Joep Jacobs:
Land Rover Defender, Deardorff, portret-angst en hooggebergte

Zollhof<br />
Gehry<br />
foto: © Joep Jacobs

Advertentie

Het nieuwe richtprijzenboekje 2019 is uit!

Het richtprijzenboekje dient behalve voor prijsindicatie ook als richtlijn in gerechtelijke procedures bij toewijzing van honoraria en schadevergoedingen bij geschillen. De richtprijzen zijn gebaseerd op onderzoek naar het prijspeil voor publicatie en productie. Bij de prijsberekening worden behalve resultaten van binnenlands onderzoek ook de prijzen van (EU) beheersmaatschappijen zoals het Belgische Sofam meegenomen.

Klik hier voor meer informatie
of om het boekje te bestellen
.

view counter

Joep JacobsEen verkeerd geadresseerd mailtje dat netjes wordt teruggezonden, nieuwsgierig kijken op een website en dan een kijk-hij-ook-al-erlebnis. Wie komt erop het idee om met 25 kilo aan apparatuur niet al te misselijke bergtoppen op te sjouwen? Wie heeft er nog een voorliefde voor de fijne gradaties van film? En wie vindt natuurlijke scherpte een must? Natuurlijk, iemand die absoluut niet vies is van digitaal maar zichzelf wel bestempelt als een 'autonoom film addict'.

Wanneer ik arriveer (bij eerste rode Defender rechts) bel ik aan. Vanuit Groesbeek naar Nuenen is de snelste weg binnendoor, zoals Joep ook even met verbazing constateert. “Ik rijd ook liever binnendoor, dat geeft wat meer afwisseling in de omgeving. En met die Defender rijd je gewoon 80, meer is ook niet nodig. Maar kom binnen.” Terwijl er goed voor mij wordt gezorgd kijk ik even rond, een ruim en licht huis maar niet met een te strak design, er is ook nog plaats voor mensen. En wij zitten dan even later tot over onze oren in gesprek.

Doek over de kop

Joep was geobsedeerd door fotografie, op zijn vijfde jaar bekeek hij al fotoboeken, vanaf dat hij kon lezen las hij alles over fotografen. “Ik volgde de Tehatex, een opleiding tot docent beeldende vakken. Daarna studeerde ik verder aan de Design Academie in Eindhoven. Daar had men de beschikking over een studio. Er was een docent die de mensen daar leerde wat film en ontwikkelen was, die zeurde ik de oren van zijn hoofd. Op een gegeven moment zei hij: 'Eindelijk iemand die wat meer wil.' En zo maakte ik dan kennis met de technische camera. Je kunt natuurlijk vinden dat zo'n apparaat-met-doek-over-de-kop uit de tijd is, maar perspectief-correcties in Photoshop zijn toch anders, bieden beduidend minder mogelijkheden.” Ik val er even tussen: “Zoals die lantarenpaal die op een rotplaats staat ten opzichte van het gebouw en die je met een simpele verschuiving op een andere plaats kan zetten?” Joep: Inderdaad, en zo zijn er nog een aantal dingen. Perspectief in Photoshop is wezenlijk anders. En natuurlijk is er op een TC nog de controle over je scherptevlak. Die je ondanks slim programmeren met software niet kunt evenaren. Zelfs al neem je overall scherp op, als je dat al zou lukken, en laat je de voor- en achtergrond vervagen, dan nog kun je het effect van het natuurlijke scherpteverloop niet simuleren. Het blijft een zichtbaar trucje.”

Stage en studiomanager

“Van veel belang is mijn stage geweest bij een fotograaf in Schiedam. Daar kreeg ik het hele traject van concept, communicatie tot aan het eindresultaat voor mijn kiezen. Lucio Fontana<br />
Parade Vormgevers<br />
foto: © Joep JacobsIk heb daar goed opgelet, eigenlijk deed ik de stage meer voor mijzelf dan vanuit de opleiding. Na mijn opleiding kwam ik bij een groot reclamebureau in Eindhoven. Daar mocht ik de fotostudio gaan managen. Ik maakte ook veel eigen werk. Ik kon er naar een vorm zoeken en gebruik leren maken van mijn sterke kanten. Ik deed ook graag architectuur en landschap, beide hebben eigenlijk veel gemeen. De opnamen maakte ik op 8x10”, ontwikkelde zelf want ik wilde de dingen niet uit handen geven. Uiteindelijk ging het reclamebureau failliet, ik heb toen een aantal klanten mee kunnen nemen en ben voor mijzelf begonnen. Wanneer het nodig was huurde ik een studio en verder werkte ik van huis.”

Klanten en benadering

“Ik ben gericht op bedrijven die op dezelfde golflengte zitten als ik. In de bouw werkt het erg prettig, de opdrachtgever stelt een kader met daarbij de boodschap 'Vul het zelf in’. Een paar foto's maak ik wat meer algemeen, maar ik laat vooral ook veel details zien. Dat kan ook een emmer zijn of een betonmolen. Maar ook in dat soort detailopnamen moet het beeld helemaal kloppen. Élk beeld moet ‘aan de wand kunnen hangen’.”

