Luc Peeters

Luc Peeters Luc Peeters. Gekend om zijn huwelijksfotografie in een fotojournalistieke stijl: eerlijke emoties in plaats van versleten poses. Heeft voordrachten gegeven over zijn werk in heel de wereld. Studiofotografie in een sterke, grafische stijl. Bedrijfsfotografie en hotelfotografie. Houdt ervan om schrijven te combineren met fotografie.
www.keoon.be.
Stuur Luc een e-mail.

Steven Massart 2

Het kanon van de piratenboot staat recht op mijn hart gericht, klaar om te vuren. Aaron (3) leidt de aanval op mij, de avondlijke indringer op het dakterras van de familie Massart. De bedreiging komt eerst vanop zijn schip, vervolgens via een wurggreep. 'Kleine mannen veranderen uw leven', lacht Steven Massart. 'Iris is uit met vriendinnen. Aaron is een gemakkelijke jongen. Ik wist dat ik dit interview niet moest afzeggen.' Aaron knijpt ondertussen mijn keel verder dicht.

Canon

De houtskool in de barbecue knispert. Blauwe rook kringelt verticaal de blauwe lucht in. Geen zuchtje wind. Suikerstad Tienen ziet de zomerzon zakken. De bakstenen muur tegenover het dakterras kleurt diep-oranje en straalt opgespaarde warmte uit. Het is alweer zeven jaar geleden dat ik Steven hier heb geïnterviewd. Het huis was nog een bouwwerf. 'Er is zoveel veranderd', zegt Steven. 'Niets is nog hetzelfde, zelfs mijn cameramerk niet. Nu werk ik met Canon omwille van de tilt/shift lenzen. Vooral de 17mm is super!'

Nick Claeskens

Heimwee naar wat zal verdwijnen

'Er zit een nostalgische kronkel in mijn hoofd', zegt Nick Claeskens (°1990) 'Ik vind het jammer dat er zoveel verdwijnt. Daarom maak ik deze reportages. Binnenkort is alles weg. Alleen mijn foto's zullen getuigen van wat er ooit geweest is.'

We spreken mekaar terloops en onverwacht tijdens een demodag van de Fuji GFX in mijn eigen fotostudio te Antwerpen. Nick werkt al vijf jaar bij Foto Grobet in Antwerpen, de verdeler van de nieuwe Fuji middenformaatcamera. Als vertegenwoordiger van de verdeler zit hij hier mee aan de presentatietafel. Een atypisch boek tussen de X-bodies en de Y-lenzen trekt mijn aandacht. Niet vermoedend dat de auteur tegenover mij zit, blader ik aandachtig door het boek. Wanneer ik mijn waardering uitspreek voor de foto's, blijkt dat ik ongewild een compliment geef aan de jonge fotograaf zelf. Het is de aanleiding voor een diepgaander gesprek.

'Mijn opleiding heb ik gevolgd aan de Karel De Grote Hogeschool te Antwerpen - Linkeroever. De nadruk lag op de technische kant van het vak, en daar ben ik heel dankbaar voor,' vertelt Nick. 'Eerst heb ik een tijdje gewerkt als freelancer voor enkele kranten, maar vervolgens heb ik voor de zekerheid gekozen en ben ik als verkoper aan de slag gegaan bij Foto Grobet. Ik heb nog steeds mijn BTW-nummer. Dat behoud ik omdat ik wil blijven werken als fotograaf in bijberoep. Anders zou het echt jammer zijn dat ik dit gestudeerd heb.'

Sven Soetens

Ambitie is altijd de drijvende kracht geweest achter Sven Soetens (°1970). Het voorwerp van zijn ambitie heeft zich in de loop der jaren echter gewijzigd van zakelijk naar persoonlijk geluk.

We treffen mekaar in Kemzeke, een ‘boerendorp’ zoals Sven het omschrijft, en deelgemeente van het ‘veel grotere’ Stekene. De viewing room achter zijn klassieke fotowinkel is een intieme ruimte waar hij zijn klanten ontvangt: gezellige sofa’s, een koffietafel, een groot TV-scherm en luxueuze fotoalbums op een staander. Vroeger was dit een bureel. De verbouwing is recent. Ze staat symbool voor de metamorfose die Sven zelf ook ondergaan heeft, als fotograaf én als persoon.

