Diane Arbus

Fotografische ontmoetingen van Alec Soth

Een keuze uit
Gepubliceerd: 27 april 2019

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op 'I know how furiously your heart is beating', het nieuwe boek van Alec Soth.

Een erker badend in een zacht licht. Voor het raam een parkietje dat wellicht vrij mag rond vliegen in de kamer. Het vogeltje kijkt niet door het raam naar buiten maar misschien wel naar de fotograaf. Op een vensterbank liggen een paar kleine boeken, waarschijnlijk gebedsboeken. Over de hele foto lijkt een sfeer te hangen van een stille zondagmorgen.
Op deze manier zou je de foto kunnen beschrijven die helemaal aan het begin staat, nog vóór de titelpagina, van het nieuwe fotoboek van de gevierde Amerikaanse fotograaf Alec Soth. De titel 'I know how furiously your heart is beating' is ontleend aan een gedicht van Wallace Stevens. Soth is vooral bekend geworden sinds de publicatie van zijn boek 'Sleeping by the Mississippi' (2004), door Martin Parr en Gerry Badger in The Photobook, deel 2, geprezen als 'a poetic and dark book, full of quiet, lyrical and poignant pictures that touch us more deeply with every viewing'.

Vivian Maier blijft verrassen, óók in kleur

Een keuze uit
Gepubliceerd: 25 januari 2019

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op 'Vivian Maier – Die Farbphotographien'.

Het is en blijft een ongelooflijk verhaal. Het verhaal van Vivian Maier (1926-2009), een Amerikaanse nanny (zeg maar kinderoppas) die tientallen jaren op de straten van New York en – vooral – Chicago en omgeving fotografeerde zonder dat iemand, uitzonderingen daargelaten, daar ooit iets van terugzag. Een zeer eigenzinnige alleenstaande vrouw die op het einde van haar leven in de problemen kwam, de huur niet meer betaalde van de opslagruimte waar ze haar gigantisch archief - bestaande uit meer dan 100.000 foto's, negatieven, dia's films en onontwikkelde filmrolletjes - opgeslagen had. En hoe die enorme verzameling, omdat ze niet reageerde op aanmaningen, voor een paar honderd dollar in handen kwam van een veilingmeester die het materiaal in drie parten verdeelde en verkocht aan drie verzamelaars. Dat was in 2007. Het grootste deel kwam in handen van zekere John Maloof. Hij probeerde in contact te komen met de voor hem onbekende fotografe die toen nog leefde maar slaagde daar niet in. Pas nadat hij in het voorjaar van 2009 haar overlijdensbericht in de krant had gelezen, begon hij een aantal foto's op internet te zetten om ze weer door te verkopen.

Een melancholieke reis langs de Mississippi

Een keuze uit
Gepubliceerd: 30 september 2017

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op Sleeping by the Mississippi van de Amerikaanse fotograaf Alec Soth.

Het zou een kamerwand kunnen zijn in een leegstaand huis, wie weet een sloophuis. De onderkant van de wand lijkt bedekt met houten planken vol knoesten maar het zal wel behang zijn, hooguit goedkoop fineer. De muur erboven is lichtgeel en zit vol donkerder plekken met hier en daar roestige spijkertjes waaraan waarschijnlijk ingelijste familiefoto's hebben gehangen. Die lege plekken versterken het gevoel van verlatenheid. Niet alleen de bewoners zijn vertrokken, ook hun dierbaren. Eén foto is blijven hangen, wellicht geknipt uit een tijdschrift, een foto van een prachtig landschap waar een rivier door stroomt.

Grote namen uit de Amerikaanse fotografie

Een keuze uit
Gepubliceerd: 30 augustus 2017

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op twee boeken die uitgegeven werden door Schirmer/Mosel Verlag: Centennial van Irving Penn en Arbus, Friedlander, Winogrand – New Documents 1967.

John Szarkowski leidde meer dan dertig jaar lang het 'Department of Photography' van het Museum of Modern Art in New York, het eerste museum ter wereld met zo'n fotografie-afdeling, opgericht in 1940. Hij is de auteur van diverse belangrijke boeken, waaronder The Photographer's Eye en het vierdelige The Work of Atget (samen met Maria Morris Hambourg) en stelde verschillende spraakmakende tentoonstellingen samen. Een van de meest invloedrijke was de tentoonstelling die hij in 1967 in het MoMA organiseerde onder de titel 'New Documents'.

In deze expositie bracht Szarkowski drie Amerikaanse fotografen samen die op dat moment nog niet zo bekend waren maar inmiddels tot de grote namen van de internationale fotografie worden gerekend: Diane Arbus (1923-1971), Garry Winogrand (1928-1984) en Lee Friedlander (1934). (Laatstgenoemde, de enige van het drietal die nog leeft, timmert als tachtiger overigens nog steeds flink aan de weg). De drie werden gepresenteerd als belangrijke vertegenwoordigers van een nieuwe generatie documentaire fotografen.

