Over kommer en kwel van de kroket en de positieve kant er van

Proloog
Gepubliceerd: 15 oktober 2012

afbeelding 2
Jurriaan NijkerkPersfotografie, eens de trots van de bladen. De fotografen werden geknuffeld, het beeld zorgde voor het aanzien van het nieuws. Persfotograaf worden was ook iets spannends, een avontuur. En inderdaad, er liepen wat avonturiers rond die met magnifiek materiaal thuiskwamen. En fotografie is nog steeds synoniem met het métier, wie met een fototoestel rondzeult krijgt steevast de vraag 'Is u van de pers?' Al kun je jezelf afvragen hoe lang nog...

Terugdenkend was er Vrij Nederland, met de majestueuze en vaak dramatische beelden van Willem Diepraam, gemaakt met een zwaar geforceerde Tri-X met zeer grove korrel met een perfecte beheersing van de dokatechniek tot stand gekomen. Er waren de strakke platen van Wubbo de Jong in het Parool. Natuurlijk ook de oer Hollandse fotografie van de onverwoestbare Frits Gerritsen. Of het werk van Eddy Posthuma de Boer. Pim Westerweel, die in omroepsferen portretten maakte en behangpatroontjes ontwierp op basis van foto's. De voetbal- en wielrenfoto's van Guus de Jong die het eeuwige leven lijken te hebben. En Eddie de Jong (geen familie) wiens portret van een 'wat ouder wordende', Amsterdamse zorgelijkheid uitstralende Simon Carmiggelt mij op het netvlies staat gegrift. En vele, vele anderen die ik graag zou noemen.

Uitknijpen leidt tot krimp

Wat er van onze nationale trots rest zijn bladen die proberen de fotografen uit te knijpen met tarieven waar je nog geen pakje paneermeel voor kunt kopen onder het motto van de 'beperkte budgetten', door boekhouders onder de druk van aandeelhouders bepaald. De markt zit overvol, er zijn meer fotografen dan opdrachten, en de mogelijkheid om praktische ervaring op te doen is zeer beperkt.

Volgens het Grafisch Weekblad is er over enkele jaren slechts plaats voor 500 grafische bedrijven. Het Parool moet 'Amsterdamser en jonger' worden, dat gebeurt door op de redactie drie banen te laten verdwijnen. Ja, wat wil je, de oplage is in één jaar met 9.000 exemplaren gekrompen. De redactie moet ook worden verjongd, er is een groot deel van de staf ouder dan 48 jaar, die moeten dus ook weg. Drie banen? Wanneer je de opperhoofden moet geloven is het een goed streven met als bijkomend voordeel dat jongere journalisten waarschijnlijk goedkoper zullen zijn, het mes moet tweesnijdend zijn in deze tijd, nietwaar..? Netto resultaat: verlies van kwaliteit.

Reorganisatie en fusie, een leugen?

Bij het gerenommeerde instituut Intermediair is letterlijk iedereen 'afgevloeid', oftewel op zijn Hollands gezegd 'geloosd.' Adformatie bestaat ook niet meer zoals het eens was. Het vier kwartalen oude VEGA mag van Sanoma niet meer uitkomen, de titel mag wel worden verkocht. Maar ja, wie wil 'm nog?

In de rest van de perswereld is het al niet anders. Zelfs de vlaggenschepen lijken minder zeewaardig te worden, aangetast als ze zijn onder de waterlijn. Blijkens een zeer recent rapport van Price Waterhouse Coopers is het onvermijdelijk dat er bladtitels zullen sneuvelen. De markt voor dagbladen en tijdschriften is overvol. Lezersaantallen nemen af, de verzadiging neemt gestaag toe. Aldus Price Waterhouse Coopers bij de presentatie van haar Nederlandse Entertainment & Media Outlook 2012-2016.

Hier overheen komt het bericht dat het Duitse persagentschap DAPD, concurrent van het grote Deutsche Presse Agentur en de Duitse services van Reuters, uitstel van betaling heeft aangevraagd. De dienst ontstond drie jaar geleden uit een fusie van de Duitse tak van Associated Press en een ander persbureau. Hieruit blijkt maar weer dat een fusie van twee minder lopende bedrijven niet automatisch tot succes leidt.

Jubelende aankondigingen en halve waarheden

In Nederland zien wij ook dergelijke dingen gebeuren. De afslankingen en reorganisaties worden vaak begeleid door jubelende aankondigingen, die tot doel hebben een deficit te verhullen. Op zich niets mis mee, maar je kunt de halfvolle fles ook sterk overdrijven. Dit lijkt het geval bij de fusie van de stockbureaus Hill Creek Pictures, eigendom van oud-ANP man Bas van Beek, en Hollandse Hoogte. Wie naar Hill Street Pictures gaat landt nu op de pagina van HH. Louis Zaal van Hollandse hoogte stipuleert verheugd in een kort interview dat dit 'een forse uitbreiding van het archief' betekent. Niet zo gek bedacht, Hill Creek vertegenwoordigt Corbis en haar 30.000 aangesloten fotografen in Nederland. Bovendien krijgt Hollandse Hoogte er zo ook de unieke foto's uit de Amerikaanse Burgeroorlog bij, uit het Bettmanarchief. Wanneer ik het goed begrijp erg belangrijk voor ons land. En samen met Corbis is Hollandse Hoogte nu 'groter dan de Nederlandse tak van Getty Images. Het doet denken aan de kruidenier die, opgeslokt door Albert Heijn, luidkeels uitroept dat zijn nieuwe bedrijf nu vele filialen kent.

Een kleine halve waarheid kan er bij Hollandse Hoogte ook nog wel af, blijkens een uitspraak van Louis Zaal in het NRC: 'Wij geloven in de kwaliteit van ons aanbod en blijven een redelijke prijs voor foto's vragen.' Hierbij wordt er even aan voorbij gegaan dat ANP en Hollandse Hoogte via hun buikspreekpop Eerlijke Foto.nl foto's aanbieden voor de 'redelijke prijs' van drie euro.

Voor de vele, waarschijnlijk tot lage activiteit gedoemde fotografen die nu van bepaalde gouden bergen belovende opleidingen afkomen (succes, roem en eer zal je ten deel vallen, al onze studenten zijn succesvol) betekent het voorgaande wellicht dat er geen riante toekomst meer voor hen in het vak zit. Er valt te vrezen dat de gemiddelde vakbekwaamheid, mede door gebrek aan de mogelijkheid praktijkervaring op te doen, sterk zal afnemen.

Positieve keerzijde

De positieve keerzijde is echter wél dat de doorzetter, die ontdekt dat je alleen van je passie gelardeerd met wat aangeleerde mooie woorden niet kunt vreten, heel ver zal kunnen komen. Mits de doorzetter bereid is om tegen de stroom in continu bij te leren met een onbevooroordeelde, wijde en open blik op de wereld. De toekomst en de kracht liggen niet in wat de goeroe-achtig betweterige 'marketeers' en andere zelfuitgevonden godheden al niet beweren in geschriften en tijdens dikbetaalde seminars, maar in het werk dat uit je handen komt. In de wijze waarop je in je vak staat. In de zeggingskracht van je beelden. Het klinkt misschien wat vreemd na dit treurige verhaal, maar ik ben er persoonlijk van overtuigd dat er uiteindelijk zeer positieve kanten aan kommer en kwel zullen zitten.

view counter