Onder redactie van Mr. Kitty van Boven
In de algemene voorwaarden van de Nederlandse Fotografen Federatie is bepaald dat een fotograaf die geconfronteerd wordt met een inbreuk een verhoging kan vorderen van een aantal maal het licentietarief. Veel fotografen gebruiken deze voorwaarden om hun schade te begroten, ook of juist wanneer partijen deze voorwaarden niet zijn overeengekomen. Dit stuit op weerstand bij inbreukplegers en hun juridisch adviseurs omdat deze verhoging volgens hen het karakter van een boete heeft.
Zij gaan er echter aan voorbij dat de mogelijkheid voor fotografen om een verhoging te vorderen essentieel is, immers zonder deze mogelijkheid zal het plegen van inbreuken gunstiger zijn dan het vooraf vragen van toestemming en het betalen van het licentietarief. Wanneer fotografen alleen maar hun licentietarief zouden kunnen vorderen wanneer inbreuk wordt gepleegd en niet de immateriële schade die ontstaat door het ontbreken van toestemming en/of naamsvermelding wordt het handhaven van auteursrechten een heikele onderneming.
De kans is immers groot dat inbreuken niet geconstateerd worden of dat inbreuken wel geconstateerd worden maar rechten niet meer worden gehandhaafd, alleen omdat dit te kostbaar wordt. Het maken van inbreuken wordt dus in de hand gewerkt wanneer fotografen alleen hun licentietarief als schade kunnen vorderen.
In een recent vonnis (Rechtbank ’s-Hertogenbosch, sector kanton, 25 april 2013, te vinden op o.a. www.rechtspraak.nl LJN: BZ9289) oordeelt de rechter dat de verhoging dan ook gerechtvaardigd is:
‘De kantonrechter stelt voorop dat het niet aantrekkelijk gemaakt moet worden voor gebruikers van auteursrechtelijk beschermd werk door een inbreuk te herstellen door achteraf alsnog het gangbare tarief te betalen en dan niet slechter af te zijn dan als zij tevoren toestemming zouden hebben gevraagd. In dat geval zou immers het systeem van bescherming van auteursrechten illusoir worden gemaakt. Daarom acht de kantonrechter de door Van Loo gevorderde schade, zoals hiervoor weergegeven, gerechtvaardigd. De schadevordering is dan ook toewijsbaar.’
Het argument dat de verhoging van het licentietarief het karakter van een boete draagt is hiermee nogmaals weerlegd. Wanneer gemotiveerd uiteen wordt gezet dat immateriële schade geleden is, dan kan deze door de rechter worden toegekend.
De rechter besteedt in hetzelfde vonnis ook een alinea aan het weerleggen van een andere creatief verweer dat sommige inbreukplegers voeren om niet aansprakelijk te worden gehouden voor een gemaakte inbreuk. Te weten het verweer dat de fotograaf de inbreuk heeft “uitgelokt”. De kantonrechter stelt echter dat Van Loo geen misbruik van zijn auteursrecht gemaakt. Van Loo heeft immers zijn foto niet uitsluitend op internet geplaatst om een overtreding uit te lokken. Het zou ook de omgekeerde wereld zijn als een fotograaf zijn rechten niet mag handhaven wanneer hij zelf zijn foto’s toont op het internet!