Lightroom of Photoshop, moeilijke keus?

Gepubliceerd: 23 december 2011
view counter

afbeelding 3Er gaat geen week voorbij, of ik krijg deze vraag wel ergens gesteld op een workshop, in een seminarie of gewoon via het contactformulier op mijn website. Daarom vond ik het een goed idee om er even bij stil te staan.

De vraag ‘Lightroom of Photoshop’ impliceert dat Lightroom en Photoshop alternatieven voor elkaar zijn. Nochtans zijn ze dat niet, net zo min als pakweg Illustrator en InDesign alternatieven zijn.  Alhoewel er wat overlappingen zijn, vooral op het gebied van Raw-conversie, worden Lightroom en Photoshop idealiter samen gebruikt in een workflow, waarbij elk van beide zijn plaats heeft en kent. Zo wordt de vraag niet ‘Lightroom of Photoshop’ maar ‘Wanneer Lightroom, wanneer Photoshop en… wanneer misschien nog iets anders?’

Raw-conversie

Waar Lightroom en Photoshop nog het meest op elkaar in lijken, is het feit dat beiden een raw-converter aan boord hebben. In Photoshop CS5 heb je de Adobe Camera Raw plugin, waarvan de teller momenteel op 6.5 staat. In Lightroom 3.5 heb je de Develop of ontwikkelmodule. De camera-raw plugin van Lightroom  is onder de motorkap identiek aan Lightroom’s ontwikkelmodule. Tot op dat niveau zijn beide programma’s dan ook vergelijkbaar. Je kan een raw-beeld in Lightroom net hetzelfde ontwikkelen als in Camera Raw. Qua resultaat, althans. Maar, het is niet omdat twee auto’s dezelfde motor hebben, dat de rij-ervaring met beide gelijk zal zijn: de carrosserie van Lightroom is namelijk een pak gestroomlijnder dan die van Camera Raw. De bolide Lightroom heeft ook een pak meer standaard-opties dan de gezinswagen Camera Raw.

Ik beperk me hier tot de bijzonderste:

afbeelding 1
 
Een van de grootste troeven van Lightroom t.o.v. Camera Raw is het voorvertoningsvenster

  1. Met de Lightroom plugin ‘The Fader’ kan je het effect van een preset niet-destructief aanpassenZowel Lightroom als Camera raw kunnen met presets werken. Lightroom heeft echter een voorvertoningenvenster dat het effect van een preset al kan tonen voor je hem daadwerkelijk toepast. Dat werkt sneller en intuïtiever.
  2. Er zijn veel meer kant-en-klare (zowel gratis als betalende) presets te vinden voor Lightrooom dan voor Adobe Camera Raw.

    afbeelding 2

  3. Er worden ook veel meer plugins ontwikkeld voor Lightroom dan voor Camera raw. Zo bestaat er voor Lightroom de leuke - en gratis - plugin ‘The Fader’, waarmee je het effect van een Lightroom preset traploos kan schalen. Iets vergelijkbaars bestaat niet in Camera Raw.
  4. Lightroom maakt het mogelijk om te werken met virtual copies: dat zijn verschillende bewerkingen van hetzelfde origineel zonder dat dat origineel op de harde schijf fysiek gedupliceerd moet worden.
  5. Een - alweer gratis - plugin die dankbaar gebruik maakt van het principe van VIrtual copies is ‘Excesscor’: deze plugin laat je toe om snel een mapje met bijvoorbeeld je favoriete ontwikkelpresets toe te passen op een foto, waarbij de plugin evenzovele virtuele kopieën aanmaakt als er presets in de betreffende map zitten.

Zoals in een vorig artikel uitgelegd hebben een stuk van deze voordelen te maken met de database aanpak van Lightroom. Die heeft momenteel ook één belangrijke beperking: de foto’s mogen weliswaar op een server staan, maar de Lightroom Catalogus zelf kan dat niet. Die moet altijd op een lokale schijf staan. Omwille van de gekozen databasestructuur (SQLite) is het ook niet mogelijk om tegelijkertijd met meerdere gebruikers in één en dezelfe Lightroom Catalogus te werken, iets wat zeker in grotere fotostudio’s een beperking kan zijn. Er bestaan workarounds, maar geen van alle zijn echt elegant te noemen.

En Photoshop dan?

In Lightroom 1 had je enkel globale aanpassingen. Van zodra je een lokale aanpssing wou doen - in de zin van doordrukken en tegenhouden - moest je daarvoor naar Photoshop.
Lightroom 2 (en dus ook Camera Raw 4) brachten echter de aanpassingsborstel, die het toch mogelijk maakte om snel stukken van een beeld aan te passen inzake helderheid, contrast, scherpte enz.
Met de tools in Lightroom 3 (en dus ook Camera Raw 6) kan de gemiddelde reportagefotograaf, behalve misschien de glamour-fotograaf die iets meer Photoshop retouche nodig heeft, volgens mij zijn beelden tot 80 à 90% goed krijgen.
Een voordeel van Lightroom’s metadata aanpak is dat wanneer je één beeld gecorrigeerd hebt, je alle vergelijkbare beelden uit dezelfde reeks gemakkelijk dezelfde correcties kan geven via het synchronisatiecommando: je copieert en plakt dan instellingen van het ene beeld naar het andere.
Voor die laatste 10 à 20% moet je dan  je geluk buiten Lightroom gaan zoeken. En dan kom je uit bij Photoshop, Photoshop Elements of één van de talrijke plugins die voor Lightroom beschikbaar zijn zoals Nik Software, OnOne Software, Topazlabs en Imagenomic, om er maar een paar te noemen.

Wanneer Lightroom wat minder geschikt

Hieronder volgt een - onvolledig - lijstje met zaken waarvoor Lightroom niet of minder geschikt is:

Conclusie

Het mag dus duidelijk zijn: in een ideale workflow doet Lightroom de ‘heavy lifting’, waarbij de beelden dan op een ‘as needed’ basis doorgegeven worden aan Photoshop, Photoshop Elements of plugins voor de finale afwerking.  In een volgende aflevering zullen we een aantal interessante Lightroom-plugins van naderbij bekijken…