“Waar ik echt ‘van wakker kan liggen’ zijn portretten. Die moeten altijd snel want de topmanager heeft maar vijf minuten en wil dan weer buiten staan. Je kunt wel proberen iets te organiseren maar dat loopt fout, zij hebben geen tijd. Ik ben wat meer te beschouwend van aard voor een dergelijke werkwijze. Ik ben ook erg voorzichtig met het werk ik naar buiten kom. Wanneer mensen je werk zien plaatsen ze je al snel in een bepaalde hoek, daarom zet ik bepaalde onderwerpen beslist niet op de site.”

Film

“Voor klanten werk ik meestal digitaal. Voor mezelf werk ik het liefst op de traditionele film. Ik sta telkens weer verbaasd over het resultaat met grootformaat film, zoals het oplossend vermogen. Ik krijg een bepaald gevoel wanneer ik met film werk. Er is een groot verschil in grijstint en gradatie, vergeleken met digitaal. Digitale fotografie is zo knetterhard en verzadigd. Sommige mensen vinden dat echt mooi, smaak verandert ook.” Ik werp er even tussendoor: “Zoiets als patat met (te) veel mayonaise omdat de smaak afstompt door te sterke prikkels?” Joep: “Ja, zoiets. Ik zie het overdreven nut van die digitale scherpte niet. Film heeft veel meer nuances, schakeringen, komt dichter bij wat ons oog waarneemt. Ik vind detaillering ook heel belangrijk. Wanneer ik vlak voor een vergroting sta wil ik nog steeds details scherp kunnen zien. Niet de digitale scherpte maar een meer natuurlijke scherpte, vloeiender. De korrel van de film laat dat ook toe, bij digitale opnamen wordt het beeld op een gegeven moment 'blokkerig'.” Er hangen twee grote zwart-wit portretten aan de wand. Ieder detail is te zien, zelfs een enkele haar dat over het gezicht ligt is op afstand, hoewel erg dun op de vergroting, duidelijk herkenbaar. “Ja, dat mag, een ander zou 'm weghalen. Om dit te bereiken werk ik altijd met 16 bits bestanden wanneer er wordt gescand of bij digitale opnamen. Je hebt dan de meeste correctiemogelijkheden. Ik zet alles direct om in Cie-Lab, zowel de RAW als de gescande bestanden en maak dan mijn correcties. Wanneer ik helemaal klaar ben zet ik het bestand om naar RGB en 8 bits in het eindprofiel. Fotografie hoort groot te worden bekeken. Je moet dus zo min mogelijk verlies hebben.”

Slotbosse toren<br />
RGD<br />
foto: © Joep Jacobs

Gereedschap

“Mijn favoriete camera de Deardorff. De Gandolfi bijvoorbeeld heeft meer verstelmogelijkheden maar is daardoor instabieler. Het is natuurlijk wel krankzinnig dat ik al dat gewicht meezeul. ”Ik kom er even tussen. 'Ik vind voor architectuur de Linhof Technika een goede loopbodemcamera. En natuurlijk die titanium Amerikaan, dat geval weegt nog geen twee kilo en laat probleemloos in elkaar schuiven tot een klein pakketje. Is dus veel hanteerbaarder zelfs als de Technika, ik kom alleen even niet op de naam.” Joep, direct er overheen: Je bedoelt de Canham. Maar inderdaad, deze camera's zijn niet overdreven zwaar en bieden ook veel controle. Maar ik hecht, behalve aan de Deardorff en de Linhof, ook aan mijn Alpa. Het voordeel van de Alpa is dat dit het énige perfecte platvorm is voor de digitale achterwand, zeker met live view. Ik stitch ook vaak opnamen. Maar eigenlijk heb ik het liefst film wanneer ik vrij werk maak, ik ben gewoon een autonoom film addict.” Ik zie een Horseman cassette met een nippeltje en een slangetje liggen. Doe het zelver? “Ja, dat zijn van die cassettes waar de film niet vlak in ligt. Dus zuig ik hem vacuüm tijdens de opname, gewoon met de mond. Ik zie ook een grote Jobo-ontwikkeltank, het type tank voor grote formaten vlakfilm. Met daarnaast een perfect afgewerkt apparaat, kennelijk bedoeld om de tank in beweging te houden. Waarom geen Jobo automaat? “Ja, dat weet ik eigenlijk niet. Dit geval heb ik zelf ontworpen en deels laten maken, deels zelf gemaakt. Ik ontwikkel er uitsluitend zwart-wit film in bij kamertemperatuur. En dat gaat erg goed.” Dan stel ik de vraag “Waarom neem je niet alles op film op?” Hij peinst even: Dat is een gewetensvraag. Ik denk omdat voor mij een opdracht een andere gevoelswaarde heeft dan vrij werk. Maar ik kan het niet precies uitleggen, het is écht gevoelsmatig. En in bepaalde gevallen vergt film wat meer tijd en de vraag is of je dat je klanten moet aandoen.”

