William Henry Fox Talbot

'Het is alsof ik in de foto's ben'

Een keuze uit
Gepubliceerd: 28 november 2017

In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op enerzijds 'As it may be' van Bieke Depoorter, anderzijds het eerste deel van het driedelige naslagwerk 'Die große Geschichte der Photographie. Die Anfänge 1840 bis 1920'.

In 2011 debuteerde de jonge Belgische fotografe Bieke Depoorter (1986) met een opmerkelijk boek, getiteld 'Ou Menya'. Het was een soort beeldverslag van een reis door Rusland. Wat direct opviel aan veel foto's was niet alleen het schilderachtige karakter ervan maar ook en vooral de nabijheid van de mensen die zij portretteerde.
Dat laatste had alles te maken met de bijzondere methode waarmee de fotografe te werk was gegaan. Alvorens op reis te gaan had zij namelijk een briefje laten maken waarin ze in het Russisch vertelde dat ze op zoek was naar een slaapgelegenheid bij mensen thuis en bij hen ook foto's wilde maken. De fotografe reisde vervolgens met de trein door Rusland en in vrijwel elke stad waar ze uitstapte gebruikte ze het briefje dat goed bleek te werken.

Joseph Nicéphore Niépce

Rond 1500 gaf Leonardo da Vinci al een uitvoerige beschrijving van de camera obscura, maar het was een teruggetrokken levende uitvinder uit een Frans dorpje die als eerste een afbeelding op lichtgevoelig papier wist vast te leggen. Nicéphore Niépce maakte in 1816 vanuit zijn werkkamer de eerste foto van de wereld.

Om twaalf uur ’s middags is het bijna helemaal stil in Saint-Loup-de-Varennes, een dorp een paar kilometer voorbij Chalon-sur-Saône langs de route nationale naar Lyon. Ook in kleur is het een verstilde plek; de ongeplaveide paden, de oude waterput, de muren en daken van de huizen hebben allemaal dezelfde tint.
Het enige leven speelt zich af in het wegrestaurant, waar stevige vrachtwagenbestuurders in afwachting van hun lunch schijven stokbrood verkruimelen. Niemand kijkt naar de kleurige bloemen op tafel. Aan de overkant, dwars op de weg en verscholen achter een bemoste muur en bomen, staat een twee verdiepingen hoog landhuis, met erkerramen in het puntdak en een in later tijden bijgebouwd torentje. Het doodlopende straatje aan de achterkant van het huis is genoemd naar de vroegere bewoner: rue Nicéphore Niépce.