Snapshot - Schilders en fotografie, 1888-1915
Tentoonstelling in Van Gogh Museum

beeld: © George Hendrik Breitner 1857-1923<br />
Bridge over the Singel near Paleisstraat in Amsterdam ca 1897<br />
Oil on canvas 100 x 152 cm<br />
Rijksmuseum Amsterdam
view counter

Gisteren kreeg ik een klein handzaam cameraatje (een Canon, voor de liefhebbers), om bijna ongemerkt mee te nemen, onderweg mooie beelden op te slaan, of foto’s van de omgeving, familie en vrienden te maken.
PowerShot heet-ie, en dat geeft me het gevoel dat ik nu écht zonder al te veel denken aan de techniek de macht heb mijn herinneringen vast te leggen, onbeperkt en zonder al die rompslomp van ontwikkelen, afdrukken en foto’s inplakken. Al de echte fotografen om me heen sjouwen met cameratassen en die toch wel zware lenzen, geheimzinnige bezweringsformules mompelend over pixels, resoluties en iso-waarden. Dat laat ik altijd graag aan ze over; en dan zeggen ze: ‘Kijk eens, dit cameraatje is écht iets voor jou, hoef je alleen maar in- of uit te zoomen!’ Maar, nu we het daarover hebben, in geval van nood of carnaval vieren zouden de heren ’m trouwens  zelf graag eens gebruiken…

Houten kistje

Eind negentiende eeuw dachten ze ook al aan power bij de eerste eenvoudig te bedienen fototoestellen die amateurs de kans gaven momentopnamen te maken. Bull’s eye heet de eerste Kodak boxcamera. In het Van Gogh Museum staat nu een ontroerend onschuldig uitziend houten kistje in de vitrine. Met mijn powershotje maak ik er een foto van. Fel flitslicht reflecteert in de vitrine. Powershot denkt zelf, en ik heb nog niet z’n hele handleiding gelezen, moet ik nu beschaamd toegeven. Er is een knopje om hem mijn wil op te leggen.
foto: © Pierre Bonnard (1867-1947)<br />
Marthe seated in profile on the bed, her left leg hanging down, 1899-1900<br />
Musée d-Orsay, ParisDe fotograaf van honderdtwintig jaar geleden moest het fototoestel ter hoogte van zijn buik houden om in de zoeker op de bovenkant te kijken. Het ronde gat – bull’s eye; stierenoog  – voorop is de sluiter. Met deze fotodoos en een kleinere versie, een Kodak-boxje dat je de tranen in de ogen doet springen, en een latere camera met uitklapbare lens fotografeerden de schilders George Hendrik Breitner, Pierre Bonnard, Maurice Denis, Henri Evenepoel, Henri Rivière, Félix Vallotton en Edouard Vuillard. Ze legden hun dagelijks leven vast, hun reizen, de stad om hen heen en richten de lens vooral op hun geliefden, kinderen en vrienden. Snapshots noemen we ze nu, snelle registraties als herinnering, en als schets voor hun schilderijen en grafiek.
De tentoonstelling Snapshot. Schilders en fotografie, 1888-1915 toont hoe de schilders speelden met deze beelden, hoe zij de nieuwe techniek gebruikten en wat de invloed ervan was op hun tekenen en  schilderen. Met de nieuwe fotografie-techniek legden zij het Parijs uit die jaren vast, de bouw van de Eiffel-toren, rechtlijnige staalconstructies, vertaald in nu nog modern aandoende grafische beelden.

