Mark Jones:
“Essenties”

foto: © Mark Jones
view counter

Mark Jones (1965) is een Engelse fotograaf die in België woont. Ik ontmoet hem in het verlaten klooster van Lovenjoel bij Leuven. Renovatiewerken aan het naburige gebouw hebben dit al omgevormd tot riante lofts. Hun luxueuze lampen schijnen warm op de sneeuw. Het is een voorspelling van hoe ook het hoofdgebouw er over enkele jaren zal uitzien, maar voorlopig moeten de kunstenaars die hier wonen een keuze maken over hoe ze de gerantsoeneerde elektriciteit willen gebruiken: om hun computers te laten draaien of om hun kamer te verwarmen. Sinds de werken aan de straat waar dit grote gebouw staat, is er voor de twee samen niet genoeg stroom. Gefascineerd door zijn expressionistische foto’s van bloemen, wil ik graag te weten komen wie Mark Jones is, en wat hem ertoe brengt om deze buitengewone beelden te maken.

Zeven jaar geleden kwam hij naar Duitsland om er als Executive aan de slag te gaan bij één van de grootste bedrijven ter wereld. Daarna werd hij overgeplaatst naar het Europese hoofdkwartier in Brussel. “De laatste jaren zat ik voortdurend uit het raam te kijken,” vertelt Mark. “Ik keek naar het weer, naar hoe het licht veranderde. Ik wachtte op het moment dat de zon terugkwam. Ik werkte in Duitsland, Fort Lauderdale en Brussel als verantwoordelijke voor één van hun bedrijven op wereldschaal. Toen ze het hoofdkwartier overbrachten van Brussel naar Duitsland, besliste ik om niet te volgen. Om heel eerlijk te zijn, dat was ik al een tijdje van plan. Ik heb altijd geweten dat ik een artistiek project wilde doen, met de camera uiteraard. Naar het einde van mijn zakelijke loopbaan vond ik dat ik alsmaar minder geïnteresseerd was in de commerciële wereld. Ik heb heel wat bereikt in de zakelijke wereld, maar het gaf me niet even veel voldoening. Ik was een vreemd beest in de groep. Ik had een raar gedrag. Ik wendde een deel van het creatieve aspect in mij aan om veel geld te verdienen voor het bedrijf, maar ik wilde het in een andere richting sturen. Ik keek om me heen en nam een beslissing: ‘Nee, dit is niet wat ik wil. Ik ben het gelukkigst wanneer ik een camera in mijn hand heb.”

Wetenschap en kunst

“Ik ben opgegroeid in Leeds, Yorkshire, ongeveer 300 km ten noorden van Londen,” vertelt Mark. “Volledig arbeidersklasse. De school waar ik naartoe ging was vol met kinderen met een kansarme achtergrond. Wanneer er eens een kind was met veel talent, zoals ik, dan duwde de school het naar Oxford of Cambridge voor een wetenschappelijke opleiding, en dat is wat ook mij overkwam. Ik presteerde heel goed op school. De vakken waarin ik de beste was, waren wiskunde, fysica en chemie. En daarnaast KUNST! Dat is een vreemde combinatie van vakken: heel logisch aan de ene kant en toch heel creatief. Toen ik 19 werd wilde ik zowel het één als het ander studeren, maar ik moest een keuze maken tussen de artistieke aanpak en de wetenschap. Ik heb de natuurlijke neiging om mensen te helpen. Daarom wilde ik geneeskunde studeren, maar na twee jaar heb ik het opgegeven omdat ik aanvoelde dat ik niet dezelfde professionele roeping had als mijn collega-studenten. Maar het was een wonderlijke belevenis. Ik ontdekte de deugden van de jeugd: drank, vrouwen,... (lacht) Ik heb me zo geamuseerd aan de universiteit. Ik ontdekte het leven.”