Fluo golfballetjes

‘Het ondernemerschap zat van jongs af aan in mijn bloed. Reeds toen ik 14 was wilde ik snel en veel geld verdienen,’ begint hij. ‘Ik spreek over de jaren ’80: Lacoste hemdjes, Millet donsjassen, Samsonite aktetassen en golfbal-sleutelhangertjes… alle statussymbolen waar een materialistische puber van droomde. Achter mijn ouderlijk huis in Kapellen lag een golfterrein met oefenveld. Rockefeller Soetens schreef zijn eerste businessplan: 20 frank voor een balletje, 25 frank voor ééntje met een oogvijs erdoor, 30 frank voor één met een sleutelhanger eraan, maar dubbel tarief voor de schaarse fluo kleurtjes! Na een bezoek van de politie viel mijn eerste businessplan echter in de golfvijver. Mijn creatieve plan strookte niet met mijn businessplan, maar ik ben steeds creatief blijven denken en heb zo toch mijn eigen rijkdom gecreëerd.’

Dirk Bogaerts

Op weg naar Rahier, diep in de Ardennen. Zwart asfalt slingert tussen wit besneeuwde bermen. Een achtergelaten Duitse tank uit de Tweede Wereldoorlog prijkt op een pleintje. Een Amerikaanse barak in camouflagekleuren doet dienst als museum van de Battle of the Bulge, het laatste Duitse offensief aan het Westelijk front. Ik rijd over de brug die de Amerikanen wilden opblazen om de Duitsers te stoppen, maar ze deden het niet omdat ze in de war gebracht waren door Engels sprekende infiltranten in hun eigen troepen. Nu staat het bruggetje er nog, onbewust van de historische rol die het (niet) gespeeld heeft. Smeltwater spettert uitgelaten tegen de pijlers. Wat eens het decor vormde voor een bloedige veldslag, is vandaag een bucolisch landschap. Hier heerst alleen de vrede. Sinds de afrit van de autostrade, zo'n vijfentwintig kilometer geleden, hebben twee auto's mijn pad gekruist. Mijn eindbestemming ligt in Rahier, een deelgemeente van Stoumont. Geen enkele weg die hier doorloopt, brengt je naar ergens anders. Een kerktorentje priemt uit het dal. Enkele huizen in donkere natuursteen vleien er zich omheen. Landerijen strekken zich uit tot de bossen op de heuvelruggen rondom.

Ingesneeuwd

Hier ontmoet ik Dirk Bogaerts (1971). Knerpende kiezels onder mijn banden kondigen mij aan. Na een rit van twee en een half uur parkeer ik mijn wagen naast twee vier maal viers. 'Die heb je hier wel nodig,' zal Dirk later toelichten. 'Het is niet uitzonderlijk dat je hier in de winter ingesneeuwd raakt. In tegenstelling tot Vlaanderen zorgt dat hier niet voor het stilvallen van het leven. Men is er op voorbereid. Alles gaat gewoon door. Met een rustgevende glimlach.'

Altijd vakantie. Dat gevoel krijg ik wanneer ik, dampende kop koffie in de hand, van aan de keukentafel over de eindeloze vallei droom. 'Altijd vakantie, maar nooit thuis,' lacht Dirk's echtgenote Tina. 'De voorbije maand is hij vier dagen hier geweest.'

Karel Waignein

Het is niet om te lachen. De wereld is in gevaar!

'Dit is geen fotografie meer! Dit is beeldmanipulatie!' foeterde een orthodoxe foto-liefhebber toen hij Karel Waignein's surrealistische beelden bestudeerde. 'Het gaat me niet om de zuivere fotografie,' antwoordde Karel. 'Meestal maak ik vooraf schetsen en tekeningen van wat ik wil realiseren. De fotografie helpt me om tot het beoogde resultaat te komen'.

