecht bedankt hij die op de laatste bladzijde van zijn boek, in het bijzonder zijn studiomanager Shirley den Hartog. Het boek is overigens mede door Olaf zelf vormgegeven – net zoals 'OWN' destijds.
Everyone a Photographer •
Op de cover van het boek staan drie mannen die ergens vanaf springen. Het lijkt een filmstill maar het is een foto, een echte snapshot. Er zit veel beweging in: een fractie van een seconde uit de 19e eeuw voor altijd vastgelegd. 'Everyone a Photographer' is de titel van het boek dat gaat over de opkomst van de amateurfotografie in Nederland in de periode 1880-1940, met name tot de Eerste Wereldoorlog.
'Everyone a Photographer' zou je de handelseditie kunnen noemen van het proefschrift waarop de reeds hierboven genoemde Mattie Boom, één van de conservatoren fotografie van het Rijksmuseum, in 2017 promoveerde. Het is voor het eerst dat aan het onderwerp amateurfotografie in Nederland zo serieus en diepgravend aandacht wordt besteed.
Het beeld van de drie springende figuren is een uitsnede van een foto die hun sprong nog dynamischer maakt. Het betreft een cirkelvormige Kodak-foto die rond 1892 genomen werd door zekere Willem Frederik Piek jr. en wel tijdens een reis naar de Baltische Zee, Rostock en Warnemünde. Ja, 19e eeuwse fotoamateurs waren welgestelde lieden. Ook koningin Wilhelmina hoorde tot de getalenteerde amateurs die in het boek de revue passeren met hun werk.
De opkomst van de amateurfotografie was niet op de laatste plaats te danken aan het sinds 1888 op de markt komen van makkelijk te bedienen camera's. Kodak speelde daarbij een pioniersrol. Zoals tegenwoordig iedereen met zijn of haar smartphone mooie foto's kan maken, zo kon ook elke welgestelde heer (meestal waren het mannen) eind 19e eeuw zijn eigen leven vastleggen, of het nu ging om gezinsuitbreiding, verjaardagsfeesten of andere familiale gebeurtenissen, of om uitstapjes, sportwedstrijden en niet te vergeten vakanties.
'Doe-het-zelvers' •
Boom onderscheidt drie categorieën amateurs: leden van fotoclubs, de wat zij noemt 'doe-het-zelvers' èn de jonge ondernemers die hun hobby combineerden met het opzetten en runnen van een fotozaak. Vooral die laatsten waren volgens de auteur belangrijk voor het populariseren van het fotograferen.
Het boek bevat een schat aan historische gegevens – onder meer over de ontstaansgeschiedenis van de eerste fotoclubs en hun tentoonstellingen – en meestal niet eerder gepubliceerde foto's, reclamematerialen en fotoalbums. Bij die albums zitten schitterende exemplaren zoals 'Scraps', waaruit ook de coverfoto afkomstig is. En dan te weten dat dit enige nog bewaard gebleven Nederlandse Kodakalbum in 1973 voor een habbekrats gekocht werd op de rommelmarkt op het Waterlooplein.
Verbleekt •
'Everyone a Photographer' is vormgegeven door Irma Boom in dezelfde stijl als twee andere boeken over de fotocollectie van het Rijksmuseum. Het is jammer dat de tekst in het Engels is. Met een Nederlandse editie had men denk ik een breder publiek kunnen vinden.
Het boek is niet op de laatste plaats interessant omdat er zoveel voorbeelden van albums in getoond worden. Daar staat tegenover dat diverse albums zo klein worden afgebeeld dat je nauwelijks meer kunt zien wat er op de toch al vaak verbleekte foto's staat. Minder albums en meer foto's op ware grootte was mijns inziens beter geweest.
Wie een deel van de in het boek opgenomen albums, foto's en reclamematerialen in het echt wil zien, kan nog tot en met 10 juni 2019 in het Rijksmuseum terecht waar een kleine maar fijne tentoonstelling is ingericht.