La Meije<br />
foto: © Joep Jacobs

Hooggebergte

“Tja, ik wil het ultieme. Bergen zijn fascinerend. Ik ga voor de schoonheid en wil geen concessies doen aan de beeldkwaliteit. Dus hanteer ik het principe dat ik zoveel meeneem als ik kan dragen.” Ik grinnik even: “Je neemt dus geen kudde sherpa's mee?” Joep zucht. “Nee, dat kan ik die mensen niet aandoen? Bovendien, krijg ik zin om even ergens van te genieten, dan moeten deze mensen wachten. Ik ben dus nu vrij om ergens drie uur te gaan zitten. Ik weet dat het erg zwaar is in de bergen, maar dat is míjn handicap: 'Jacobs, je hebt het toch echt zélf meegenomen.' Wanneer je klimt dan wordt het een soort mantra, je denkt niet meer na over zwaar, je zet de ene stap na de andere tot je bent waar je wilde zijn. En het is niet alleen naar de top en dan een uurtje op- en instellen, onderweg kom je ook veel tegen. Daar wil ik dan ook tijd voor maken. Omdat ik het uiterste aan scherpte wil bereiken moet ik ook stabiliteitsproblemen oplossen. Een statief kan geen licht niemendalletje zijn. Dat verzwaar ik dan ook nog eens met alles wat er daar boven ligt. Of met spanbanden die ik ergens veranker, in de bodem of in de rotswanden om het zo stabiel mogelijk te krijgen. Dit is in mijn eigen belang, gaat er iets mis dan kan je weer terug. De golfparaplu die ik gebruik als windscherm is mijn ‘laatste wapen’ vóór ik afdruk.”

“Wat ook zo merkwaardig is, de schijnbare eenzaamheid. Ik maakte ergens in de Franse Alpen een foto van een ongenaakbare bergwand, op het oog niet te beklimmen, ruig en onherbergzaam. Later op de vergroting zag ik ineens twee kleine puntjes. Van dichtbij zag je op de vergroting dat het twee mannen met rugzakken waren. Een contrast, echt, in die desolate eenzame Alpen krioelt het van de activiteit.“

Interieur

“Mensen horen in een interieur thuis het interieur is voor hen gemaakt. Ik laat mensen ook zien voor de schaal van een interieur, om de grootte aan te duiden. Mensen laat ik ook onscherp worden. Ik maak graag gebruik van het bestaande licht, alles 'perfect uitlichten' is de beste manier om een interieur te vermoorden. En dan komt vaak ook het enorme dynamisch bereik van film van pas.”

Projecten

“In mijn vrije werk ben ik bezig met een aantal projecten. Ik heb een serie gemaakt van (bijna?) alle silo's in Nederland die aan het water staan. Op 8x10” film. En er staan nogal wat silo’s. De vraag is of je compleet zijn wilt zijn of niet. Je kunt je afvragen of dat kunst moet zijn of dat het gewoon een verzameling is. Eigenlijk interesseert mij dat helemaal niet zo, deze gebouwen in combinatie met hun locaties fascineren me, ik wilde gewoon al die silo's in de serie. ‘Blokkendozen’ op een ‘vloeibare sokkel’.”

Lochem<br />
foto: © Joep Jacobs“Ik heb trouwens ook twee 4x5” handcamera's laten maken voor wat meer reportageachtige gebruik, voor gelegenheden die geen statieven toelaten. In Sevilla heb ik met deze camera's opnamen in zwart-wit gemaakt van processies, tijdens de Semana Santa. Levende mensen. Dat is dan weer heel anders.”

“Een ander project is Surrounding (www.surrounding.nl). Torens staan in een omgeving. Neem de Eiffeltoren. Ik begin met het bepalen van de afstand tot de Eiffeltoren, in combinatie met mijn gebruikte brandpunt en de benodigde verstelling. Dan trek ik een cirkel op de kaart en ga deze lopen. Elke keer wanneer ik de Eiffeltoren zie, fotografeer ik deze op exact dezelfde positie in het beeld. Deze verandert dus niet meer van positie én van maat. En dan gaat het ineens niet meer om die Eiffeltoren, maar om de omgeving waarin deze staat.” Hij laat enkele afdrukken zien. “Maar het project is nog niet af.”

“Boeiend is het maken van panorama's en het experimenteren met scherpte. Ik onderzoek wat je daarmee kunt doen. Als logisch uitvloeisel ben ik nu ook bezig met foto's van bossen. Ik speel daar met scherptediepte, dat is het prettige van de 8x10”, die geeft je een minimale scherptediepte. Door cameraverstellingen kun je het scherptevlak dan duidelijk manipuleren. Ik maak drieluiken en onderzoek wat er gebeurt wanneer je het scherptevlak van de middelste foto gewoon 'normaal' laat en die van de twee buitenste foto's tegengesteld draait, ik speel met de scherptediepte. Een van de vragen is of dat tot een ruimtelijk effect leidt. De foto's worden, zoals altijd, gewoon heel groot afgedrukt omdat je het effect dan pas gaat zien. Deze foto's horen groot te zijn.

Weet je, eigenlijk is het maken van mooie dingen mijn enige drijfveer. De Deardorff is een feest om mee te werken, de ‘slowfood’ variant van de fotografie, maar het belangrijkste is dat die perfecte vergroting er hangt...

view counter