Het gebruik van plugins in een Lightroom-workflow (deel 1)

Gepubliceerd: 29 februari 2012
view counter

afbeelding 3Lightroom is een workflow-pakket dat tot doel heeft om volume-fotografen snel door een grote hoeveelheid foto’s te laten gaan. Bij het bewerken van reeksen foto’s, kijk ik altijd naar hoe gemakkelijk ik die bewerkingen kan overzetten naar andere, vergelijkbare foto’s.

afbeelding 1

Dat werkt immers het snelst. Stel dat ik een blauwe lucht heb die donkerder gemaakt moet worden, dan heb ik in Lightroom 3 mogelijkheden: ik kan de Luminantie van het blauwe kanaal verdonkeren in het HSL paneel. Deze stap is mijn eerste keuze, omdat ik zo’n correctie makkelijkst kan synchroniseren naar andere foto’s met een vergelijkbare lucht, zelfs indien de horizon in die foto’s anders gekaderd is.
Het nadeel is dat die correctie al het blauw in de foto zal aanpakken.

afbeelding 2

Indien er bijvoorbeeld een vijver op de foto staat die niet donkerder mag worden, dan opteer ik voor het verloopfilter op de lucht. Ook dat kan ik nog vrij eenvoudig synchroniseren met andere foto’s: desnoods moet ik de plaats zelf aanpassen.

Maar wat indien er bovendien een gebouw in de foto staat, dan werkt ook het verloopfilter niet meer: immers, dat zou de bovenkant van het gebouw te veel verdonkeren, net zoals een écht verloopfilter zou doen. De aanpassingsborstel van Lightroom is een optie. Omdat die een masker schildert dat heel specifiek voor die foto is, kan ik die echter niet zomaar synchroniseren, en het schilderen zelf vraagt toch wel wat tijd. Zelfs als je Auto-Mask opzet, dat vaak storende halo’s nalaat die extra inspectie vereisen. Op zo’n moment is het misschien interessanter om je heil buiten Lightroom te gaan zoeken en dan kom ja als vanzelf bij de Lightroom-plugins uit.

Een van de voordelen van een wijd verspreid pakket zoals Lightroom is dat externe software-ontwikkelaars, gaande van de hobbyist op zijn zolderkamer tot gereputeerde softwarehuizen, insteekmodules ontwikkelen. Deze plugins hebben tot doel om Lightroom’s standaardfuncties aan te vullen.

Je kan Lightroom plugins opdelen in drie grote categorieën: er zijn creatieve beeldbewerkingsplugins die tot doel hebben je beeld te verbeteren. Er zijn eerder ‘administratieve’ plugins die het beheersaspect van Lightroom vergemakkelijken en er zijn tenslotte plugins die eerder op publicatie gericht zijn. De meeste daarvan breiden de functionaliteit van Lightrooms Web module uit.

In deze en de volgende aflevering bekijken we de eerste categorie van dichterbij. Deze hebben tot doel om zaken sneller en / of beter te doen dan je in Lightroom of Photoshop zou kunnen. We denken hierbij aan taken die anders relatief veel tijd vragen, zoals precies doordrukken en tegenhouden, of gezichtretouches.

De bedoeling van plugins voor de professionele fotograaf is dus dat ze je tijd helpen winnen. Het grootste nadeel van het werken met plugins - behalve hun aanschafprijs - is het feit dat ze niet op het raw-bestand zelf kunnen toegepast worden, maar altijd op een TIFF-kopie. Dat nadeel is meteen ook hun voordeel: doordat plugins rechtstreeks op de pixels van je beeld kunnen werken, net als Photoshop, kunnen ze meer ingewikkelde bewerkingen en selecties maken dan Lightroom.

afbeelding 3

Terugkerend naar het vorige voorbeeld zou ik voor het verdonkeren van de lucht in de foto met het gebouw, een plugin van Nik Software (nikcollection.dxo.com) aanspreken: Viveza. Die maakt immers gebruik van een gepatenteerd selectiesysteem met controlepunten: je plaatst gewoon een controlepunt op een pixel die qua kleur representatief is voor het gebied dat je wil aanpassen, bepaalt de straal van het gebied en de plugin maakt binnen die straal de selectie voor je.

afbeelding 5

Samengevat ziet mijn workflow er dus als volgt uit: zoveel mogelijk in Lightroom doen wat in Lightroom kan gedaan worden: je werkt niet alleen sneller en kan bewerkingen synchroniseren over meerdere vergelijkbare foto’s, maar je blijft ook werken in het raw-formaat. Daardoor werk je niet-destructief (je kan altijd op je stappen terug keren) én je bespaart flink wat plaats: een Raw is ongeveer zes keer kleiner dan een 16 bit TIFF of PSD bestand, het enige bestandsformaat dat qua beeldkwaliteit en flexibiliteit in de buurt van Raw komt. Wanneer een plugin me snellere of betere resultaten levert dan Lightroom of Photoshop, gebruik ik die.

afbeelding 4

Tenslotte gebruik ik uiteraard ook Photoshop voor retouches die ik noch met Lightroom, noch met plugins kan doen: zoals bijvoorbeeld het wegklonen van een hoogspanningslijn.

In een volgende aflevering bekijken we een klusje waaraan veel fotografen een broertje dood hebben: huidretouche en overlopen we een aantal Lightroom- en Photoshop plugins die je hierbij kunnen assisteren.