Ik, fotograaf?

Wereld van Morgen
Gepubliceerd: 28 februari 2013

Laurens Frenken met meer op achtergrondDe dag begon als chauffeur naar Den Haag, mijn ouders wilden een tentoonstelling zien in het Haagse Gemeentemuseum. Ik was vrij, ik hou van auto rijden en na een ritje van vijftig minuten staan we voor de ingang en zien wij een affiche van de tentoonstelling van de Wildlife Photography Awards 2012. Die moet ik zien, dacht ik. Zelf ben ik enthousiast fotograaf, dus vond ik het belangrijk deze tentoonstelling te gaan zien.

De tentoonstelling is indrukwekkend, tragisch en teder. De foto’s zijn weergegeven met uitleg van de fotograaf, met informatie over het betreffende dier of stuk landschap. En ook de instellingen van de camera en gebruikte apparatuur staan beschreven. Dit is voor mij zeer informatief, omdat ik altijd aan het leren ben over hoe een foto gemaakt kan worden. En wat anderen in een bepaalde situatie hebben gedaan.

Het gevoel dat ik gedurende het doorlopen van de tentoonstelling had was eigenlijk voornamelijk haat. En medelijden. Haat jegens de mens, en medelijden met de vaak weerloze dieren die het slachtoffer zijn van menselijke hebzucht. Hebzucht naar geld. Mensen die niet nadenken over de gevolgen van hun acties. Haat, vooral aan de mensen die de aarde vernielen, haat aan de mensen die bossen kappen, dieren doden of verminken; de hoorn van een neushoorn of de vinnen van een haai er afzagen met een kettingzaag, zonder verdoving. En daarna het dier doodleuk vrij laten zodat het langzaam wegkwijnt en sterft.

view counter

Een neushoornkalf dat uitdroogt en verhongert, vervreemd raakt van zijn moeder omdat hij haar niet meer herkent, omdat zijn moeder haar hoorn aan een stroper verloren heeft. Ik voel ook een haat tegen mijzelf. De hypocriet die ik ben, even naar Den Haag rijden om foto’s van de lijdende dierenwereld te zien, en bij te dragen aan de vernieling van de aarde en het smelten van de Noordpool. Ik wil verandering brengen aan die situatie, maar kan één man echt drastische veranderingen brengen? Wat kan een student van bijna 20 nu uithalen? Ik kan de dierenwereld blijven supporten, terwijl ik zelf meedoe aan zijn vernieling. Ik kan blijven genieten van de dierenwereld zo lang hij nog bestaat. En vastleggen wat er mee gebeurt.

Terug naar de foto’s dan maar. Zoals vermeld zijn ze schitterend, en soms tragisch. Maar wat vooral mooi is: de techniek en de creativiteit die de fotografen aan de dag leggen bij het maken van hun foto’s. Dit gaat dan ook niet over het maken van packshots of over architectuurfotografie waarbij het onderwerp, als je geluk hebt, rustig blijft staan. Dit gaat over dieren, natuur. Onvoorspelbare natuur en dieren die niet even rustig blijven wachten om lang genoeg in jouw lens te kijken zodat jij rustig je foto kunt maken. Dit gaat over precieze timing. Op de juiste plek zijn, en dan uren lang wachten tot er een dier voorbijkomt of tot er een beweegt. De toewijding, het uithoudingsvermogen en de inzet die nodig was om de foto te creëren, dat maakt de foto tot jouw foto. Mijn eerste wildfoto’s zijn ook na lang wachten geschoten, ik weet nu wat je er voor over moet hebben. En dat was nog wel op de Hoge Veluwe, waar de uitkijkposten al voor je gemaakt zijn en de dieren met een vast tijdsschema langskomen en vertrekken. Simpel dus, in termen van wildfotografie.

Fotograaf Ofer Levy stond drie uur per dag een week lang in anderhalve meter hoog water bij volle zon en temperaturen van rond de 40 graden met de hoop dat een vleermuis overdag kwam drinken, wat zelden voorkomt, in plaats van tijdens de schemering.
Paul Nicklen, die de titel “Veolia Environnement Wildlife Photographer of the Year” wegsleepte, trotseert de kou van de Noord- en Zuidpool voor die ene perfecte foto. Maakt met bevroren handen, in de ijszee van Antarctica een wereldplaat. En legt voor biologen bovendien vast waarom en hoe de Keizerspinguïns een spoor van bubbels achterlaten terwijl ze het land opschieten. Dit is werk op niveau.

In de categorie fotografen onder 17 jaar won Owen Hearn met een foto van een rode wouw in vlucht op de voorgrond, op de achtergrond vaag een vliegtuig. Owen Hearn, 14 jaar, leeft op het platteland en staat om 5 uur naast zijn bed en is vaak tot 8 uur ‘s avonds onvindbaar: hij ligt in de bosjes te wachten op een hert of vos die voorbij kan komen.

Het zijn goede voorbeelden voor mij, samen met mijn favoriete natuurfotograaf Terje Sorgjerd, die overigens hier niet te zien was. Terje zit uren aaneen in de meeste barre omstandigheden om de prachtige cyclus van de natuur vast te leggen; bij +50 en -40 graden werkt hij gewoon door. De foto’s en time lapse films zijn overweldigend, de toewijding is schitterend (vimeo.com/terjes).

Ik vind het moeilijk de tentoonstelling als geheel te beschrijven, omdat elke foto anders is. Er zijn foto’s over drama en verminking van de dieren, over stroperij. Er zijn actiefoto’s met conflicten tussen dieren onderling en foto’s die de kracht van een dier uitbeelden. Zo majestueus als ze zijn. Foto’s waar zo veel inspanning van de fotograaf wordt gevraagd dat ze nog mooier worden dan ze al zijn. Maar ook hele lieve foto’s; een klein eekhoorntje dat op de kapotte bumper van een oude auto een nootje zit te eten.

Het nadeel van deze tijd is wel dat iedereen zich nu fotograaf noemt; je koopt een camera en je bent fotograaf; zo lijkt het. Maar wanneer ben je fotograaf? Als je afgestudeerd bent van een fotovakschool of Kunstacademie? Bij die regel ben ik geen fotograaf, Owen Hearn ook niet. Maar die regel bestaat niet. Oké, iedereen is fotograaf, maar wie is er beeldcomponist? Een foto is goed als de compositie klopt. Als het onderwerp scherp en duidelijk in beeld is. Het werk van Anton Corbijn is hier een goed voorbeeld van, hij positioneert de bandleden van U2 links vooraan in beeld en laat de leegte van het landschap de andere helft van de foto opvullen. Daardoor wordt zoals hij zelf ook zegt de nadruk gelegd op het verschil tussen man en natuur. (Album cover “The Joshua Tree”).

Mijn eigen poging tot beeld componeren. Een eenzame boom in een zandwoestijn; ver van zijn vrienden in de bosrand verwijderd.<br />
foto: © Laurens Frenken
Mijn eigen poging tot beeld componeren.
Een eenzame boom in een zandwoestijn;
ver van zijn vrienden in de bosrand verwijderd.
foto: © Laurens Frenken

Ben ik nu ook fotograaf?

Wildlife Photographer of the Year: 2012. De tentoonstelling is te zien in het Museon in Den Haag, tot 5-5-2013.
Adres: Stadhouderslaan 37.

Catalogus met extra informatie over foto’s en fotografen beschikbaar in Museon voor € 32,50.

view counter