“Gelukkig ben ik een roker!”

doordringend<br />
foto: © Jasmine Debels

advertentie

Dagcursus colormanagement

volgens ISO 12646:2008 en ISO 3664:2009

In Europa wordt het meer en meer noodzakelijk voor fotografen volgens de recente normen te werken, zowel voor de toelevering aan de grafische industrie als ook aan digitale (multi)media.

In de cursus worden ook andere aspecten behandeld die van invloed zijn op het communicatieve beeld: De menselijke perceptie en de kleurbeleving, hoe de zintuigen op her verkeerde been kunnen worden gezet, de interactie tussen kleur en menselijk gedrag.

ImageLink

Datacommunicatie & Uitgeefprojekten

Telefoon: +31 24 397 08 11
imagelink.photonmagazine.eu/dagcursus-colormanagement

view counter

Jasmine DebelsHet laatste huis in een doodlopende straat, middenin de maïsvelden te Heusden bij Gent. Nog voor ik kan aanbellen, opent Jasmine Debels de deur. “Ik had je horen aankomen”, zegt ze. “Er is hier niet zoveel passage, en wanneer er eens iemand komt, dan hoor en zie ik die meteen. Ze ontvangt me met koffie en gebak. “Ik had me je anders voorgesteld,” zegt ze. “Hoe dan?” vraag ik. “Wel, euh, minder..., meer..., minder zwaar, zal ik zeggen.” We lachen. Wanneer ik het kruimelige zandkoekje in de koffie dop en vervolgens met veel smaak in mijn mond stop, zeg ik dat dit alles verklaart. “Soms bouw je een idee op over iemand, aan de hand van beelden op Facebook of zo,” zegt Jasmine. “Ook de stem die je aan de telefoon hoort, klopt niet altijd met het beeld dat je je daarbij vormt. Mensen zijn het enige dat me interesseert. Ik ga graag in contact met hen en ik neem de tijd om foto’s te maken. Dat doe ik door eerst met hen te praten.”

China

“Gelukkig ben ik een roker”, zegt Jasmine. “Dat vergemakkelijkt het eerste contact. Pas na twee uur vraag ik of ik een beeld mag maken. Als ik dat meteen zou doen, dan behandel ik de mensen als een object, iets dat daar staat en dat ik zomaar mag fotograferen. Dat zie je vaak met straatfotografie: mensen zijn in een vreemd land, in China of zo, waar ze geen woord van de plaatselijke taal begrijpen of spreken. Ze lopen aan een hoog tempo van de ene historische plek naar de andere, want ze willen op korte tijd zoveel mogelijk zien. Terloops fotograferen ze wat mensen op straat, op de stoep van hun huis, of op de markt. Het ziet er allemaal heel exotisch uit, maar er is geen betrokkenheid, geen diepgang. Zo’n georganiseerde reizen geven je niet de mogelijkheid om in contact te komen met de plaatselijke bevolking. Iedereen komt thuis met dezelfde foto’s en die zijn niet doorleefd.”

birth<br />
foto: © Jasmine Debels

Sri Lanka

“In 1994 maakte ik mijn eerste grote reis naar Sri Lanka. Zo’n reis, naar zo’n exotische bestemming, daar had ik toch een degelijk fototoestel voor nodig. Ik kocht een Olympus. Ik kwam thuis met de films, maar ik had het geld niet meer om die te laten ontwikkelen – lacht – . Wanneer ik nu die foto’s terugzie, denk ik: ‘Dat trekt op niks!’, maar toen vond ik ze OK. Een mens evolueert. Ik had geen referenties; ik ben volledig autodidact. De technische kant van de fotografie, sluitertijd, diafragma, enz., heb ik volledig uit boeken geleerd, en ook via het internet. Omwille van de financiën heb ik een hele tijd de fotografie stilgelegd. Mijn vorige partner stimuleerde me om het terug op te pikken. Ik kocht een Cybershot, mijn eerste digitale camera. Die was veel te traag. Eens je klaar was om af te drukken, was de scène die je wilde vastleggen al lang weg. Het had echter ook zijn voordelen omdat het klein was en je de lens kon verdraaien. Dat was wel handig in Islamitische landen.”