foto: © Mark Jones

Passie

Alhoewel hij een opleiding genoot in wiskunde, fysica en chemie, bleef Mark toch altijd geïnteresseerd in kunst. “Mijn eerste camera nam ik ter hand toen ik tien was; een Kodak 110 met van die piepkleine cassettes en de rits-rats om door te draaien, weet je nog? Mijn moeder zei dat ze nooit begreep wat voor rare onderwerpen ik fotografeerde. Vanaf toen hield ik van fotografie. Fotografie is altijd mijn passie geweest. Van toen ik 13 was en mijn eerste studentenjob deed, spaarde ik voor een SLR-camera. Ik droomde van de Pentax ME Plus. Die had van die gimmicks zoals knoppen om de instellingen te veranderen. Ik spaarde en spaarde tot ik een extra lens kon kopen, en ik spaarde verder tot ik een volledige set had. Mijn tienerjaren bracht ik door met het maken van foto’s. Zo geraakte ik vertrouwd met fotografie, in feite gedreven door passie. Ook toen al fotografeerde ik voornamelijk de natuur, vooral landschappen. Het was zo geweldig om in de natuur te zijn met een camera.”

De Everglades

“Op mijn 40e verjaardag was ik aan het werk in de Verenigde Staten, in Florida meer bepaald, en ik vroeg me af: “Wat zou ik graag hebben voor mijn veertigste verjaardag? Een leuk, klein cadeautje!” Toen zag ik een digitale camera. De laatste tijd had ik niet veel gefotografeerd, behalve dan familie, vrienden, feestjes en zo. De fotografie was verdwenen uit mijn passies. Ik kocht een Canon 20D en speelde ermee terwijl ik foto’s maakte in de Everglades. Zachtjes aan besefte ik dat ik veel meer met fotografie wilde bezig zijn dan met het opbouwen van een zakelijke loopbaan. Plots besliste ik dat ik er iets mee wilde doen, maar los van het zakelijke, los van de energie van het commerciële werk; iets meer artistiek. Ik besliste om een fonds aan te leggen zodat ik gedurende twee tot drie jaar zou kunnen leven zonder te moeten werken. In die periode zou ik erop uit kunnen trekken, zonder dat ik moest werken, om gelijk welke kunst te creëren die ik wilde. Het was een grote investering; dat begrijp je zo. Je hebt heel veel geld nodig om te leven. Daarom ben ik zo dankbaar naar de commerciële wereld voor wat ik daar heb kunnen bereiken, en ook voor wat ze me gegeven heeft: fantastische camera’s, fantastische lenzen, een groot formaat printer, en een hoop dingen waarvoor een professionele fotograaf enorm hard zou moeten werken om ze bijeen te krijgen. Nooit heb ik het gevoel dat ik twintig jaar van mijn leven verspeeld heb, want ik had de ervaringen nodig die ik nu gekregen heb. Ik heb altijd zelfstandig willen zijn, en de twintig jaar in het bedrijfsleven hebben me die mogelijkheid gegeven. Ze hebben me naar ontelbare plaatsen in de wereld gebracht, ik heb ontzettend veel kunnen zien, ik heb zoveel verschillende gedragingen waargenomen, en uiteindelijk heeft het iets in me losgemaakt, met name de vraag: “wat doe ik met mijn leven?” Ik had misschien wel veel dingen vergaard, maar ik was niet gelukkig. Na twintig jaar in het bedrijfsleven maakte ik de balans op: aan de ene kant lag goud, en de andere kant bleef leeg. Binnenin voelde ik dat er iets ontbrak. Het enige moment waarop ik voelde dat ik die leegte kon opvullen, was wanneer ik een camera in mijn hand hield.”

