Led Zeppelin wint rechtszaak voor de tweede keer

Blog Het Recht NL
Gepubliceerd: 10 september 2020
Onder redactie van Mr. Kitty van Boven

afbeelding 28Op 9 maart 2020 verscheen het bericht dat de band Led Zeppelin (ook) bij een tweede behandeling door de rechtbank in een inbreukzaak in het gelijk werd gesteld.[1] In 2016 bepaalde een jury dat Led Zeppelin met het zeer bekende lied ‘Stairway to Heaven’ geen auteursrechtelijke inbreuk had gemaakt op een ander lied.[2] Ik wil deze rechtszaak in deze bijdrage bespreken.

De rechtszaak ging over de intro van het lied ‘Stairway to heaven’[3] van Led Zeppelin momenteel nr. 5 in de top 2000 allertijden van de NPO[4], dat te veel zou lijken op het lied ‘Taurus’ van Spirit.[5] De nabestaanden van de gitarist van Spirit begonnen daarom de rechtszaak. Er zijn diverse muzikale analyses gemaakt waarin de liedjes worden vergeleken.[6]

Advertentie

Het nieuwe richtprijzenboekje 2019 is uit!

Het richtprijzenboekje dient behalve voor prijsindicatie ook als richtlijn in gerechtelijke procedures bij toewijzing van honoraria en schadevergoedingen bij geschillen. De richtprijzen zijn gebaseerd op onderzoek naar het prijspeil voor publicatie en productie. Bij de prijsberekening worden behalve resultaten van binnenlands onderzoek ook de prijzen van (EU) beheersmaatschappijen zoals het Belgische Sofam meegenomen.

Klik hier voor meer informatie
of om het boekje te bestellen
.

view counter

De zaak werd in 2018 terugverwezen door de ‘appeals court’ naar de rechtbank in verband met een procedurele fout.[7] De ‘appeals court’ bepaalde namelijk dat de jury in de eerste rechtszaak niet correct was geïnstrueerd over ‘The inverse ratio rule’.[8] In het Nederlands is dat een omkering van de bewijslast.[9] Uit de uitspraak van de ‘appeals court’ blijkt dat deze regel niet meer zal worden toegepast, zoals reeds het geval was in de meeste ‘appeals courts’.[10] Daarmee is dit belangrijke jurisprudentie, ook omdat de ‘supreme court’ – de Amerikaanse Hoge Raad –  zich er nog niet over heeft uitgelaten.[11]

Ook in Nederland komt het voor dat een hogere rechter een zaak terugverwijst naar een lagere rechter voor de inhoudelijke behandeling. Dat is het geval bij de Hoge Raad omdat die de toepassing van het recht beoordeelt en dus niet een oordeel velt over de feiten van de zaak. Ik neem aan dat de onderhavige kwestie werd terugverwezen in verband met de beoordeling door een jury, maar Amerikaans procesrecht ligt buiten mijn expertise.

Beargumenteerd werd door de advocaten van Led Zeppelin dat de overeenkomende of vergelijkbare elementen, namelijk een akkoordprogressie (benaming voor de opeenvolging van akkoorden[12]) en dalende chromatische toonladder (iedere twaalf-deling van het octaaf met bij benadering gelijke toonstappen[13]), te basaal zijn voor auteursrechtelijke bescherming.

Belangrijker bleek een meer formele eis voor auteursrechtelijke bescherming naar Amerikaans recht, namelijk de registratie. In Nederland bestaat geen dergelijke registratieverlichting. Voor 1978 moesten liedjes namelijk geregistreerd worden, door de bladmuziek in te dienen bij de ‘copyright office’. Dat bleek niet of onvoldoende gedaan te zijn voor het lied Taurus. De vordering werd daarom afgewezen.[14] De registratieplicht geldt nu nog steeds en is o.a. een vereiste voor het handhaven van het auteursrecht in rechte (voor muziek, maar ook voor andere soorten werken zoals bijvoorbeeld foto’s, boeken of film).[15]

Al met al is in deze uitspraak de rechtszaak van Led Zeppelin besproken. Daarbij is onder andere de Amerikaanse registratieplicht besproken.

view counter