Linda de Vries

Linda de Vries
Advocaat

i-ee
Anna van Renesseplein 8
1911 KN Uitgeest
Tel. 0251 - 36 20 37, Fax 0251 - 36 20 47, e-mail.

Schending auteursrechten op Curaçao

Naar aanleiding van een op 11 december 2017 gewezen vonnis door het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao[1] leek het mij leuk om een klein (virtueel) uitstapje te maken en te kijken hoe in Curaçao wordt geoordeeld in inbreukkwesties.

In de betreffende kwestie heeft de auteursrechthebbende de uitgeverij Ultimo Noticia aangeschreven ten aanzien van 161 inbreuk op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten. Ultimo Noticia stelt zich op het standpunt dat bij de foto’s niet vermeld stond dat er auteursrechten op de foto rusten. Dit verweer is door de rechter eenvoudig verworpen met de opmerking ‘het feit dat er niet bij stond dat er copyright op de foto’s rustte, niet maakt dat de foto’s niet auteursrechtelijk beschermd zijn’.
Dit is gelijk aan hoe de Nederlandse rechter een dergelijke verweer pareert.

Het belang van duidelijk afspraken bij het verlenen van toestemming

Voor een auteursrechthebbende is het van belang om bij het verlenen van toestemming voor het gebruik van een foto duidelijk aan te geven tot hoever de toestemming strekt. Wordt in het algemeen toestemming gegeven voor het gebruik van de foto zonder hier grenzen aan het stellen dan kan het zo zijn dat de fotograaf de gebruiker van de foto een onbegrensde toestemming geeft voor ieder gebruik van de foto. Dit is uiteraard niet wenselijk.

Bij het geven van een onbegrensde toestemming geeft de fotograaf zijn rechten voor een groot deel prijs. Als exclusief auteursrechthebbende kan enkel de fotograaf rechtmatig toestemming geven voor een het gebruik van de foto. De waarde van dit exclusieve recht verminderd m.i. indien er aan deze toestemming geen duidelijke grenzen gesteld wordt. Hierbij kunt u onder andere denken aan een beperking qua duur van de foto of een beperking in welke medium en voor welk doel een foto gebruikt mag worden.

Indicatietarieven voor proceskosten en de onzekerheden die deze indicatietarieven met zich meebrengen

In mijn artikel over de proceskosten en IE rechten heb ik gesproken over de indicatietarieven die gehanteerd kunnen worden bij het vaststellen van de proceskosten. Per 1 januari 2015 zullen de indicatietarieven worden toegepast door de gerechtshoven in hoger beroep zaken[1]. De opstellers van de tarieven geven een indicatie van het bedrag dat naar hun oordeel redelijk en evenredig wordt aangemerkt. In de praktijk en de rechtspraak is er nog veel onzekerheid over deze indicatietarieven en de toepassing daarvan. Deze onzekerheid is het onderwerp van dit artikel.

Misbruik van recht

Wanneer een auteursrechthebbende bij een inbreuk de wederpartij aanspreekt, wil deze zich wel eens verweren door te stellen dat de auteursrechthebbende misbruik maakt van recht.[1] Er wordt misbruik gemaakt van een recht als de persoon die het recht uitoefent deze met geen ander doel uitoefent dat een ander schade toe te brengen of het recht uitoefent met een ander doel dan waarvoor het recht is verleend.

Van misbruik van recht is ook sprake als men naar redelijkheid niet tot de uitoefening van het recht had kunnen komen. Maar is het waken over je auteursrecht wel een misbruik van recht?

De Rechtbank Zeeland – West-Brabant, locatie Bergen op Zoom heeft zich recentelijk over deze vraag gebogen.[2]

In de betreffende kwestie heeft de inbreukmaker aangevoerd dat de eisende partijen wellicht op juridisch vlak in hun gelijk staan, maar niet in een morele zin omdat ze misbruik van recht zouden maken.

Proceskosten en IE rechten

Een belangrijk onderdeel en afwegingspunt bij het starten van een gerechtelijke procedure tegen inbreukmakers is natuurlijk de kosten die hieraan verbonden zijn. Deze kosten en de mogelijkheid tot verhaal van deze kosten op de inbreukmakers staat centraal in dit blog.

De rijdende rechter en het auteursrecht

In de uitzending van 1 april jl. van ‘De rijdende rechter’ boog mr. Visser zich over het auteursrecht van een fotograaf en de handhaving van diens rechten.

De casus was als volgt. De heer Mooren is freelance fotograaf en heeft medio 2009 een foto gemaakt van een vrouw in een rode jurk, op een grasveld in Amsterdam Zuidoost.  Deze foto heeft Mooren ingestuurd aan Zuidoost Partners in het kader van een fotowedstrijd. Een voorwaarde voor deelname aan deze wedstrijd was dat de deelnemer aan Zuidoost Partner toestemming geeft zijn/haar foto’s rechtenvrij te publiceren voor niet commerciële promotionele doeleinden.

Professionele voetbalspelers en het portretrecht

In navolging van de kwestie Cruijff/Tirion (lees hier meer) heeft de Nederlandse rechter (Gerechtshof Amsterdam, 10 december 2013 [1]) zich wederom gebogen over het portretrecht van professionele voetbalspelers.

Diverse spelersverenigingen hebben zich op het standpunt gesteld dat de spelers zich op grond van hun portretrecht (artikel 21 Aw) kunnen verzetten tegen de openbaarmaking van hun portret door uitzending van beelden van nationale of internationale voetbalwedstrijden.

Het Gerechtshof te Amsterdam volgt de spelersverenigingen niet in deze stelling. Het Hof bevestigt, in navolging van de kwestie Cruijff/Tirion (Hoge Raad, 14 juni 2013 [2]), dat het portretrecht geen absoluut verbodsrecht behelst. De geportretteerde kan zich verzetten tegen het openbaar maken van zijn portret zonder zijn toestemming voor zover hij daarbij een redelijk belang heeft.