Van Geluwe

'Ik ben begonnen in een oude champignonkwekerij', vertelt Karel Waignein (1959°). 'Het was er zo koud en vochtig... De schimmel stond op mijn soft-boxen. Nu zit ik met mijn studio en kantoor in dit nette bedrijvencomplex, maar ik pin me hier niet vast. Ik ben niet afhankelijk van de bedrijven rondom mij. Ik werk overal. Mijn studio is ter plaatse snel opgebouwd. Momenteel ben ik op zoek naar een ander onderkomen, wel ergens in de buurt, want hier in de grensstreek liggen mijn roots. Om heel precies te zijn ben ik Van Geluwe, maar dat zeg ik niet meer hardop. Die naam is besmeurd sinds de 'relatietje-zo-bisschop' met dezelfde naam.' (Lacht)

Aaron Lapeirre

'Ik kook graag,' zegt Aaron Lapeirre (1986) terwijl hij de pan op het vuur zet. 'Heb jij al gegeten?' Letterlijk 'tussen de soep en de patatten' praten we een hele avond over fotografie en over de absolute vrijheid waarmee het beoefend zou moeten worden. De zomerse avondzon streelt ons op hetzelfde terras waar ik vijftien jaar geleden zijn vader Carl heb geïnterviewd. Aaron was toen nog een puber, maar is ondertussen opgegroeid tot een zelfbewuste jongeman. Sportvliegtuigen dalen, net als toen, in glijvlucht af naar de luchthaven van Wevelgem, juist achter de tuin. De poes vlijt zich tegen mijn been aan en laat duizend haren achter op mijn zwarte broek. De schnitzel smaakt heerlijk!

Vagebond

Jacques Bakker

We hebben er niet om gevraagd en we hadden er niets in te zeggen, en toch is het ons allemaal overkomen: ons leven. Het was een gooi van de dobbelstenen; het lot besliste over de plaats waar we geboren zijn en het tijdstip. Ons leven zou volledig anders verlopen zijn als we in een andere familie, op een andere plek of een ander moment ter wereld waren gekomen. Met de voortdurende ontrafeling van de DNA structuur komen de oneindige variaties te voorschijn in de chemische verbindingen die ervoor zorgen dat ieder van ons uniek is. Ook al heb je een identieke tweelingbroer, toch bestaat er maar één persoon op de wereld zoals jij. Jouw leven als man, vrouw, blanke, zwarte, grote, kleine, slimme, domme, rijke, arme, een sympathieke pee of een etterbak, met alle variaties en nuances daar tussenin, heeft vorm gekregen op het moment dat het zaadje de eicel bevruchtte. Je genetisch materiaal bepaalt zowel je fysieke als mentale talenten én gebreken. Je intelligentie en karakter liggen vast vanaf de bevruchting.

'Deze portretserie zou ik 'Gedwongen Evolutie' willen noemen', zegt Jacques Bakker, 'maar het is een voorlopige werktitel. Die kan nog aangepast worden, maar dat is wel de essentie: ik heb niet om dit leven gevraagd. Ik heb er niet om gekozen te zijn wie ik ben. Ik weet niet wanneer en hoe het ophoudt, en daar ben ik ontzettend bang voor. Iedereen wil lang leven, maar niemand wil oud zijn. Zelf zou ik liever niet ouder worden, want ouderdom brengt niks dan narigheid mee, zowel voor jezelf als voor de mensen rondom jou. Ik heb echter geen keuze: ofwel word ik ouder, ofwel houdt mijn leven op en is het voorbij. Het is een gedwongen evolutie van geboorte naar dood. De filosofie over de lotsbestemming is de basis voor deze reeks. Het leven is een dodelijke ziekte.'

Koen De Langhe

Over heuvels en dalen gaat ons leven; soms hebben we het gevoel dat we de top bereiken, om ons vervolgens wanhopig af te vragen hoe het nu toch verder moet. Ervaring met tegenslag krijgt de ene klein en brengt de andere het vermogen om te relativeren. Een hoogtepunt maakt ons niet langer euforisch, want we weten dat na de beklimming de afdaling volgt. De sombere gedachten die een dieptepunt ons brengt, waaien vanzelf weer weg als een wolk die de zon slechts tijdelijk bedekt. Deze wijsheid leidt tot een gematigde houding van geluk, het geluk dat ook natuurfotograaf Koen De Langhe uitstraalt. Zijn foto's maken ons goed gezind. Ze zijn een tegengif voor de overdosis pessimisme die we dagelijks via alle media over ons krijgen.