India

“Ook al kende ik er aanvankelijk weinig van, toch ben ik altijd met kunst bezig geweest”, zegt Jasmine. “Van thuis uit ben ik daar nooit toe gestimuleerd. Ik mocht niet in de kunstrichting gaan omdat er zogezegd geen brood mee te verdienen is. Ik moest ‘snit en naad’ volgen. ‘Jij bent de vrouw,’ zeiden ze me. ‘Jij moet het huishouden doen. Je moet kunnen koken, naaien en verstellen!’ Ik verveelde me op school en zette de boel op stelten. Na school ben ik interim-baantjes beginnen te doen. Het was allemaal zo saai en eentonig! Ik ging bijlessen nemen over antiek en tuininrichting. Met tuinen kan je ook mooie dingen maken. Ik heb altijd opgekeken naar mijn vader die thuis de familiefoto’s maakte. Nu denk ik: ‘Hoe kon ik die bewonderen?’, lacht ze. “Ondertussen heb ik begrepen dat de kunst en de documentaire fotografie zijn wat ik wil doen. Daar ga ik voor. Als kind moest ik veel zwijgen. Nu heb ik gevonden waarmee ik me kan uitdrukken: de fotografie. Na een reis naar India organiseerde ik een tentoonstelling. Iemand kwam naar me toe om de hele tentoonstelling te kopen. Die belangstelling overviel me. Ik zei “nee”, maar vond het meteen jammer dat ik het afgewezen had. Waarom niet, eigenlijk? Ik maak elk jaar een grote reis. Waarom zou ik er niets mee doen? Met de foto’s van een grote reis naar Guinee maakte ik vervolgens mijn eerste fotoboek. De opbrengst ervan gaat naar een weeshuis. Om helemaal in orde te zijn heb ik toen mijn ondernemingsnummer aangevraagd en fotografeer ik in bijberoep.

Guinee

“Na de Cybershot kocht ik een spiegelreflexcamera met alle bijhorende lenzen. Een zoomlens is gemakkelijk. Je ziet iets waar je niet bij kunt. Dan maar zoomen. Lekker veilig, maar ik voelde dat ik aan ’t stelen was. Misschien wil die persoon niet dat ik hem fotografeer. Bovendien is dat grote, dure materiaal ook heel uitdagend, vooral in de arme landen waar ik mijn reportages maak. In Guinee ben ik overvallen omwille van mijn grote Canon telelens, zo’n dure witte. Een dronken soldaat wilde die gewoon hebben. Ik bracht daardoor mezelf en de arts van het weeshuis in gevaar. Gelukkig kan ik op zo'n moment een klik maken, in alle rust mijn kracht gebruiken en met een zelfzeker gevoel er staan, en me niet laten intimideren. Anders was ik niet alleen mijn dure telelens kwijtgeraakt, maar misschien ook mijn leven. Ik ben overgeschakeld naar kleine beeldzoeker camera’s: Fuji X-Pro1 en Leica. Ik mis geen zoom meer. Soms kom je toch niet toe; iets is gewoon te groot of te breed om in één keer te fotograferen. We willen altijd meer, maar soms moet je je erbij neerleggen dat je een beeld niet kunt maken. Ik ben afgestapt van de grote toestellen. Ik heb veel demonstraties gegeven over fotomateriaal. Er wordt altijd gezegd dat men voor kwaliteit gaat, maar het gaat niet om het toestel. Het gaat om wat je ermee doet. We zouden eens een anonieme wedstrijd moeten organiseren waarbij iedereen met verschillende camera’s opnames gaat maken. Ik ben zeker dat niemand het verschil zal zien.”