De innerlijke spiritualiteit

“Toen ik mijn job opgaf, wilde ik twee dingen: enerzijds commerciële fotografie doen, en anderzijds artistiek werk maken. In feite ben ik begonnen met het commerciële werk. Ik maakte foto’s op feestjes. Op een bepaalde avond toen ik bezig was voor een klant waar ik alle fotowerk voor deed, stond ik mensen te fotograferen en ik dacht: “Al wat ik tot nu gedaan heb is opschuiven van voor de camera naar achter de camera, en in feite bevalt me dit niet. Dit is niet waarom ik mijn job heb opgezegd.” Toen zei ik tegen mezelf: begin nu aan wat je echt wilde doen, en dat is het maken van creatieve, artistieke foto’s! Je moet heel veel moed hebben om eraan te beginnen, en ook wel een beetje gek zijn. Ik deed het echter niet in een bevlieging, alhoewel veel mensen me niet begrepen. Ging ik de baan op om te verkopen? Nee, ik wilde erop uit gaan en communiceren. Mocht iemand mijn werk graag zien, dan zou dat mooi meegenomen zijn. Als er iemand echt van houdt, dan ga ik er ook iets aan verdienen. Dat zou geweldig zijn want het zou betekenen dat ik iets van waarde maak. Het opzet is echter niet om iets van waarde te maken. Het heeft met de ziel te maken. Ik wilde mijn innerlijke spiritualiteit verkennen. Ik begon met de zoektocht naar mezelf. “Wie ben ik? Welk bewustzijn vult dit lichaam? En waarom krijg ik zo’n heerlijk gevoel wanneer ik in de natuur ben met mijn camera? Kan ik dat gevoel ook voor anderen vastleggen? Heel even de essentie van een bloem, van een krekel of van wat dan ook kunnen vatten, en dat gevoel meedelen met anderen, dat zou fantastisch zijn!”

Wat voor een gek?!

“Hoe ben ik hier in Salve Mater te Lovenjoel beland? Op een bepaalde manier ben ik er naartoe getrokken. Toen ik de zoektocht naar mijn eigen fotografie aanvatte, ben ik ook begonnen met een spirituele zoektocht. Ik wilde graag meer weten over Tai Chi, de studie van de stroom van energieën door het lichaam. Wim, die achteraf mijn spirituele leraar geworden is, gaf hier les op de terreinen van Salve Mater. Als zijn student kwam ik hier en zag deze fascinerende plek. Toen kende ik Pascal Baetens nog niet. Ik hing hier gewoon rond. Enige tijd daarna besefte ik dat ik hier al geweest was, zo’n vijf jaar daarvoor. Eén van mijn vriendinnen had gezegd: “Ik ken een fotograaf die een feestje geeft. Hij gaat er zijn werk laten zien. Laten we daar naartoe gaan.” Zo kwam ik hier de eerste keer aan. Het vroor dat het kraakte, net zoals vanavond, en ik dacht: “Wat voor een gek leeft hier in zo’n gebouw?!” Kort daarna begreep ik: die gast heeft de beste job ter wereld!”

Genezende energie

“Dus de eerste keer dat ik hier kwam was op dat feestje. De tweede keer was met Wim. Daarna kwam ik elke week hier. Op een namiddag werd ik voorgesteld aan Pascal. We praatten zo’n vijf minuten. Er gebeurde niet echt iets. Op een bepaald moment in 2010 zag ik Pascal één van zijn workshops aankondigen. Hij zei: “Het is dit weekend en er zijn nog een paar plaatsen vrij.” Toen dacht ik: “Daar ga ik voor!” Het was geweldig! Hij was buitengewoon. Het was zo’n unieke ervaring om rond te hangen bij mensen die iets creëren, die houden van waar ze mee bezig zijn, en die dat nog goed doen ook. Pascal’s werk, wanneer ik het bekijk, dat doet iets met mij. Hij is er als een bezetene mee bezig, en dat vind ik geweldig. Daarna is alles veranderd. Ik maakte een overeenkomst met Pascal om hier foto's te maken. Uiteindelijk heb ik er niet zoveel gemaakt, maar het gebouw begon mij als het ware naar binnen te trekken. Het is een betoverende plek. Er hangt een zekere energie in het gebouw die je niet kan beschrijven als je er niet geweest bent. Het is zelfs een genezende energie, die voor een deel uit het verleden komt. Het was vroeger namelijk een klooster. Pascal is ook innemend. Hij heeft een creatieve geest. Hij heeft heel veel charisma. Na de workshop zei ik tegen hem: “Het was fantastisch om vier dagen samen te zijn met een kunstenaar.” Zo bekeek ik hem. En bovendien maakt hij altijd prachtig werk!”