De weg leidt me over heuvels en dalen naar Koen’s deels gerenoveerde boerderij in het Hagelandse Holsbeek. De Duitse herder Lucca bewaakt haar territorium. Ze verwelkomt me met luid geblaf en een uitgebreide snuffel. Ik mag binnen, of ook naar buiten, waar ze een grote stok zoekt om samen mee te spelen. Koen nodigt me uit met koffie en kersentaart op het terras in zijn gulle tuin vol wilde bloemen. Enthousiast vertelt hij over zijn passie voor de fotografie.

Isabel Corthier

Vier hoog brengt de trap mij naar een uitzicht op de Schelde en de ondergaande zon. Zwaar-geladen binnenschepen varen geluidloos voorbij. Op het Galgenweel, aan de andere kant van de rivier, dobberen Optimist-bootjes estafettes. 'Dat ga ik binnenkort ook doen', zegt Isabel Corthier. 'Leren zeilen: dat heb ik al lange tijd willen doen.'

Moderne Nomaden

'We wonen hier tijdelijk', vertelt Isabel. 'Elke keer wanneer we naar België komen, vinden we wel iets. Soms is het een mooi en groot appartement, soms is het een studentenkamer die we voor een tijdje kunnen huren. Deze keer hebben we geluk. Ze wijst naar de gitaar en de partituren op de lounge sofa die zo groot is als een eiland. 'Nu ben ik bezig met gitaarlessen. Heb ik ook altijd willen doen. Het leven is één avontuur. Je moet alle kansen grijpen die je krijgt.'

Architectuur

We kijken samen naar de gerenoveerde vismijn aan de achterkant van het appartement. 'Prachtig gedaan, hé', zegt Isabel. 'Esthetiek in al zijn vormen kan ik enorm waarderen. Van opleiding ben ik architecte. Ik heb het oog voor verhoudingen gekregen. Vijf jaar gestudeerd en dan drie jaar stage gelopen, waarna ik bij verschillende architecten gewerkt heb, waaronder bij Bob Van Reeth. Mijn eigen huis heb ik helemaal verbouwd, maar gaandeweg ervoer ik dat dit niet mijn ding was. Het sociale aspect miste ik. Ik ben zo graag onder de mensen.'

Mathieu Damiens

Als één beeld meer zegt dan duizend woorden, dan is dat een bijzonder moeilijk uitgangspunt voor een geschreven artikel over een fotograaf. Wat moet ik met die duizend woorden, wanneer het beeld toch zoveel meer zegt? Duizend woorden voegen hoogstens een komma toe, zetten een vraagteken, of plaatsen een dik vet uitroepteken bij het beeld. Zo werkt trouwens ook de reclame: onze aandacht wordt getrokken door een krachtig beeld dat meer zegt (of oproept) dan duizend woorden. De toegevoegde tekst zet alles in de gewenste context: “Voor slecht 49,00€ krijg ook jij dit sexy silhouet met Beyoncé’s bikini!” Tieners stelen de H&M posters uit bushokjes, niet omwille van het voordelige prijskaartje van de zuinige lapjes textiel die erop aangeprezen worden, maar wel omwille van de waargeworden droom die ze met plakband boven hun bedje kunnen hangen.

In een roes van A naar B

Zo komt me het beeld voor ogen dat bij de lancering van de nieuwe Rolls Royce Silver Wraith werd gebruikt: een schimmig silhouet als een rooksliert in de nacht; de suggestie dat het om iets ongrijpbaars gaat, een geestelijke verbeelding die het tastbare overstijgt. Dit vage beeld creëert de illusie dat deze auto je in een roes van A naar B brengt, eerder dan dat het een machine met een motor is die je (weliswaar in alle comfort) laat stilstaan in de dagelijkse file op het wegengrijs. Dit beeld, dat meer zegt dan duizend woorden, is een weergave van de ‘ziel’ van deze auto.

