Buma\Stemra

Buma is veroordeeld tot het betalen van een hogere vergoeding aan componist van de Eftelingmuziek

Op 14 juli 2020 heeft het gerechtshof Amsterdam arrest gewezen in de langlopende zaak tussen Hartveldt (de componist) en Buma.[1] In deze bijdrage wil ik dit arrest kort bespreken.

Laat ik beginnen met de feiten. In 2004 kreeg Hartveldt de opdracht om de Eftelingmuziek te componeren aangeboden o.a. vanwege zijn eerdere werk voor Toverland, een ander themapark. Hartveldt zou daarvoor een vergoeding krijgen van € 40.000 euro. Omdat het veel werk zou worden en omdat hij ook kosten zou moeten maken overlegt hij met Buma. Naast de vergoeding voor de opdracht heeft hij namelijk recht op een vergoeding voor het ten gehore brengen van zijn muziek. In Nederland wordt deze vergoeding door Buma geïncasseerd, en vervolgens uitbetaald aan de muzikant. Buma zou hem hebben gezegd dat dit een lucratieve opdracht zou zijn, althans dat vertelt hij in een recent interview aan de Volkskrant. ‘Elk jaar komen er miljoenen bezoekers in de Efteling. Jaar in jaar uit zal zijn muziek daar klinken. Het is een riante pensioenvoorziening.’[2]

Wetsvoorstel over toezicht op collectief beheer auteursrechten

Op 15 oktober 2019 verscheen een bericht op rijksoverheid.nl over het nieuwe wetsvoorstel genaamd: “Wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten”.[1] In het bericht staat dat minister Dekker (voor Rechtsbescherming) het toezicht op het collectief beheer van auteursrechten verder wil aanscherpen. In deze bijdrage zal ik eerst een kort bespreken wat collectief beheer inhoudt en vervolgens de wijzigingen uit het wetsvoorstel bespreken.

Van collectief beheer wordt in diverse creatieve sectoren gebruik gemaakt, zoals bijvoorbeeld de film-, boeken-, en de muzieksector. Denk bij collectief beheer bijvoorbeeld aan BumaStemra voor muziek, Videma voor films en Pictoright voor beeldmakers. Dit wetsvoorstel gaat over toezicht op en handhaving bij dergelijke organisaties door het College van Toezicht op Auteurs- en naburige rechten (hierna: het college).

Van badeenden en wc-eenden

Al eerder schreven wij in een hoofdartikel over de Rotterdamse badeenden van het Gemeentearchief waar men kennelijk van mening is dat de wet niet voor hen geldt en dat fotografen geen naamsvermelding of vergoeding behoeven te hebben, zelfs niet wanneer werk door dit archief aan anderen wordt geleverd, “omdat dit te ingewikkeld zou zijn.”

Het muisje dat een staartje leek te krijgen is inmiddels geen muisje meer en lijkt de staart te krijgen van een volwassen tyrannosaurus.

Digitalisering

Overheidsarchieven en daarmee gelijk te stellen archieven gaan over tot het digitaliseren van de daar aanwezige foto's. Daar zou in principe niemand bezwaar tegen kunnen hebben, ware het niet dat deze digitaliseringen daarna worden gepubliceerd. Dit zou niet alleen het geval zijn bij genoemd archief, maar ook bij andere archieven. Het is een nieuwe trend deze archieven te 'ontsluiten' en te publiceren op de websites van deze archieven. Het zou wel netjes zijn wanneer dan de auteurs om toestemming wordt gevraagd en hen een passende vergoeding wordt geboden, net zoals anderen, die een website onderhouden, hier ook voor dienen te betalen.

Een groep vooraanstaande fotografen heeft zich verenigd tot een denktank en sprak zich over deze zaak uit in een verklaring. Deze werd aan belanghebbenden aangeboden, onder andere aan Pictoright waar men op dit moment 'namens fotografen' ongevraagd regelingen heeft getroffen en treft met de archieven om tot collectieve overeenkomsten te komen. U vindt de verklaring onderaan dit artikel [1].