Onder redactie van Mr. Kitty van Boven
Advertentie
Het nieuwe richtprijzenboekje 2019 is uit!
Het richtprijzenboekje dient behalve voor prijsindicatie ook als richtlijn in gerechtelijke procedures bij toewijzing van honoraria en schadevergoedingen bij geschillen. De richtprijzen zijn gebaseerd op onderzoek naar het prijspeil voor publicatie en productie. Bij de prijsberekening worden behalve resultaten van binnenlands onderzoek ook de prijzen van (EU) beheersmaatschappijen zoals het Belgische Sofam meegenomen.
Klik hier voor meer informatie
of om het boekje te bestellen.
Al eerder besprak ik het vonnis van de Antwerpse rechter inzake van Giel - Tuymans[1] waarbij werd geoordeeld dat het naschilderen van een foto van van Giel door kunstenaar Tuymans plagiaat was.
‘Plagiaat?! Onmogelijk!’, klonk als een schreeuw in de nacht vanuit bepaalde kunstzinnig georiënteerde contreien. Want de vrijheid van de kunstenaar zou zo onaanvaardbaar worden beperkt. Dat moet niet kunnen, want kunst is heel belangrijk. De storm van kritiek op de achterhaalde bepalingen van de auteurswet wakkerde weer aan. Er werden debatavonden georganiseerd om met elkaar te bespreken hoe dit zou moeten veranderen.
Prima natuurlijk. De bepalingen van onze Nederlandse auteurswet stammen voor een groot deel uit 1912. Veel bepalingen houden dan ook niet echt rekening met de technologische ontwikkelingen die in de loop der jaren tot ons zijn gekomen.
De Nederlandse wetgever is dan ook al een tijdje bezig om de Auteurswet te herzien. Op 27 maart jongstleden publiceerde de adviescommissie haar tweede adviesrapport over de herzieningen binnen ons auteursrecht met betrekking tot zoekmachines en andere probleemgebieden.
De vraag is alleen, in hoeverre wordt Tuymans als kunstenaar daadwerkelijk beperkt door het vonnis van de Antwerpse rechter?
In mijn vorige artikel vermeldde ik –in lijn met hoogleraar Dommering- dat het voor Tuymans mogelijk is om beeldcitaten uit foto’s na te schilderen zonder dat dit problemen hoeft op te leveren met de auteursrechthebbende op de oorspronkelijke foto. Inzoomen op een onderdeel van een foto en die naschilderen kan Tuymans dus gewoon.
Daarnaast had Tuymans ook contact op kunnen nemen met Van Giel en haar om toestemming kunnen vragen om de foto na te schilderen. Na het krijgen van haar toestemming en het voldoen van een licentievergoeding had hij dan zonder problemen het schilderij kunnen maken, en op de markt kunnen brengen. Doorgaans liggen de licentievergoedingen voor het gebruik van (pers)foto’s wel onder de € 100.000 [2] dus dan had Tuymans er ook nog wat aan verdiend op het moment dat hij zijn schilderij verkocht. Iedereen blij.
Het is voor schrijver en essayist Joost Zwagerman echter nog niet voldoende. Op 7 april jl. schrijft hij een kritisch artikel voor het Belgische humo.[3]
Zijn argumenten tegen het ‘absurde vonnis’ van de Antwerpse rechter zijn onder andere:
Maar Marlene Dumas schildert ook foto’s na, en zij werd ervoor gehuldigd
Het naschilderen van (pers)foto’s an sich is niet verboden. Het schilderen van een beeldcitaat uit een bepaalde foto ook niet. Het naschilderen van persfoto’s met toestemming van de auteursrechthebbende is ook geen probleem. Ik ken de nuanceverschillen tussen de praktijk van Dumas, en het ‘foutje’ van Tuymans door het naschilderen van de foto van Van Giel niet.
Die nuanceverschillen kunnen in veel gevallen een groot verschil maken in de beoordeling of sprake is van auteursrechtinbreuk. Daarom kan het argument dat een ander het ook doet de actie van Tuymans niet rechtvaardigen.
Dat een ander iets ook doet kan daarnaast geen geldig argument vormen om een eigen actie te rechtvaardigen. Als we op die toer zouden redeneren zou het hele auteursrecht binnen no time uitgehold zijn tot een lege huls. Dat is onwenselijk.