Windtunnel

“Ik heb niets met hedendaagse auto’s”, zegt Mathieu Damiens. Ze lijken allemaal op elkaar, waarschijnlijk omdat ze ontworpen zijn in een windtunnel. Ze hebben geen ziel meer. Ik fotografeer vooral classics en exoten; alles wat een beetje zeldzaam is. Maar als er iemand langskomt met zijn Peugeot 205, en die wil daar mijn prijs voor betalen, dan zal ik die auto ook fotograferen. Zeker als het een GTI 1,9 is,” (lacht).

Kurt Anthierens

Een grote schuur langs een smal slingerbaantje. Weidse weiden aan de voet van de Vlaamse Ardennen. De zon sprenkelt zilveren slingers in een vijver. Ganzen houden langgenekt de wacht in Mullem. Hier heeft Kurt Anthierens zijn fotostudio. Deze is opgevat als een ruime, functionele loft, maar zonder de kilte van een industriële ruimte. Er hangt een warme huiselijkheid die mensen verwelkomt. Gedoseerde evenwichten: modern en klassiek, nieuwe en oude materialen, wit en zwart, man en vrouw, licht en donker; yin en yang. Onderweg had ik sneeuw en hagel. De lente blijft steken in ondernulse temperaturen. Wat brandt het haardvuur hier uitnodigend! De ontvangst aan de ruwhouten tafel voelt als een tussenstop tijdens een kille wandeling. De winterjas kan uit. Het opgejaagde hart slaat een paar slagen minder. Landelijke rust als tegenpool van de metropolitan buzz. De stilte is slechts een adempauze in een symfonie die nooit ophoudt.

Een Canadese berghut

Mark Jones

Mark Jones (1965) is een Engelse fotograaf die in België woont. Ik ontmoet hem in het verlaten klooster van Lovenjoel bij Leuven. Renovatiewerken aan het naburige gebouw hebben dit al omgevormd tot riante lofts. Hun luxueuze lampen schijnen warm op de sneeuw. Het is een voorspelling van hoe ook het hoofdgebouw er over enkele jaren zal uitzien, maar voorlopig moeten de kunstenaars die hier wonen een keuze maken over hoe ze de gerantsoeneerde elektriciteit willen gebruiken: om hun computers te laten draaien of om hun kamer te verwarmen. Sinds de werken aan de straat waar dit grote gebouw staat, is er voor de twee samen niet genoeg stroom. Gefascineerd door zijn expressionistische foto’s van bloemen, wil ik graag te weten komen wie Mark Jones is, en wat hem ertoe brengt om deze buitengewone beelden te maken.

Zeven jaar geleden kwam hij naar Duitsland om er als Executive aan de slag te gaan bij één van de grootste bedrijven ter wereld. Daarna werd hij overgeplaatst naar het Europese hoofdkwartier in Brussel. “De laatste jaren zat ik voortdurend uit het raam te kijken,” vertelt Mark. “Ik keek naar het weer, naar hoe het licht veranderde. Ik wachtte op het moment dat de zon terugkwam. Ik werkte in Duitsland, Fort Lauderdale en Brussel als verantwoordelijke voor één van hun bedrijven op wereldschaal. Toen ze het hoofdkwartier overbrachten van Brussel naar Duitsland, besliste ik om niet te volgen.

Jasmine Debels

Het laatste huis in een doodlopende straat, middenin de maïsvelden te Heusden bij Gent. Nog voor ik kan aanbellen, opent Jasmine Debels de deur. “Ik had je horen aankomen”, zegt ze. “Er is hier niet zoveel passage, en wanneer er eens iemand komt, dan hoor en zie ik die meteen. Ze ontvangt me met koffie en gebak. “Ik had me je anders voorgesteld,” zegt ze. “Hoe dan?” vraag ik. “Wel, euh, minder..., meer..., minder zwaar, zal ik zeggen.” We lachen. Wanneer ik het kruimelige zandkoekje in de koffie dop en vervolgens met veel smaak in mijn mond stop, zeg ik dat dit alles verklaart. “Soms bouw je een idee op over iemand, aan de hand van beelden op Facebook of zo,” zegt Jasmine. “Ook de stem die je aan de telefoon hoort, klopt niet altijd met het beeld dat je je daarbij vormt. Mensen zijn het enige dat me interesseert. Ik ga graag in contact met hen en ik neem de tijd om foto’s te maken. Dat doe ik door eerst met hen te praten.”