De verliefde camera - Ed van der Elsken

Een keuze uit
Gepubliceerd: 1 maart 2017

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op De verliefde camera - Ed van der Elsken.

In de laatste jaren van zijn leven werkte Ed van der Elsken (1925-1990) aan een boek dat 'zijn beste foto's' moest bevatten. Het boek werd postuum uitgegeven in 1991 onder de titel Once upon a time. De weemoed die de titel wekte, werd nog versterkt door de ontroerende foto op het omslag, waarop we Van der Elskens zoontje Johnny zien die troost lijkt te vinden bij zijn paardje.

De prachtige monografie, in hetzelfde kloeke vierkante formaat uitgevoerd als verschillende andere boeken van Nederlands beroemdste fotograaf, verscheen bij gelegenheid van een retrospectief in het Stedelijk Museum Amsterdam. In datzelfde museum is nu tot en met 21 mei 2017 de tentoonstelling 'Ed van der Elsken – De verliefde camera' te zien die gepresenteerd wordt als 'het grootste overzicht wereldwijd van zijn werk in 25 jaar’. Het gaat om een reizende tentoonstelling die ook Jeu de Paume in Parijs en Fundación MAPFRE in Madrid aan zal doen. Er verscheen een vrijwel gelijknamige catalogus.

Een mooie monografie over Louis Faurer

Een keuze uit
Gepubliceerd: 27 januari 2017

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op de monografie Louis Faurer.

The New York School of Photography. Onder die noemer worden fotografen gerangschikt die tussen eind jaren dertig en begin jaren zestig actief waren in New York en vooral de stad en haar bewoners als onderwerp hadden. Het waren fotografen die niet op de laatste plaats de kost verdienden bij tijdschriften maar letterlijk de straat opgingen voor hun vrije werk. Er zitten zulke grote namen bij als Richard Avedon, William Klein, Robert Frank en Lisette Model maar ook minder of amper bekende figuren zoals Ted Croner en David Vestal. Ook Louis Faurer (1916-2001) hoort tot de laatste categorie. Maar gelukkig is er nu een mooie monografie aan hem gewijd, weliswaar bescheiden van omvang, maar dat had hij zelf misschien ook zo gewild.

Faurer, in 1916 geboren in Philadelphia, was 13 toen hij een paar tekeningen stuurde naar Walt Disney en prompt een uitnodiging kreeg voor een nadere kennismaking. Het liep anders. Faurer volgde een opleiding voor 'commercial lettering' en verdiende wat bij met het maken van karikaturen. Rond 1937 begon hij te fotograferen – Walker Evans was zijn grote voorbeeld.

Fotografie langs de Amsterdamse grachten

Een langzame schemering daalt neer over de stad. De auto’s op de gracht hebben al hun te felle koplampen aan, maar ik fiets nog zonder licht. Het is nog láng geen avond, en als je langs de bomen omhoog kijkt zie je dat het niet eens echt donker is; ook de straatlantaarns branden nog niet. Met mijn kleine cameraatje kan ik zonder probleem en hinderlijke flits een foto maken.
Maar ik fiéts al door een foto, realiseer ik me, hier op de Amsterdamse Prinsengracht, die velen alleen van foto’s kennen. Of van een schilderij. Al die van elkaar verschillende grachtenhuizen, auto’s geparkeerd langs het water, de zachte bogen van een door lampjes verlichte brug. Aan de overkant is een heel stuk gracht leeg en kaal – alle bomen daar zijn verhuisd. Er wordt aan de kaden en het wegdek gewerkt, en als ik de grote graafmachine wegdenk, herken ik de gracht zoals je die op een zeventiende-eeuws schilderij ziet, een lege kade, geen hoge bomen of woonboten, en vooral: geen auto’s.

Dit jaar wordt er veel gevierd in Amsterdam: na tien jaar gaat het Rijksmuseum weer open, het Concertgebouw staat er al honderdvijfentwintig jaar, en vierhonderd jaar geleden werd met de bouw van de grachtengordel begonnen. En ik fiets fluitend langs die grachten, als ik kon fluiten tenminste. Meer dromend eigenlijk, half neuriënd slinger ik om auto’s en toeristen heen, en denk aan vroegere avondwandelingen met mijn grootvader die, stevig voortstappend, de handen op de rug, ons eindeloos verhalen vertelde over al die verschillende soorten gevels, en de geschiedenis van de grachtenhuizen.
Het mooie is dat er nu zo veel panden als museum zijn te bezoeken, en, nog mooier, dat er op de Keizersgracht op loopafstand van elkaar zelfs twee serieuze fotografie-musea in prachtige panden huizen. Soms geniet ik er meer van interieur en grachtentuin dan van het daar geëxposeerde, maar dat is een geheim.