licht<br />
foto: © Jasmine Debels

De Nul-zone

“Door demonstraties te geven heb ik begrepen en beslist dat ik niet meer wil werken met spiegelreflexcamera’s. Ik heb net al mijn spiegelreflexmateriaal te koop gesteld. Er is trouwens al een deel weg. Ik hoef me geen zorgen meer te maken op reis. Wat een opluchting! Ik was het beu om met dat zware materiaal op mijn buik te zeulen. De telelenzen moesten eruit omdat ik niet bij het onderwerp kwam, plus omdat ik voortdurend het gevoel had dat ik iemand aan ’t stelen was. Ik wil terug naar de basis van de fotografie. Het gaat niet om het toestel. Het interesseert me niet hoe ik het resultaat bereik. Kijk maar naar Henri Cartier-Bresson: één camera met één lens. Daarmee heeft hij al zijn prachtfoto’s gemaakt die een eeuwigheidswaarde hebben. Met een tele bewaar je een veilige afstand, zowel voor de fotograaf zelf als voor de gefotografeerde. Met een beeldzoeker camera zit je soms oog op oog. Je komt in de nulzone van de persoon. Nu werk ik vooral met de Leica M9 met 35 mm-lens. Die kost weliswaar een pak geld, maar toch heb ik spijt dat ik hem nu pas gekocht heb. Als ik tussentijds al die andere toestellen niet had gekocht, dan had ik meteen dit toestel kunnen aanschaffen. Ik zou echter liever hebben dat je deze naam niet vernoemt. Ik vind het jammer dat de naam op het toestel staat. Het heeft zo’n snob-appeal, en dat past niet bij mij. Gisteren was ik in Winchester, Engeland. De mensen zeiden: “Oh, met welk retrotoestelletje werk jij?!” Dat is leuk. Zij kennen dat merk niet en vinden het gewoon een mooie, ouderwetse camera. Maar wanneer je die beeldkwaliteit bekijkt! Je weet niet wat je ziet!”

Kleur leidt af van de essentie

“Ik verander mijn beelden slechts minimaal. Soms zal ik de horizon recht zetten, maar croppen doe ik niet. Met de Fuji X-Pro1 werk ik graag op 1/1 (vierkant formaat) of op 16/9. Dat is een mooie verhouding. Die mogelijkheid mis ik wel bij de Leica. Het liefst werk ik in zwart/wit. Kleur leidt af van de essentie. In 2011 behaalde ik mijn QEP-Award met zwart/wit foto's. Mijn QEP-reeks is gemaakt in Afrika. Kijk eens naar die dame die net bevallen is. Zwart/wit versterkt het drama. Vroeger deed ik de zwart/wit conversies via Photoshop, maar recent ben ik begonnen met Color Effex Pro van Nik. Eerst moet ik altijd wat zoeken om het juiste effect in te stellen dat voor alle beelden kan gebruikt worden, maar daarna: één klik en ik heb mijn beeld.. “

