Geertrui van Herwijnen
„ik heb geen foto-opleiding, maar wel ogen!”

Namibië<br />
foto: © Geertrui van Herwijnen
view counter

Geertrui van HerwijnenHoe klein kan de wereld zijn, hoe werkt toeval? In het Amsterdamse fotografencafé, waar zo’n 80 vakgenoten en andere betrokkenen het feestje vieren van onze 150e bijeenkomst, beland ik toevallig op de enige vrije kruk. Naast een oude kennis, in druk gesprek met een mij onbekende vrouw. Blijken beiden uit het kunstenaarsdorp Bergen te komen, waar ook ik mijn jeugd heb doorgebracht, zij het een paar jaar eerder. Dáár hebben we elkaar nooit getroffen, het leeftijdverschil was net te groot en ik verliet het dorp op mijn 19e. Haar achternaam klonk direct bekend en maakte me duidelijk dat we op pakweg 200 meter van elkaar hadden gewoond, dat ik op school had gezeten met haar oudere zuster en ik herinnerde me haar ouders. En alle drie, zij het heel verschillend, waren we in de fotografie verzeild geraakt.

Geertrui van Herwijnen groeide op in een grote kunstenaarsfamilie. Vader Jan van Herwijnen (1889-1965) was een markante schilder en tekenaar (stillevens, bloemstukken, houtskool tekeningen van krankzinnigen bijvoorbeeld), die aanleunde tegen de ‘Bergense School’. Als kind op de basisschool bekeek ze al kunstboeken met haar vader, en bedacht ze dat ze ‘iets met fotografie’ wilde, maar het kwam er niet van. Eenmaal volwassen ging ze andere creatieve richtingen uit. Zo zat ze een jaar op de Rietveld Academie (“een jaar vond ik wel genoeg”), studeerde euritmie en gaf daar ook les in (mijn woordenboek: antroposofische leer van de harmonie van lichaamsbewegingen in verbinding met woordklanken – Geertrui: “zet dat er maar niet bij, dat klinkt zo zweverig en dat ben ik niet”). Daarna kreeg ze klassieke zangles en zingt veel, doet veel aan dans en muziek, was twaalf jaar DJ voor tango dansavonden.

brede hoge kust<br />
foto: © Geertrui van Herwijnen

Druk(te)

“Mijn artistieke belangstelling zal ik als vanzelf uit het nest hebben meegekregen. Twee van mijn broers en een zuster, alle drie eigenlijk voortijdig overleden, kozen ook voor creatieve richtingen, bij de overigen staat kunst meer op een spaarbrandertje. Mijn broer Thijs was een veelzijdig creatief talent, hij was o.a. een begaafd fotograaf, muzikant, zilversmid en sieraden maker. Hij leerde mijn oudste broer, cameraman, ook sieraden maken. Een zuster studeerde aan het conservatorium en werd fluitiste. Het is kennelijk een familiekwaal. Ik ging als kind veel naar buiten, om de drukte van ons grote gezin, met vaders atelier aan huis, te ontvluchten. We moesten altijd stil zijn, want ‘vader moest werken’. Dat gaf veel druk om je in te houden. Ik wilde graag alleen zijn, de bossen en duinen in, naar de polder en het strand, het lag allemaal heel dichtbij huis. Ik sprak toen eens met een buurman over alle bijzondere dingen die ik dan zag, ik had toen al oog voor details. Het valt in je oog, het valt je toe. Die buurman stelde toen een vraag, die onbewust altijd is blijven hangen: “wat doe je daar nou allemaal mee?”

Je kunt Geertrui een laatbloeier noemen wat fotografie betreft. Ze was lang nauwelijks meer in Bergen geweest, maar in 2005 kreeg ze zowel een caravan (die naast het ouderlijk huis stond), als een kleine camera. “Het idee uit mijn jeugd kwam terug, en toen was het hek van de dam. Ik ging enorm veel fotograferen, buiten in natuur en landschap. Zonder directe aanleiding, het kwam uit mezelf, dacht ik opeens aan wat die buurman me 30 jaar eerder had gevraagd. Toen besloot ik om met mijn foto’s naar buiten te komen. In 2009 had ik mijn eerste expositie en verkocht meteen al veel.”