China

Danny Van der Elst

“Fotografie is de uitdrukking van een diep verlangen om niet alleen te zijn, noch voor noch achter de camera. Daarom is het ook zo fijn om in dit huis te werken,” zegt Danny Van der Elst (1985). We zitten samen aan de bureautafel voor het open raam in zijn zolderkamer. Deze bevindt zich in het voormalige klooster Salve Mater te Lovenjoel bij Leuven. Het is een zwoele zomeravond. We kijken langs twee kanten uit op de kruinen van donkerrode beukenbomen in het park. Een zachte bries ruist door de bladeren. Het is alsof we ze kunnen strelen door het open dakraam. Op de bank zit Jurate, Danny's vriendin uit Litouwen. Ze beweert dat haar Nederlands niet heel goed is, maar tijdens ons gesprek lacht ze regelmatig, of onderstreept ze wat we zeggen met een hoofdknik. “Hier gebeurt altijd iets,” vertelt Danny. “De mensen hier zijn met veel interessante dingen bezig. Er hangt een goede, creatieve, stimulerende sfeer. Dat is dankzij Pascal Baetens die hier al vele jaren woont, weliswaar altijd onder de dreiging dat hij op een bepaald moment zal moeten vertrekken omdat alles gerenoveerd gaat worden. Nu lijkt dat inderdaad niet veraf meer.

Kristien Hemmerechts

Paul Croes

“Ik ben 47 jaar moeten worden om te beseffen dat ik meer kunstenaar ben dan commercieel fotograaf,“ zegt Paul Croes. We treffen mekaar op een zomers terras in Kortessem. Heel zonnig is de zomer dit jaar niet, maar de plek zit afgeladen vol. Mensen genieten van elk regenvrij moment om buiten te komen. Een glaasje wijn brengt de zon op tafel. Vrijuit vertelt Paul over het bochtige parcours dat hij tot nu toe gereden heeft, en vooral over de grote liefde die hij op dat pad recent gevonden heeft: dierenfotografie.

Kloostersfeer

Van ondernemingsidee tot strategie; de logische stappen van een fotograaf

STUDIO vzw organiseerde eind 2011 een enquête over de leef- en werkomstandigheden van de beroepsfotografen in België. We analyseerden de antwoorden en groepeerden die in zes clusters. Naar aanleiding daarvan hielden we een Groot Debat op 26 maart 2012. Dit was open voor iedereen. 63 collega's, zowel fotografen in hoofd- als in bijberoep, wisselden hun meningen uit. We nodigden vijf experts uit, mensen die niet per sé actief zijn in de fotografie, maar wel hun vinger op de pols houden in de hedendaagse bedrijfswereld.

Syntra West Brugge vroeg me om een voordracht te houden over het zelfstandig fotograaf zijn. De toehoorders waren mensen die net afgestudeerd waren, die aan het afstuderen waren, of die zich al gevestigd hadden als zelfstandig beroepsfotograaf, in hoofd- of in bijberoep. Mijn opinie is gebaseerd op 28 jaar praktijk als zelfstandig fotograaf in het centrum van Antwerpen; ze is onderbouwd door de uitkomsten van de enquête en geïllustreerd met opmerkingen van deelnemers aan het debat.

De pdf-file met het volledige artikel kan hier gelezen of gedownload worden.

Lennen Descamps

Een langzame snelweg

Een geduldige reeks auto's schuift langzaam over de snelweg langs het restaurant waar Lennen Descamps (° Kortrijk 1982) en ik mekaar ontmoeten om te praten over zijn werk: auto's fotograferen. Telkens wanneer ik spreek met iemand die gepassioneerd is door auto's, zie ik de twinkeling in de ogen, de opwinding van het jongetje dat met Matchbox-autotjes speelt. “De belangstelling voor auto's zit er van kleins af in,” zegt Lennen. Het is een fascinatie die niet voorbij gaat, die niet afneemt of verslijt: de vorm van de auto's, het comfortabele interieur, het gebrom van de motoren, de immense hoeveelheid paardenkracht, het vermogen om duizelingwekkende snelheden te bereiken, de mogelijkheid om je zonder inspanning te verplaatsen naar waar je zelf wilt... de wereld rond... het blijft een droom.

