Carl Lapeirre

Aaron Lapeirre

'Ik kook graag,' zegt Aaron Lapeirre (1986) terwijl hij de pan op het vuur zet. 'Heb jij al gegeten?' Letterlijk 'tussen de soep en de patatten' praten we een hele avond over fotografie en over de absolute vrijheid waarmee het beoefend zou moeten worden. De zomerse avondzon streelt ons op hetzelfde terras waar ik vijftien jaar geleden zijn vader Carl heb geïnterviewd. Aaron was toen nog een puber, maar is ondertussen opgegroeid tot een zelfbewuste jongeman. Sportvliegtuigen dalen, net als toen, in glijvlucht af naar de luchthaven van Wevelgem, juist achter de tuin. De poes vlijt zich tegen mijn been aan en laat duizend haren achter op mijn zwarte broek. De schnitzel smaakt heerlijk!

Vagebond

Carl Lapeirre

Carl Lapeirre vertelt over de blindenschool in Malawi die hij al een paar keer bezocht heeft. “De jonge mensen die ik er fotografeer, zal ik nooit manipuleren om iets voor me te laten doen dat ze niet willen,” zegt hij. “Ik fotografeer hen met respect. Eigenlijk ben ik een voyeur. Ik ga alleen kijken, iets dat zij niet kunnen. Ze realiseren zich dat zelfs niet altijd, want ze weten niet wat “zien” is. Kijk naar het blinde meisje op deze foto.  Die blindheid zit niet alleen in het afschermen van haar ogen, maar ook in het donkere vlak achter haar. Tegelijk zit er echter ook licht in het beeld: hoop! Ze is albino, wat wil zeggen dat ze misschien niet volledig blind zal worden.. Die hoop wil ik haar graag geven. Er is ook de leegte. Die kinderen lopen de muren op van verveling. Er is daar niets te doen, niets te beleven. Het beeld is compleet symmetrisch opgebouwd; juist wat men vandaag soms zo vervloekt. Alles staat er stil. Wanneer ik hen fotografeer, merk ik hoe ze me volgen met hun blinde ogen. Ze “zien” me met hun oren. Hun andere zintuigen zijn dubbel zo sterk ontwikkeld. Altijd heb ik een respectvolle afstand bewaard.

Ingrid, de vrouw van Carl, zegt: “Hoe is het mogelijk dat ze die kinderen zo alleen laten?!” “Dit beeld toont de gelatenheid in hun eenzaamheid,” zegt Carl. “Het kleine beetje licht in het beeld, is de hoop, de zorg van één dame voor deze kinderen. Ik leg het allemaal een beetje symbolisch uit, maar zo zie ik dat. Het is de invloed van mijn mentor die me zo heeft leren kijken naar beelden.” Carl vertelt dat hij en Ingrid sinds 1996 regelmatig naar Afrika reizen. Ze gaan er altijd op bezoek bij mensen die er een project leiden. Zo volgden ze drie jongeren, waarvan één uit Bissegem, de gemeente bij Kortrijk waar Carl en Ingrid wonen, die voor drie maanden naar Malawi gingen om er stage te lopen voor hun studie orthopedagogie. ”We bezochten de blindenschool waar ze werkten,” vertelt Carl. “Eén van de studenten at, sliep en leefde er als de Afrikanen. Ik had voordien al veel respect voor hem,” zegt Carl, “maar daarna nog veel meer. Het bezoek aan die school boeide me meer dan de rest van de reis door Malawi. Het greep me zo aan. In de korte periode dat we er waren, kreeg ik zoveel informatie. Als fotograaf kon ik er zoveel mee doen.