Sindsdien neemt ze jaarlijks deel aan de Kunst-10-daagse in Bergen, de Schoorlse Kunstdagen, en t/m 1 juli [2013 red.] exposeert ze in Atelier Harrie Kuijten in Groet. “Dat is telkens een hele heisa, waar ik niet zo van houd, ik zou een manager moeten hebben! Ik wil niet dat er grote druk achter komt te staan, het moet vanzelf groeien. Tot nu toe exposeerde ik vooral in de omgeving waar de foto’s ontstonden.”

dakje 3<br />
foto: © Geertrui van HerwijnenGeertrui woont in een flat in Amsterdam, waar ze met andere creatieve bewoners uit het pand permanent exposeert in het trappenhuis en eenmaal een ‘open huis’ expositie hield. Die flat wisselt ze af met haar caravan, inmiddels een andere en opgesteld aan de dorpsrand tegen de polder, dichtbij de duinen tussen Bergen en Egmond. Van daaruit maakt ze haar foto’s op wandelingen en fietstochten door de wijde omgeving. Veelal details, patronen en structuren, soms brede landschappen, vaak wat het toeval haar brengt. Geleidelijk gaat ze steeds vaker erop uit met het idee dat er misschien iets te fotograferen valt, bij voorkeur ’s ochtends vroeg of tegen de avond. Nevel en mooi licht zijn dan haar deel. “Het licht moet goed zijn, heel belangrijk. Niets is heerlijker dan het voorjaar in de duinen met die subtiele tinten. En ’s ochtends is het strand nog ongerept, zonder al die voetstappen. Wat zee en wind uit het zand hebben gevormd is nog intact.”

Echt van mij

Reizen? “Niet veel, daar was vroeger geen geld voor. Ik ga soms op familiebezoek naar Sardinië en voor de tango naar Argentinië, maar niet voor de fotografie. Op reis maak ik herinneringsfoto’s voor eigen gebruik. Ik zie de schoonheid in dingen dichtbij, ik hoef niet zo nodig naar Timboektoe. Als ik ‘echt’ fotografeer wil ik liefst alleen zijn, dan ben ik veel opener. Anderen die niet fotograferen missen het geduld ervoor, dat wil ik ze niet aandoen, dat geeft meer druk. Kijkend naar alles wat ik gedaan heb, en wat mijn familie deed of doet, kan ik zeggen: de fotografie is echt van mij en echt iets voor mij.”

gladde zilverzee<br />
foto: © Geertrui van HerwijnenOp haar laptop zie ik tientallen foto’s voorbij gaan. Details van sneeuw, ijs, vreemde patronen in een slootje, geabstraheerde planten, weerspiegelingen, door de wind gevormde zandstructuren, foto’s die op grafiek lijken. Details waar het gros van de mensen gedachteloos aan voorbij gaat. Bijzonder is dat een groottemaatstaf ontbreekt, dat vaak de suggestie van een enorme ruimte wordt gewekt. Sommige beelden lijken een luchtfoto van een uitgestrekt landschap, eentje doet denken aan de rijen Chinese terracotta soldaten – het zijn details. Je associeert de vormen met iets anders dan wat het is, dat blijft intrigeren. Geertrui wil die associatie niet opdringen of sturen via een titel, dat hindert de fantasie. Ze laat de beschouwer er zijn eigen verhaal bij bedenken. Wel geeft ze sommige foto’s voor zichzelf een naam, zoals de “Bremer stadsmuzikanten” aan een merkwaardige ijsvorm, of “Namibië” aan zandstructuren op de vierkante meter, die inderdaad iets hebben van een luchtfoto van de woestijn.

De stad? “Misschien, ooit, maar ik ben geen Ed van der Elsken. Ik ga misschien wel filmen ernaast, maar ik ben er nog niet uit hoe ik dat kan toepassen of combineren met mijn foto’s. Mijn nieuwe website is in opbouw en ik wil meer met Facebook doen.”

Haar foto’s doen een flinke camera vermoeden, maar nee: “de camera moet wel klein blijven”. Geertrui toont een van de kleinste zoomcompacts, meer ‘ballast’ wil ze niet. Daarbij een heel simpel bewerkingsprogramma. Haar website vermeldt dat ze niets photoshopt. Wel een paar lichte bewerkingen, maar geen manipulaties of dramatisering. Pure fotografie naar de waarneming. “Ik mis dan wel een foto-opleiding, maar ik heb wel ogen!”

view counter