Fixeren in een soepbord

Die foto’s van ruim honderd jaar geleden zijn nu in mijn ogen zo romantisch, bijna als geschilderd, omdat ik de sfeer van de schilderijen erin herken, maar ook om de verbazing over de details en aankleding van de mensen en huizen, enerzijds nog herkenbaar, anderzijds uit een zo voorbij verleden.
foto: © Edouard Vuillard (1868-1940)<br />
Thadée and Misia Natanson in the salon, Rue St.Florentin, 1898<br />
Original gelatin silver print, 8,9 x 9 cm<br />
Private collectionBij de allereerste fototoestellen kon je niet eens zien wat je vastlegde, je richtte de lens op het tafereel dat je wilde vastleggen, en pas later als de foto was afgedrukt, was het resultaat van de opname te zien. Aan het begin van de tentoonstelling hangt een foto van twee vrienden aan een tafel, daarop staat zo’n boxcamera en het lijkt of zij samen foto’s en negatieven bekijken. Bonnard en Vuillard kenden elkaar van de Académie Julian in Parijs, en van de kunstenaarsgroep de Nabis, waartoe ook Denis en Vallotton behoorden. De Nabis (‘Profeten’) wilden de kunst in het dagelijks leven integreren, hun ideeën en individuele waarneming weergeven, hun persoonlijke beleving, anders dan de Impressionisten vóór hen, die vooral objectief wilden weergeven wat ze zagen.
Edouard Vuillard experimenteerde met ruimtelijke weergave van de intieme interieurs die hij schilderde, al tien jaar voor hij begon te fotograferen. Later gebruikte hij zijn foto’s  als voorstudie voor zijn schilderijen.
Kleurige kamers waar zonlicht naar binnenstroomt, muren bedekt met decoratieve patronen, de figuren op de voorgrond bijna opgaand in die tintelende wereld van kleur. In de vele foto’s die Vuillard van zijn moeder, familie en vrienden maakte, herken je de soms abrupte uitsneden en het vertekend perspectief, de figuren in tegenlicht vergroot op de voorgrond. In zijn schilderijen de van die eerste fotografie afgeleide manier van kijken. Verschillende keren schilderde hij zijn moeder, met een borduurwerk zittend aan het raamkozijn. Vanaf 1895 fotografeerde hij haar daar ook, foto’s met meer zwart-wit contrasten dan de schilderijen. De films werden elders ontwikkeld, maar Madame Vuillard  maakte zelf de afdrukken voor haar zoon, bij daglicht, voor het raam. Ze legde speciaal fotopapier onder de negatieven, en als de belichtingstijd om was, fixeerde ze de beelden in een soepbord.

Rode kimono

foto: © George Hendrik Breitner (1857-1923)<br />
Girl in a kimono (Geesje Kwak)<br />
gelatin silver print<br />
Netherlands Institute for Art History, The HagueOok de schilderijen en foto’s van de Amsterdamse schilder George Hendrik Breitner zijn erg met elkaar verweven. Lijken de geschilderde stadsgezichten op zijn foto’s, of andersom? Het waait altijd op de bruggen van Amsterdam; de vrouw op de voorgrond is onscherp, een niet goed waarneembare, haastig passerende voorbijganger.
De schilderijen die Breitner in zijn atelier maakte van zijn model Geesje zijn veel minder dynamisch; een meisje in rode kimono lijkt zich volkomen over te geven aan haar mijmeringen, ze hoeft niets anders dan mooi en decoratief te zijn. Op de foto’s die de schilder van dit ateliertafereel maakte zien we dat hij nauwelijks afweek van de realiteit, maar Geesje lijkt er nu bijna genoeg van te hebben, met slaperige blik in de ogen komt ze overeind op haar elleboog. Aan haar voeten scharrelt een cypers poesje. Een tafereel uit een voorbije periode, maar tegelijkertijd zo herkenbaar dichtbij.

foto: © Henri Evenepoel (1872-1899) spring 1899<br />
Modern gelatin silver print, 2011, from original negative, 3,8 x 5 cm.<br />
Royal Museums of Fine Arts, Brussels

Te intiem

Laat ik mij beïnvloeden door die romantiserende blik gevormd in ruim honderd jaar afstand? Merkwaardig is dat sommige foto’s nu schilderachtiger lijken dan de schilderijen die ernaar gemaakt zijn, als die van Maurice Denis. Maar fascinerend die vele familiekiekjes van Henri Evenepoel, zijn zieke zoontje onder de dekens, gefotografeerd door de krullige bedspijltjes heen, en in een lang nachtgewaad op een potje. Beelden uit een eeuwigdurende kindertijd; kinderen spelend op het strand. Eigenlijk net zoals ik in de loop der jaren het leven van mijn grootouders (beschreven in het boek Sonny Boy door Annejet van der Zijl) in de vele foto’s kon ‘lezen’ en nader ontdekken, zo krijg ik nu een gedetailleerd inzicht in het dagelijks leven van de schilders in deze tentoonstelling. Een familie aan tafel, een model trekt in het atelier haar blouse uit. Bonnard’s vrouw Marthe in de badkuip, zoals hij haar tientallen keren schilderde. Bijna te intieme beelden.
Vluchtige beelden uit het leven van deze kunstenaars, herinneringen aan dierbaren en niet meer bestaande huizen. Mijn nieuwe cameraatje richt ik nu op mijn eigen keukentafel. Misschien is er over honderd jaar iemand die zich verbaast over mijn vastgelegde, maar vertekende herinneringen.

 

Snapshot. Schilders en fotografie, 1888-1915, Van Gogh Museum Amsterdam NL, t/m 8 januari 2012
www.vangoghmuseum.nl

view counter