Onder een portret wordt natuurlijk verstaan ‘letterlijk’ het portret: de afbeelding van iemands gelaat waaraan deze herkenbaar is maar in de loop der jaren is in de jurisprudentie het begrip ‘portret’ verder geduid omdat er ook sprake kan zijn van een portret als het gelaat zelf niet herkenbaar in beeld is gebracht. Het moet in elk geval gaan om een afbeelding waaruit de identiteit van een persoon kan blijken. Daarbij is niet belangrijk of die persoon voor iedereen kenbaar is, de grens is al bereikt als zijn naasten hem herkennen als persoon.
De voorbeelden – afkomstig uit zeer lezenswaardige jurisprudentie – zijn legio. Zo is er het Naturiste-arrest van de Hoge Raad[1] geoordeeld dat een foto van een naakte vrouw wier gezicht niet herkenbaar was maar die aan de hand van haar lichaamshouding herkend werd, onder het begrip ‘portret’ valt. In het Breekijzer-arrest[2] (zo genoemd naar het legendarische programma van Pieter Storms) werd eveneens geoordeeld dat er sprake was ‘een portret’ ook al was het gezicht van de man in kwestie onherkenbaar gemaakt, hij kon aan de hand van overige kenmerken wel geïdentificeerd worden. Een ander duidelijk voorbeeld was aan de aan de orde in de zaak Tirion-Snowboarders[3] waar het Hof oordeelde dat de op het boek afgebeelde snowboarders slechts in beperkte kring herkenbaar waren maar dat er toch sprake was van een portret.
Een portret hoeft niet echt een portret van de betreffende persoon te zijn, als het maar bedoeld is om als zodanig herkend te worden. In de zaak Staat-Kijkshop[4] oordeelde de rechtbank dat een karikatuur van Balkenende ook een portret opleverde. Ook het gebruik van een look-a-like kan een (inbreuk op het) portret opleveren. Zo maakte een concurrent handig gebruik van een look-a-like in een reclame die (te) veel leek op de reclame van de Gouden Gids waarin Katja Schuurman figureerde[5] en ook daarmee was er sprake van een portret.
De grenzen van het portretrecht zijn daarmee behoorlijk ruim maar niet zo ruim dat daar ook (alleen) een stemgeluid onder valt. In een vonnis van 9 januari 2020[6] oordeelt de rechtbank dat de grenzen van het portretrecht niet zover opgerekt moeten worden. Een stemgeluid is echter wel een persoonsgegeven en het gebruik zonder goede grondslag kan dan ook onrechtmatig zijn. Vanwege de (bijzondere) omstandigheden van het geval oordeelde de rechter dat daar geen sprake van was.
[1] HR 30 oktober 1987, NJ 1988, 277, rov. 3.2: www.navigator.nl/document/id15761987103013269nj1988277dosred/ecli-nl-hr-1987-ad0034-nj-1988-277-hr-30-10-1987-nr-13269-naturistengids
[2] HR 2 mei 2003, NJ 2004, 90, en idd: uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2003:AF3416
[3] ie-forum, IEF 7818: www.ie-forum.nl/artikelen/kennen-om-te-herkennen
[4] uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2005:AS4748
[5] uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBBRE:2005:AT8316
[6] uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:24