Macrolens

“Ik was hier drie maanden aan ’t fotograferen, en toen ging het licht uit. Ik had mijn job opgegeven en ik dacht: “Jezus Christus, wat heb ik toch gedaan?” Ik had alles achtergelaten dat ik kende. De zakenwereld was twintig jaar mijn wereld geweest; om daar uit te stappen, dat is een héél grote stap! Dat liet een heel grote leegte achter. De wereld werd heel donker. Als ik mijn foto’s van toen bekijk dan merk ik dat ze donker zijn. Er hing een donkere energie over. Op een dag besliste ik, nog een keer, dat dit niet de juiste richting was. Ik begon weer voeling te krijgen met de natuur; meer bepaald met het spirituele aspect ervan. Tijdens mijn verblijf hier begon ik aansluiting te krijgen met de spirituele wereld. Ik begon meer en meer de natuur te fotograferen. Ik weet niet waarom, maar ik begon met macro te werken. Ik was er vroeger nog niet mee bezig geweest. Toch voelde ik er een zekere affiniteit mee omdat ik diep in mezelf kon kijken. Wanneer je met macro werkt, dan is dat een heel intensieve en persoonlijke ervaring. Je werkt niet met modellen. Je werkt niet met een breed panorama. Je werkt met het kleinste detail. Tegelijk lig je voortdurend op de grond, waardoor je verbonden bent met de energie van de aarde. Dit voelde meteen zo natuurlijk aan, en het maakte me open om terug de dingen te kunnen zien: de schoonheid van de natuur, iets dat ik zoveel jaren had genegeerd waardoor ik vergeten was hoe mooi die is.”

Gaia

“Hoe meer mijn werk zich begon te ontwikkelen, des te meer wilde ik deze gevoelens delen met anderen. De synthese van alles. ‘Gaia’ is een goed woord, ‘Moeder Aarde’ ook. Dat is ze voor mij. En ze helpt me. De aarde is intelligentie, en wij zijn daar een onderdeel van. Ik voelde dat ik geleid werd. Vaak, wanneer ik met mijn camera op pad ben, geraak ik in trance. Ik kan ergens aanbelanden en denken: “Hoe ben ik hier terecht gekomen? Waarom ben ik hier?” Het is zoals wanneer je lang over de snelweg hebt gereden en je herinnert je er een bepaalde periode niet meer van. Ik kijk rond, er valt een bepaald licht op een bloem, en wanneer ik op de grond ga liggen om er naar te kijken, dan zeg ik: “OK, dit is de reden waarom ik hier ben.” Dit is echt wat er gebeurt. Het is magie. Het vervult me met verwondering.”

foto: © Mark Jones

Microkosmos

Het project waar ik nu aan werk heb ik “De Essenties” genoemd. Daar gaat het om: de essentie van de natuur, de schoonheid van het universum. Je kijkt naar boven, naar de sterren, en je voelt het. Dan kijk je naar beneden, naar de kleinste details in de natuur, en het is net hetzelfde. Van de macrokosmos tot de microkosmos; als je het bekijkt dan besef je hoe wonderlijk mooi alles is. Wanneer je naar de details kijkt, dan vraag je je af: “Waarom is dit hier? Waarom ziet het er zo uit? Waarom is het zo mooi, ook als er niemand in de buurt is om het waar te nemen, tenzij er iemand met een macrolens of een vergrootglas langskomt?” Het is gewoon fantastisch! Ten eerste wil ik iets moois maken; ten tweede wil ik de wonderen van de natuur laten zien, en ten derde wil ik graag kunstwerken maken die, wanneer mensen ze ophangen aan hun muur, ze dezelfde energie kunnen vrijgeven in hun huis; deze energie zou er helemaal moeten doorstralen op een manier dat het zowel het verstand als het hart raakt.”