Autowrakken fotograferen

De interesse voor fotografie kwam later, pakweg in 2004 toen een vriend een digitale reflex had gekocht. Later kocht hij er zelf één. Daar kon hij meer mee dan met de compacte camera die hij gebruikte om autowrakken te fotograferen. Hij deed de expertise van ongevallen bij auto's voor een opkoopfirma. Daarvoor reisde hij heel België door, behalve de provincies West- en Oost-Vlaanderen. Per jaar reed hij meer dan 100.000 km. Via de centrale website Informex konden alle foto's van alle experts bekeken worden. Kandidaat-kopers konden on-line een bod doen, maar op een bepaald moment liepen de prijzen erg terug. De verkoop naar Polen was sterk verminderd. Lennen kreeg zijn ontslag en ging zich meer verdiepen in de fotografie.

Danny Migalski

Emily's Place

Emily Migalski opent een houten doos en vraagt me welke thee ik wil. Mijn vinger dwaalt over de verschillende builtjes en valt stil bij ‘kaneel’ omdat ik die niet ken en eens iets anders wil proeven. “De kaneelthee is heerlijk! Dat is een goede keuze. Komt er zo aan,” zegt Emily en ze verdwijnt naar de keuken. Naast de fotozaak van Danny, runt ze al ruim tien jaar een Bed & Breakfast in hun ruime, landelijke huis in een residentiële buurt van Zonhoven. De naam van deze gemeente tussen Hasselt en Genk straalt zelf al vreugde uit: Zon-hoven. Deze levensvreugde weerspiegelt zich compleet in de riante B&B van Emily. “We stonden als enige in de Lonely Planet!”, straalt ze terwijl ze de antieke theepot binnenbrengt. “It’s a feast with Emily’s Place!” stond er. “Ik deed vroeger de winkel”, vertelt ze. “Bij de opkomst van het digitale liep dat terug. Ik was van plan om een halftijdse job te zoeken, maar toen zagen we een advertentie. Tijdens de races in Zolder waren er altijd slaapplaatsen tekort in de buurt. Dat bracht ons op het idee om hier boven mooie gastenkamers te maken. Onze dochters zijn erg ambitieus.

Zonhoven

We zitten in het kantoor van Danny Migalski (°1957). “Binnenkort gaan we de winkel verbouwen,” vertelt hij. “Ik ga er mijn kantoor installeren zodat ik ruimer zit. De omzet via de winkel stelt niet zoveel meer voor. Ik werk voornamelijk voor bedrijven. Huwelijken en communies zijn heel erg teruggelopen. Er horen een hoop andere artikelen bij, en daar ben ik niet mee bezig. Zonhoven is een gemeente met 20.000 inwoners. Voor publieksfotografie ben ik hier niet goed gelegen, maar ik ben op nauwelijks 100 m van deze plek geboren, en toen ik begon als zelfstandig fotograaf was hier niets. Het grootste deel van mijn omzet is altijd uit reclame gekomen; de rest, waaronder O&A en publieksfotografie in de studio, kwam er gemakkelijk bij, maar nu is dat weer helemaal weggevallen.”

Steven Massart

In de zoete suikerstad Tienen ontvangt Steven Massart (°1976) me met zijn grootste glimlach. Deze minzaamheid reserveert hij niet alleen voor mij, de minder formele, eerder ongedwongen sfeer blijkt tevens zijn handelsmerk te zijn in de omgang met zijn klanten. Na enkele ogenblikken doet hij me volledig thuis voelen in zijn moderne, strakke ontvangst- en studioruimte. Het is nog een beetje een project in wording, met hier en daar een gordijn dat een onafgewerkte hoek verbergt, of een opening waar de invulling voorlopig virtueel blijft. Misschien zal deze zaak nooit helemaal af zijn, maar altijd in evolutie blijven, net zoals  Steven zelf steeds op zoek is naar beter, en naar meer voldoening voor zichzelf. De etalage geeft een overzicht van zijn diverse werk: (zwart-wit) portretten, huwelijksreportages en interieurs. Bedachtzaam, zijn woorden wikkend en wegend, doet hij zijn verhaal.

