FEP - Federation of European Professional Photographers

FEP - Federation of European Professional Photographers
Willebroekkaai 37
1000 Brussels BE

Danny Migalski

Emily's Place

Emily Migalski opent een houten doos en vraagt me welke thee ik wil. Mijn vinger dwaalt over de verschillende builtjes en valt stil bij ‘kaneel’ omdat ik die niet ken en eens iets anders wil proeven. “De kaneelthee is heerlijk! Dat is een goede keuze. Komt er zo aan,” zegt Emily en ze verdwijnt naar de keuken. Naast de fotozaak van Danny, runt ze al ruim tien jaar een Bed & Breakfast in hun ruime, landelijke huis in een residentiële buurt van Zonhoven. De naam van deze gemeente tussen Hasselt en Genk straalt zelf al vreugde uit: Zon-hoven. Deze levensvreugde weerspiegelt zich compleet in de riante B&B van Emily. “We stonden als enige in de Lonely Planet!”, straalt ze terwijl ze de antieke theepot binnenbrengt. “It’s a feast with Emily’s Place!” stond er. “Ik deed vroeger de winkel”, vertelt ze. “Bij de opkomst van het digitale liep dat terug. Ik was van plan om een halftijdse job te zoeken, maar toen zagen we een advertentie. Tijdens de races in Zolder waren er altijd slaapplaatsen tekort in de buurt. Dat bracht ons op het idee om hier boven mooie gastenkamers te maken. Onze dochters zijn erg ambitieus.

Zonhoven

We zitten in het kantoor van Danny Migalski (°1957). “Binnenkort gaan we de winkel verbouwen,” vertelt hij. “Ik ga er mijn kantoor installeren zodat ik ruimer zit. De omzet via de winkel stelt niet zoveel meer voor. Ik werk voornamelijk voor bedrijven. Huwelijken en communies zijn heel erg teruggelopen. Er horen een hoop andere artikelen bij, en daar ben ik niet mee bezig. Zonhoven is een gemeente met 20.000 inwoners. Voor publieksfotografie ben ik hier niet goed gelegen, maar ik ben op nauwelijks 100 m van deze plek geboren, en toen ik begon als zelfstandig fotograaf was hier niets. Het grootste deel van mijn omzet is altijd uit reclame gekomen; de rest, waaronder O&A en publieksfotografie in de studio, kwam er gemakkelijk bij, maar nu is dat weer helemaal weggevallen.”

Carl Lapeirre

Carl Lapeirre vertelt over de blindenschool in Malawi die hij al een paar keer bezocht heeft. “De jonge mensen die ik er fotografeer, zal ik nooit manipuleren om iets voor me te laten doen dat ze niet willen,” zegt hij. “Ik fotografeer hen met respect. Eigenlijk ben ik een voyeur. Ik ga alleen kijken, iets dat zij niet kunnen. Ze realiseren zich dat zelfs niet altijd, want ze weten niet wat “zien” is. Kijk naar het blinde meisje op deze foto.  Die blindheid zit niet alleen in het afschermen van haar ogen, maar ook in het donkere vlak achter haar. Tegelijk zit er echter ook licht in het beeld: hoop! Ze is albino, wat wil zeggen dat ze misschien niet volledig blind zal worden.. Die hoop wil ik haar graag geven. Er is ook de leegte. Die kinderen lopen de muren op van verveling. Er is daar niets te doen, niets te beleven. Het beeld is compleet symmetrisch opgebouwd; juist wat men vandaag soms zo vervloekt. Alles staat er stil. Wanneer ik hen fotografeer, merk ik hoe ze me volgen met hun blinde ogen. Ze “zien” me met hun oren. Hun andere zintuigen zijn dubbel zo sterk ontwikkeld. Altijd heb ik een respectvolle afstand bewaard.

Ingrid, de vrouw van Carl, zegt: “Hoe is het mogelijk dat ze die kinderen zo alleen laten?!” “Dit beeld toont de gelatenheid in hun eenzaamheid,” zegt Carl. “Het kleine beetje licht in het beeld, is de hoop, de zorg van één dame voor deze kinderen. Ik leg het allemaal een beetje symbolisch uit, maar zo zie ik dat. Het is de invloed van mijn mentor die me zo heeft leren kijken naar beelden.” Carl vertelt dat hij en Ingrid sinds 1996 regelmatig naar Afrika reizen. Ze gaan er altijd op bezoek bij mensen die er een project leiden. Zo volgden ze drie jongeren, waarvan één uit Bissegem, de gemeente bij Kortrijk waar Carl en Ingrid wonen, die voor drie maanden naar Malawi gingen om er stage te lopen voor hun studie orthopedagogie. ”We bezochten de blindenschool waar ze werkten,” vertelt Carl. “Eén van de studenten at, sliep en leefde er als de Afrikanen. Ik had voordien al veel respect voor hem,” zegt Carl, “maar daarna nog veel meer. Het bezoek aan die school boeide me meer dan de rest van de reis door Malawi. Het greep me zo aan. In de korte periode dat we er waren, kreeg ik zoveel informatie. Als fotograaf kon ik er zoveel mee doen.