Transcendent

“Ik werk aan een boek. Het gaat niet zozeer over de nomenclatuur of de classificatie van bloemen, maar meer over de visuele appreciatie. Het moet geen botanische studie worden. Het werk varieert, en zo heeft het zich ook ontwikkeld, van de zuiver documentaire fotografie van een bloem tot op het punt waar ik wil te weten komen: “Hoe kan ik deze energie laten overkomen?” Ik wil een bloem fotograferen om er de geest van vast te leggen. Dat is niet gemakkelijk. Het is transcendent, maar ik wil het ook esthetisch aantrekkelijk maken. Dat is een belangrijk onderdeel. Ik gebruik heel levendige kleuren, vaak gedurfde zelfs. De bloemen moeten voor mij niet per sé herkenbaar blijven. Soms ga je zien wat het is, maar vaak wordt het abstract.”

Pure Fotografie

“Er zit ook een technische uitdaging in. Toen ik in mijn veertiger jaren begon met fotografie, dacht ik: “Ik wil schilderen met licht.” Fotografie is schrijven, schilderen met licht; dat is een vaak gebruikte uitdrukking. Ik wil het gevoel van een schilderij bekomen, maar dan in een foto. Dat is de uitdaging voor mij. Veel mensen hebben me al gevraagd: “Is dit een foto?” Ja zeker, en het is pure fotografie. Het is geen Photoshop. Photoshop kan prachtig zijn in verschillende genres van fotografie, maar hier zou het de energiestroom tussen de originele setting en de uiteindelijke foto verstoren. Met Photoshop zou het zijn authenticiteit verliezen, iets dat we onbewust voelen wanneer we naar een beeld kijken. We weten meteen wanneer een foto bewerkt is. Ik ben niet zeker of we er ons altijd bewust van zijn, maar wanneer we de schoonheid en het wonder willen overbrengen door energieën, dan moet je volledig authentiek blijven. Daarom wordt de techniek redelijk ingewikkeld. Ik gebruik verschillende teleconverters en tussenringen, samen met mijn macrolens. Ik jongleer ermee tot ik het gewenste effect bereik. Pascal heeft een foto van me gemaakt waarop ik drie tussenringen plus mijn macrolens gebruik. Het is zo lang! Tijdens de belichting probeer ik alles stil te houden, maar dat is niet altijd eenvoudig. Elke vibratie heeft zijn effect op het eindbeeld. De meeste van mijn foto’s zijn gemaakt met een eenbeenstatief.”

Chaos

Alle foto’s in de serie “Essenties” zijn gemaakt van levende bloemen. Ik heb nooit bloemen afgesneden om ze in de studio te fotograferen. Ze moeten verbonden blijven met Terra Mater, met Gaia, zodat de energie er doorstroomt. In sommige foto’s zit wat bewegingsonscherpte. Als je dit probeert te fotograferen met het bestaande licht, dan kan je de ISO niet eindeloos opdrijven want dan krijg je teveel ruis. Daarom moet ik soms een lange sluitertijd gebruiken. Ik werk met een heel beperkte scherptediepte, meestal tussen f 3,5 en f 9. Dat is ongeveer hoe ver je kan gaan met tussenringen en een macrolens. Ik gebruik nooit flitsen. Het moet echt zijn. Dat is een deel van de totale ervaring. Wanneer je werkt met een eenbeenstatief op lange sluitertijd, en er steekt wat wind op, dan krijg je chaos, en die is inherent aan het proces. Het proces dat ik volg wanneer ik mijn opnames maak, is niet rechtlijnig. Zo kan ik ergens rondwandelen en iets opmerkelijks zien, maar wanneer het licht niet goed is, dan kom ik liever later terug. Zo was ik in Tsjecho-Slowakije aan het werk in een botanische tuin. Ik zat er te mediteren om verbonden te raken met de energie ervan. Toen ik klaar was kwam de foto die ik wilde maken zo voor mijn geest. Automatisch ging ik naar die plaats en maakte er een prachtige opname. Ik noem dat mijn spirituele gids. Er is chaos; je kan niet alles controleren. Ik laat me gaan met de stroom. Ik stel me altijd volledig open voor invloeden en omstandigheden van buiten uit. Je kan de dingen niet forceren.”