Asielzoekers

“Nu ben ik bezig met een reeks in eigen land. Het gaat over asielzoekers. Ik volg hen in hun dagelijkse leven: hun hoop, hun twijfels, hun wanhoop. Vaak is het er niet aan te zien dat ze asielzoekers zijn. Ze leven een schijnbaar normaal leven. Ik heb het moeilijk met ensceneren. Dan is het niet echt. Om de emoties terug op te roepen, vraag ik soms: “Hoe was het om je brief te krijgen dat je terug naar je land moet?” In eigen land een verhaal steken in documentaire fotografie is moeilijk. Journalistiek is gemakkelijker, er gebeurt altijd iets bijzonders: een betoging, misschien komen de flikken?. Enzovoort. Met reportagefotografie wil ik iets vertellen in een tiental beelden. Het is cynisch, maar soms beeld ik me in dat ik mee mag naar de luchthaven waar ze op het vliegtuig worden gezet om terug naar hun land gevlogen te worden.  't zou natuurlijk mooi zijn en mij een afgewerkte reeks kunnen geven. Echter, ik ben niet uit op sensatie. Als de luchthaven en tranen niet in mijn eindverhaal komen, dan zal het wellicht een groot feest zijn en een brede glimlach van een gelukkig mens voor me. Ik zou geen onrecht kunnen fotograferen als ik zelf, enkel met de gedachte alleen al, iemand anders onrecht zou aandoen. De beelden van deze asielzoekster ga ik ook gebruiken voor mijn eindwerk aan de academie, waar ik in het vierde en laatste jaar zit. Oorspronkelijk was het allemaal vreemd voor mij. Ik begreep niets van kunst; wist niet waarom iets bijzonder was. Door naar veel tentoonstellingen te gaan zien, begin ik ook foto’s beter te begrijpen. Ik zie nu bijvoorbeeld veel foto’s van stilstaande mensen, zonder enige expressie, in een clean interieur. Dit is een modeverschijnsel. Het zegt me niets. Meteen na een reportage kan ik geen keuzes maken. Er staan nog verschillende reportages van drie, vier jaar geleden, waar ik nog niks mee heb gedaan. Ik moet een beetje afstand inbouwen. Ik gooi geen beelden meer weg, zoals ik vroeger deed. Ik laat ze staan en zal ze later nog eens bekijken om er vijf goede beelden of zo uit te halen.”

social talk<br />
foto: © Jasmine Debels

Oudburg

“De mens staat centraal in mijn werk. Ik fotografeer ook wel landschappen, maar ik weet niet of ik er goed in ben. Mijn foto’s zijn puur. Soms is het niet te geloven dat het er is zoals het is, met de mist en de zonnestralen en zo. Landschappen, dat wil ik verder uitproberen. Ik zal zien wat het brengt. Wat ik ook graag doe, zijn close-ups maken. Dat is heerlijk met de X-Pro1. Momenteel ben ik bezig met een opdracht in Gent voor Unizo. De wijk Oudburg is heel multicultureel. Er zijn veel ondernemers van buitenlandse afkomst. Ik kom voortdurend in contact met die mensen, op straat, in winkels. Praten met de mensen om ze te leren kennen is heerlijk. Het is zo leuk om te doen!”

Nul euro

“Ik ben vaak naar het buitenland geweest om onrecht te fotograferen,“ zegt Jasmine. “Dat is gemakkelijk daar, maar armoede, asielzoekers, automutilatie, die moet ik niet ver zoeken; dat kan ook in ons welvarende België. Ik wil dat mijn fotografie voor iedereen haalbaar, betaalbaar is, en daarom pas ik mijn tarieven voortdurend aan. Het is misschien vreemd voor een commerciële fotograaf om dit te horen, maar mijn klanten betalen me ‘à la tête du client.’ Zelfs iemand die maar 20 euro kan betalen, kan zijn beeld hebben. Over het algemeen hanteer ik gemiddelde tarieven en verder interesseert de commerciële fotografie mij niet. De bedoeling van mijn fotografie is mensen helpen. Ik hoef daar nul euro voor te hebben. Daar ga ik niks aan veranderen. Ik ga niet beginnen aan studiowerk. Daar heb ik geen zin in en ook geen geld voor. Ik ga niet meer werken voor klanten, om daarna te moeten zagen om mijn centen te krijgen. Ik zit in de reportagefotografie. Dit is het enige dat ik wil doen. Ik fotografeer de armoede van kinderen, maar kan er zelf nauwelijks van leven. Ik vraag mijn auteursrecht, en dat is voldoende om mijn reis te betalen.”

Jasmine wuift me uit. De maïsvelden rondom het huis benemen het zicht, maar de grote stad is niet veraf. Vlakbij gromt de ringweg rond Gent. Het oranje schijnsel nodigt me uit tot de terugweg. Het duister verbergt veel mooie beelden van een bitter bestaan.

view counter