Sinds 2000 is Steven Massart zelfstandig fotograaf. Over zijn opleiding aan het St.-Lukas in Brussel behoudt hij een dubbel gevoel: "Ik ben er ergens wel tevreden over, want het leerde mij om door te zetten, al was het niet altijd makkelijk," lacht hij. Daarmee is de toon gezet: onder zijn aarzelingen en zijn zelfrelativering schuilt een sterke wil. "Mijn dada was theaterfotografie. Ik was huisfotograaf van enkele gezelschappen, maar mijn docenten leken dat initieel maar niks te vinden . Zij waren daar niet mee bezig, grote kunstprojecten en kunstige fotografie behoorden eerder tot hun leefwereld. Naast het feit dat mijn beelden niet konden bekoren, had ik nog een grotere handicap; ik kan geen uitleg geven over het ‘waarom'. Mijn foto’s moeten voor zichzelf spreken.  Op dat moment had ik het gevoel niet zoveel steun te krijgen van de docenten. Te meer daar zij in de loop van het jaar al eens van mening durfden te veranderen," schampert Steven. Net zoals het hoofdpersonage in ‘Karakter’ van Bordewijk, ontwikkelde Steven zijn doorzettingsvermogen vooral door de afwijzing van zijn mentors.

Carl Lapeirre

Carl Lapeirre vertelt over de blindenschool in Malawi die hij al een paar keer bezocht heeft. “De jonge mensen die ik er fotografeer, zal ik nooit manipuleren om iets voor me te laten doen dat ze niet willen,” zegt hij. “Ik fotografeer hen met respect. Eigenlijk ben ik een voyeur. Ik ga alleen kijken, iets dat zij niet kunnen. Ze realiseren zich dat zelfs niet altijd, want ze weten niet wat “zien” is. Kijk naar het blinde meisje op deze foto.  Die blindheid zit niet alleen in het afschermen van haar ogen, maar ook in het donkere vlak achter haar. Tegelijk zit er echter ook licht in het beeld: hoop! Ze is albino, wat wil zeggen dat ze misschien niet volledig blind zal worden.. Die hoop wil ik haar graag geven. Er is ook de leegte. Die kinderen lopen de muren op van verveling. Er is daar niets te doen, niets te beleven. Het beeld is compleet symmetrisch opgebouwd; juist wat men vandaag soms zo vervloekt. Alles staat er stil. Wanneer ik hen fotografeer, merk ik hoe ze me volgen met hun blinde ogen. Ze “zien” me met hun oren. Hun andere zintuigen zijn dubbel zo sterk ontwikkeld. Altijd heb ik een respectvolle afstand bewaard.

Ingrid, de vrouw van Carl, zegt: “Hoe is het mogelijk dat ze die kinderen zo alleen laten?!” “Dit beeld toont de gelatenheid in hun eenzaamheid,” zegt Carl. “Het kleine beetje licht in het beeld, is de hoop, de zorg van één dame voor deze kinderen. Ik leg het allemaal een beetje symbolisch uit, maar zo zie ik dat. Het is de invloed van mijn mentor die me zo heeft leren kijken naar beelden.” Carl vertelt dat hij en Ingrid sinds 1996 regelmatig naar Afrika reizen. Ze gaan er altijd op bezoek bij mensen die er een project leiden. Zo volgden ze drie jongeren, waarvan één uit Bissegem, de gemeente bij Kortrijk waar Carl en Ingrid wonen, die voor drie maanden naar Malawi gingen om er stage te lopen voor hun studie orthopedagogie. ”We bezochten de blindenschool waar ze werkten,” vertelt Carl. “Eén van de studenten at, sliep en leefde er als de Afrikanen. Ik had voordien al veel respect voor hem,” zegt Carl, “maar daarna nog veel meer. Het bezoek aan die school boeide me meer dan de rest van de reis door Malawi. Het greep me zo aan. In de korte periode dat we er waren, kreeg ik zoveel informatie. Als fotograaf kon ik er zoveel mee doen.