Verbinding met het hart

“Ik heb al wel met bloemen gewerkt in de studio. Het is heel anders, en het ziet er echt wel mooi uit, technisch gezien, maar het geeft niet hetzelfde energetische gevoel. Het slaat niet dezelfde verbinding met het hart. Daarom slenter ik liever rond, en wanneer het moment juist zit, dan is het juist. Het heeft me tijd gekost om tot dit gevoel te komen, deze impressionistische/expressionistische ervaring, wat het ook moge zijn. Wanneer ik het moet omschrijven, dan ligt het voor mij ergens tussen die twee. Ik ben begonnen met documentaire fotografie, en langzaam aan begon ik het te zien. Ik vond de juiste benaderingswijze tot het onderwerp. Zo zal het wel gaan met alles in de fotografie, zeker?”

Boek

“Eergisteren zag ik dat de sneeuwklokjes boven kwamen. Hun kopjes piepten door de sneeuw, en op zo'n momenten kom ik in actie. Mijn energie begint naar boven te komen. Gedurende de wintermaanden heb ik kunnen werken aan mijn oudere opnames. De volledige levenscyclus interesseert me, vanaf het begin tot het einde, maar dit project, dat ik trouwens tegen het einde van dit jaar wil afwerken, gaat vooral over het begin van het leven. Ik wil dit ook commercialiseren. Het wordt een boek. De deadline heb ik mezelf opgelegd. Ik wil hier niet eeuwig mee doorgaan. Ik wil een gevoel hebben dat ik iets bereikt heb; dat ik iets aflever. Ik werk naar iets toe. Ik heb voor mezelf een fonds aangelegd, maar dat volstaat niet om eeuwig van te leven. Daarom zou ik willen dat dit werk kan gecommercialiseerd worden. Daar heb ik geen enkel probleem mee. Als ik wil leven als een kunstenaar, en werken als een kunstenaar, dan moet iets op een bepaald moment gecommercialiseerd worden. Als ik dat niet zou doen, dan houdt het op een bepaald moment op. De kennis en ervaring die ik gedurende vijftien jaar heb opgedaan in het bedrijfsleven komen nu van pas. Hoe het concreet gaat verlopen, dat is nog onduidelijk. Ik kan de vergrotingen proberen te verkopen als echte kunstwerken, genummerd en gesigneerd, of ik kan voor een grotere verspreiding gaan via posters. Ik weet het nog niet. Op mijn leeftijd komen en zeggen: “En nu ga ik kunst maken!”, dat is werkelijk het moeilijkste van alles. Ik heb geen opleiding aan een kunstschool gevolgd. Mijn leraren hebben nooit tegen iemand gezegd: “Kom eens een keer kijken naar het werk van Mark Jones!” Met kunstgalerijen beginnen te communiceren op mijn leeftijd is heel moeilijk. Het is een totaal andere wereld met totaal andere spelregels; andere netwerken ook. Als je er niet in zit, dan is het heel moeilijk om er binnen te geraken. Ook hierin heeft Pascal me weer enorm geholpen. Ik had twee kunstwerken naar Art Gent gebracht. Een hoop Belgische galerijen hebben mijn werk er kunnen zien. Tegelijk is het ook goed om eens te zien waar andere mensen mee bezig zijn.”

