In deze maandelijks terugkerende rubriek geven we een selectie van min of meer recent verschenen fotoboeken die we graag onder de aandacht brengen. Steeds wordt minstens één van de vermelde titels nader belicht. Deze keer viel de keuze op enerzijds 'As it may be' van Bieke Depoorter, anderzijds het eerste deel van het driedelige naslagwerk 'Die große Geschichte der Photographie. Die Anfänge 1840 bis 1920'.
In 2011 debuteerde de jonge Belgische fotografe Bieke Depoorter (1986) met een opmerkelijk boek, getiteld 'Ou Menya'. Het was een soort beeldverslag van een reis door Rusland. Wat direct opviel aan veel foto's was niet alleen het schilderachtige karakter ervan maar ook en vooral de nabijheid van de mensen die zij portretteerde.
Dat laatste had alles te maken met de bijzondere methode waarmee de fotografe te werk was gegaan. Alvorens op reis te gaan had zij namelijk een briefje laten maken waarin ze in het Russisch vertelde dat ze op zoek was naar een slaapgelegenheid bij mensen thuis en bij hen ook foto's wilde maken. De fotografe reisde vervolgens met de trein door Rusland en in vrijwel elke stad waar ze uitstapte gebruikte ze het briefje dat goed bleek te werken.
Op dezelfde manier reisde Depoorter – sinds 2016 lid van het vermaarde fotoagentschap Magnum – door een deel van de Verenigde Staten, wat resulteerde in het fotoboek 'I am about to call it a day' (2014).
En nu ligt er haar derde boek, 'As it may be', wat mij betreft nog mooier qua uitvoering dan de twee voorafgaande titels en minstens zo opzienbarend. Liefst drie uitgevers brengen het boek uit: Aperture (VS), Xavier Barral (Frankrijk) en – voor de Nederlandstalige markt – Hannibal (België).
Commentaar •
Ditmaal brengt Depoorter ons op plekken waar weinigen van ons ooit een voet zullen zetten – in de huizen van gewone Egyptische mensen, met name moeders met kinderen. Sinds de Arabische Lente (2011) heeft de Belgische fotografe diverse reizen gemaakt naar Egypte. En opnieuw lukte het haar om bij mensen thuis over de drempel te komen, hun dagelijks leven – en soms ook hun bed – te delen, en al die interieurs en mensen ook nog vast te leggen in prachtige foto's.
Maar ze deed meer. Ze maakte van een deel van haar foto's een dummy, keerde daarmee terug naar Egypte en vroeg mensen om commentaar te geven – én om dat commentaar dan letterlijk op de foto's zelf te schrijven. Aldus geschiedde. Het nu uitgegeven boek is volgens de uitgever een exacte reproductie van die aldus van teksten voorziene dummy. De (meestal) in het wit geschreven Arabische zinnetjes geven de vaak kleurrijke foto's een haast Oriëntaalse uitstraling zoals je die kent van oude ansichten. Juist omdat je de teksten niet kunt lezen, werken ze denk ik eerder als beeldelement.
Ontmoeting •
Gelukkig zit er bij het boek een los katern met daarin alle vertalingen in het Nederlands. Het commentaar – al of niet gericht tot de fotografe – is nu eens tamelijk voorspelbaar, dan weer verrassend. Om een greep te doen: van 'Deze foto is normaal maar niet geschikt voor publicatie' tot 'Het is alsof ik in de foto's ben, in de huizen', en van 'Ik droom ervan om te zijn zoals jij en de wereld te ontdekken, maar ik wil ook architect worden' tot 'Je hebt een momentopname meegemaakt, een uur of twee, misschien een nacht. Gewoon een foto. Maar het leven op de foto heb je niet geleefd'.
Men kan zich overigens afvragen of de fotografe zichzelf niet tekort heeft gedaan door haar foto's te laten 'bekladden' met al die schrijfsels. Ik denk het niet. Vermoedelijk vindt ze de hiermee vastgelegde ontmoeting van twee culturen belangrijker en interessanter dan de schoonheid van haar foto's. Misschien zouden ze zelfs minder sterk geweest zijn zònder die Arabische teksten. Hoe dan ook, Bieke Depoorter heeft weer een bijzonder boek gemaakt.
Naslagwerk •
Het Museum of Modern Art (MoMA) in New York was wereldwijd het eerste museum voor beeldende kunst dat een aparte afdeling voor fotografie opzette, en wel in 1940. Met het verzamelen van foto's was men al in de 19e eeuw begonnen en inmiddels bezit het museum een van de grootste collecties van de wereld.
Het is op basis van die collectie dat het museum een geschiedenis van de fotografie heeft samengesteld onder de titel 'Photography at MoMA', bestaande uit drie delen. Deel 1 bestrijkt de beginperiode 1840-1920, deel 2 het tijdvak 1920-1960 en deel 3 loopt van 1960 tot onze eigen tijd.
Ook de Duitse uitgeverij Schirmer/Mosel heeft dit naslagwerk in haar fonds opgenomen en in het Duits laten vertalen. Na de delen 2 en 3 is nu het eerste deel verschenen, zodat de trilogie compleet is. De drie delen zijn nu ook in een aparte cassette beschikbaar.
De trilogie telt in totaal 1260 bladzijden en1560 foto's in kleur en duotone. In 'Der große Geschichte der Photographie. Die Anfänge 1840-1920' passeren alle grote namen de revue, van Europese pioniers als William Henry Fox Talbot (1800-1877) en Gustave Le Gray (1820-1884) tot grote Amerikaanse vernieuwers als Alfred Stieglitz (1864-1946) en Edward Steichen (1879-1973).
Duitse meesters •
Uiteraard ontbreken ook de grote Duitse meesters niet, onder wie August Sander (1876-1964) en Karl Blosfeldt (1865-1932). Maar gelukkig gaat het niet alleen over beroemde fotografen maar is er ook aandacht voor het werk van al of niet anonieme amateurs.
De begeleidende teksten zijn van Quentin Bajac, hoofdcurator van de afdeling Fotografie van het MoMA, en diverse andere auteurs. Uitgever Lothar Schirmer noemt de trilogie in een begeleidend persbericht een must voor beeldredacteuren en journalisten en beveelt het daarnaast warm aan als een heel mooi kerstcadeau ‘für einen Augenmenschen'.