foto: © Mark Jones

Creatief proces

“Mijn kleine belegging raakt langzaam op. Ik sta voor de keuze om terug te gaan naar de commerciële wereld. Wanneer ik er niet in slaag om mijn kunst verkocht te krijgen, dan zal dat mijn enige optie zijn. Deze periode beschouw ik echter niet als een lange vakantie. Ik ga hiermee door. Ik zal nooit stoppen met fotograferen. Dit creatieve proces valt nooit meer stil. Daar ga ik eeuwig mee verder. Doordat ik twee jaar in volledige vrijheid heb kunnen leven om mezelf te leren kennen en om mezelf op een creatieve manier te kunnen uitdrukken, ben ik gaan begrijpen dat, als je kunstenaar wilt zijn, je ook als kunstenaar moet leven. Het is bijzonder moeilijk om kunst te maken terwijl je je moet focussen op iets anders. Veel kunstenaars hebben een job om in hun levensonderhoud te voorzien. Ze werken als barman of doen iets anders, maar nooit zal deze job hen afleiden van de energie om kunst te maken. Jezelf ontdekken is simpelweg onmogelijk in de commerciële wereld. Je kunt niet even achterover leunen en zeggen: “De volgende drie weken ga ik mezelf eens ontdekken.” Je agenda staat vol verplichtingen en dingen die moeten gedaan worden.”

Decoratief

“Ik geef toe dat ik naïef geweest ben aangaande de kunstwereld. Je moet wel als je zo’n immense sprong waagt. Ik heb het nu bekeken en kom tot de conclusie: “Dit is in feite ook een zakenwereld!” Ik zou graag mijn werk verkopen, maar tegelijkertijd ben ik realistisch. Er is geen enkele garantie dat ik ook maar één cent zal verdienen in de komende jaren. Galerijen hangen alleen dat werk op waarvan ze denken dat ze het kunnen verkopen. Sommige galerijen gaan voor het conceptuele werk, alleen omdat ze denken dat ze het zullen verkopen. Mijn werk daarentegen, zo zie ik het tenminste, is ook erg esthetisch. Sommige mensen bekijken het en denken dat de schoonheid alleen maar afleidt van wat ik echt wil bereiken. Wanneer je het echter grondiger bekijkt, dan steekt er wel degelijk een concept achter. Toen ik met een vriend over mijn werk sprak, zei hij: “Welke naam je ook op deze reeks gaat plakken, noem ze zeker niet ‘Bloemen’.”

‘Essenties’, daar gaat het om. Er is nog een grappige anekdote. Tijdens Art Gent kwam er een dame naar me toe en ze zei: “Oh, dit is echt mooi! Het enige dat me dwars zit, en ik hoop dat je me dit niet kwalijk neemt – ze verontschuldigde zich heel uitvoerig – is dat het veel decoratiever is dan het andere werk hier.” Het was alsof ze zei: “Het heeft minder artistieke waarde omdat het decoratief is.” Deze reactie verbaasde me, maar daar komt het in de artistieke industrie eigenlijk op neer. En laten we realistisch zijn: het werk is inderdaad esthetisch. Eeuwenlang hebben kunstenaars bloemen geschilderd en gefotografeerd. Wat het onderwerp betreft, is er dus niets nieuws onder de zon, maar hoe ik het aanpak is wel nieuw. Het is heel persoonlijk en ik denk ook dat mijn werk een unieke stijl heeft. De reden waarom ik dit doe, waarom ik wil communiceren, heeft minstens evenveel te maken met het feit dat ik wil dat je deze energie voelt, dat je deze energie ervaart. Dit brengt veel mensen in verwarring omdat we in onze Westerse wereld daar niet over spreken, tenzij je bij één of andere spirituele beweging hoort.”

Purist

“Eén van de redenen waarom Pascal en ik zo goed overeen komen, is omdat we allebei puristen zijn. We willen alles authentiek houden. Dat komt omdat al onze foto’s gemaakt zijn zonder dat we aan geld moeten denken. Ze zijn altijd gemaakt vanuit de zuivere liefde voor het onderwerp. Ik ben bijvoorbeeld helemaal gebiologeerd door dit onderwerp dat ‘bloemen’ heet. God zij dank heb ik gedurende twee jaar vrij in de natuur kunnen rondhangen om er naar te kijken. Dat heeft me gewoon een gelukkiger mens gemaakt. Als we allemaal de kans zouden krijgen om in de natuur te zitten, zo nu en dan, en we zouden gewoon maar moeten rondkijken, dan ben ik zeker dat de wereld een gelukkiger plek wordt.”

view counter